Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A] ,
ZIJ DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN,
staande en gelegen te [woonplaats] , aan de [adres] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift;
- de mondelinge behandeling d.d. 30 juli 2015 waar verschenen zijn:
2.De beoordeling
2.12. In artikel 3:264 lid 6 BW is bepaald dat zo de voorzieningenrechter verlof verleent tot het inroepen van een huurbeding, hij tevens de opgeroepen of verschenen (onder)huurders veroordeelt tot ontruiming. Nu niet gebleken is dat er personen krachtens een huurovereenkomst gebruik (kunnen) maken van de woning en het verlenen van verlof tot het inroepen van het huurbeding daarom niet aan de orde is, is de hieraan gekoppelde ontruiming evenmin aan de orde.