ECLI:NL:RBNNE:2015:4482
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf wegens medeplichtigheid aan afpersing
Op 22 september 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan afpersing en het opzettelijk beschadigen van een auto. De zaak kwam voort uit een incident op 16 januari 2014, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte het slachtoffer, [slachtoffer 1], onder druk zette om geld af te geven. De verdachte hielp het slachtoffer met pinnen, nadat de medeverdachte hem had bedreigd met geweld. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de primaire tenlastelegging, maar dat de subsidiaire tenlastelegging van medeplichtigheid aan afpersing wel bewezen kon worden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzet had op zijn aandeel in het feit en op het misdrijf waarbij hij hulp verleende. De rechtbank legde een taakstraf op van 80 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden op, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen en zijn huidige behandeling voor verslaving. De rechtbank besloot de vordering na voorwaardelijke veroordeling af te wijzen, maar verlengde de proeftijd van een eerdere veroordeling.