Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
mr. F. Sieders(hierna te noemen mr. Sieders) rechter in de afdeling strafrecht van deze rechtbank.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland op 30 juni 2015 een wrakingsverzoek behandeld dat was ingediend door [A], bijgestaan door zijn advocaat mr. Y. Moszkowicz. Het wrakingsverzoek volgde op de afwijzing van een verzoek tot aanhouding van de behandeling van een strafzaak, waarin [A] als verdachte was aangemerkt. De strafzaak was geagendeerd voor de politierechterzitting van mr. F. Sieders op 20 mei 2015. Mr. Moszkowicz had op 13 mei 2015 verzocht om de zitting aan te houden vanwege een andere, omvangrijke zaak bij het Gerechtshof Den Haag. Dit verzoek werd echter door de rechtbank afgewezen, wat leidde tot het wrakingsverzoek.
De wrakingskamer heeft de argumenten van mr. Moszkowicz en mr. Sieders gehoord. Mr. Moszkowicz stelde dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek onbegrijpelijk was en dat dit de schijn van partijdigheid wekte. Hij voerde aan dat hij door de gang van zaken niet in staat was om een vervangende advocaat te regelen, wat de verdediging van [A] zou schaden. Mr. Sieders verdedigde zijn beslissing door te stellen dat het verzoek om aanhouding summier gemotiveerd was en dat hij niet eerder op de hoogte was van de verhindering van mr. Moszkowicz.
De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek een procesbeslissing was en dat deze niet op zichzelf een grond voor wraking kon zijn, tenzij deze onbegrijpelijk was. De kamer concludeerde dat de beslissing van mr. Sieders niet onbegrijpelijk was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverden. Het wrakingsverzoek werd dan ook afgewezen.