Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.De beoordeling
3.3. De beslissing
mr. F. Sijens en de directeur/bestuurder van de Stichting Esdal College.
Rechtbank Noord-Nederland
Op 19 augustus 2015 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een verzoek tot wraking van mr. F. Sijens afgewezen. Het verzoek was ingediend door [A], vertegenwoordigd door mr. V.S.M. Sturkenboom, op grond van de vermeende onpartijdigheid van mr. Sijens, die betrokken was bij bestuursrechtelijke procedures tegen de Stichting Esdal College. De verzoekster stelde dat mr. Sijens niet onpartijdig was, omdat een lid van het gerechtsbestuur, de heer [D], een nevenfunctie bekleedde bij de Stichting Esdal College. De rechtbank oordeelde dat de indirecte relatie tussen mr. Sijens en de Stichting Esdal College onvoldoende was om te concluderen dat er sprake was van objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.
De rechtbank benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, en dat een verzoek tot wraking alleen kan worden toegewezen als er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De rechtbank concludeerde dat de feiten en omstandigheden die door verzoekster waren aangevoerd, niet voldoende waren om aan te nemen dat mr. Sijens partijdig was. De rechtbank wees ook op de werkwijze tijdens de zitting op 3 juli 2015, waarbij de rechter vragen stelde voordat de gemachtigde zijn pleitnota mocht voordragen. Dit werd niet als partijdig beschouwd, maar als een gebruikelijke procedure in het bestuursrecht.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en werd bepaald dat het proces in de hoofdzaken voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 20 augustus 2015.