Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2015 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
1.1 Eiseres ontving ten tijde in geding een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), naar de norm voor een alleenstaande ouder. Zij had een inwonende en studerende zoon die ouder is dan 18 jaar. Eiseres ontving een toeslag van 20% op grond van de Toeslagenverordening WWB van verweerders gemeente. Verweerder ging er daarbij van uit dat eiseres de kosten van het huishouden niet met haar inwonende en studerende zoon kon delen, aangezien de zoon studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering (WSF) ontvangt.
1.2 De zoon van eiseres ontving ten tijde in geding naast studiefinanciering ook inkomsten uit arbeid. Aan studiefinanciering ontving hij €100,25 per maand.
De inkomsten uit een bijbaantje waren wisselend. Het betrof werkzaamheden op het vlak van huiswerkbegeleiding.
2.1 Eiseres vindt dat verweerder had moeten uitgaan van de werkelijke inkomsten van haar zoon. Deze inkomsten blijven beneden het normbedrag dat wordt genoemd in artikel 3.18 van de WSF. Bovendien zijn de inkomsten uit werk van haar zoon wisselend.
3.1 Ingevolge artikel 25, eerste lid, van de Wwb wordt de norm waarnaar de uitkering op grond van de Wwb wordt uitbetaald verhoogd met een toeslag als sprake is van een situatie waarin de belanghebbende hogere algemene kosten van bestaan heeft dan deze norm, terwijl de kosten niet kunnen worden gedeeld met een ander. Van deze situatie is in ieder geval sprake als er een inwonend kind is van 18 of ouder die een inkomen heeft van ten hoogste het normbedrag van artikel 3.18 WSF.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 19 februari 2015 en bepaalt dat verweerder opnieuw op het bezwaarschrift van eiseres dient te beslissen met inachtneming van het in deze uitspraak overwogene;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht ad €45,00 aan eiseres dient te vergoeden.
mr. H.W. Wind, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 september 2015.