Uitspraak
Tenlastelegging
Bewijsvraag
Strafbaarheid van het feit
Strafbaarheid van verdachte
Oplegging maatregel
5 augustus 2015. Hieruit blijkt dat verdachte een veelpleger is en geruime tijd ernstige problemen op vrijwel alle leefgebieden heeft.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 augustus 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot diefstal in vereniging. De verdachte, een 32-jarige man met een uitgebreide justitiële documentatie, werd beschuldigd van het plegen van een misdrijf op 6 mei 2015 in een woonvorm voor doven in [pleegplaats]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte de toegang tot het pand had verkregen door middel van braak, met de intentie om goederen te stelen. Tijdens de zitting op 10 augustus 2015 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. U van Ophoven, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T. Akkerman.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte beoordeeld, evenals de getuigenverklaringen en proces-verbaal van de politie. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte schuldig was aan de poging tot diefstal, ondanks zijn verweer dat hij alleen op zoek was naar een slaapplaats. De rechtbank achtte de alternatieve lezing van de verdachte ongeloofwaardig, vooral in het licht van de verklaringen van de medeverdachte.
De officier van justitie vorderde de oplegging van de ISD-maatregel voor de duur van twee jaar, gezien de recidive van de verdachte en het feit dat eerdere hulpverleningstrajecten niet tot gedragsverandering hadden geleid. De verdediging pleitte voor een voorwaardelijke straf, maar de rechtbank oordeelde dat de ISD-maatregel noodzakelijk was om de maatschappij te beschermen en de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank legde de maatregel op voor de duur van twee jaar, te verminderen met de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht.