ECLI:NL:RBNNE:2015:415

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2015
Publicatiedatum
3 februari 2015
Zaaknummer
2264719 - CV EXPL 13-9946
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door gebrekkige stroomvoorziening bij bedrijfsmatig gebruik van apparatuur

In deze zaak, uitgesproken op 28 januari 2015 door de Rechtbank Noord-Nederland, stond de aansprakelijkheid van de gedaagde partij centraal in verband met schade aan de apparatuur van de eiseres, Bert Vos Produkties Westerwolde B.V. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.J. van Benthem, stelde dat de schade was veroorzaakt door een gebrekkige stroomvoorziening van de gedaagde partij, die zijn apparatuur had aangesloten op een paddenstoel. De kantonrechter had eerder in een tussenvonnis van 13 februari 2014 de eiseres opgedragen bewijs te leveren van de gebrekkigheid van het stopcontact en de relatie tussen deze gebrekkigheid en de schade aan de apparatuur.

Tijdens de procedure zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder medewerkers van Vos Produkties en de gedaagde partij. De getuigenverklaringen verschilden echter aanzienlijk, vooral over de staat van de stroomvoorziening en de omstandigheden waaronder de apparatuur was aangesloten. De kantonrechter concludeerde dat Vos Produkties niet was geslaagd in het bewijs dat het stopcontact niet voldeed aan de eisen en dat dit gevaar opleverde. De verklaringen van de getuigen waren tegenstrijdig en er was onvoldoende bewijs dat de stroomvoorziening gebrekkig was.

Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van Vos Produkties af en veroordeelde de eiseres in de proceskosten van de gedaagde partij, vastgesteld op € 1.350,00. De uitspraak benadrukt het belang van het leveren van bewijs in civiele aansprakelijkheidszaken, vooral wanneer getuigenverklaringen niet eenduidig zijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak/rolnummer: 2264719 EXPL 13-9946
Vonnis d.d. 28 januari 2015
inzake
de besloten vennootschap Bert Vos Produkties Westerwolde B.V.,
gevestigd te Emmen,
eiseres, hierna Vos Produkties te noemen,
advocaat mr. F.J. van Benthem,
tegen
[gedaagde partij],
wonende te Veendam,
eiser, hierna [gedaagde partij] te noemen,
advocaat mr. M.S. Brun.
Procesgang
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 13 februari 2014;
  • de processen-verbaal van getuigenverhoor van 8 april 2014 en 27 augustus 2014;
  • de conclusie na enquête;
  • de antwoordconclusie na enquête.
Vonnis is bepaald op heden.

1.De verdere beoordeling

1.1
De kantonrechter verwijst naar het tussenvonnis van 13 februari 2014 en neemt over hetgeen in dat vonnis is overwogen. In het tussenvonnis van 13 februari 2014 heeft de kantonrechter Vos Produkties opgedragen feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit blijkt:
(1) dat het stopcontact waarop de paddenstoel was aangesloten op het moment dat Vos Produkties haar apparatuur daarop aansloot niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en dat het stopcontact daardoor gevaar voor personen of zaken opleverde,
(2) dat de schade aan de apparatuur van Vos Produkties het gevolg is van dit gebrek en
(3) dat het ontstaan van dit gebrek niet in verband staat met de bedrijfsuitoefening van Vos Produkties.
1.2
Ter levering van het opgedragen bewijs heeft Vos Produkties als getuigen laten horen[getuige 1], [getuige 2],[getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5]. In contra-enquête heeft [gedaagde partij] als getuigen laten horen [getuige 1 v. gedaagde], zichzelf en [getuige 2 van gedaagde].
1.3
[getuige 1] heeft – samengevat – verklaard dat bij aankomst van de bus van Vos Produkties de verlichting aan was en de muziek speelde. Nadat de stekker van Vos Produkties in de paddenstoel was gestoken, deed [getuige 1] de stekker van het koffiezetapparaat in het stopcontact van de bus, waarna hij een hele harde knal hoorde, zag dat de spotjes brandden als bouwlampen en rook onder de mengtafel zag. [getuige 5],[getuige 4] en één of twee anderen zijn naar de loods gelopen; [getuige 1] ging niet mee. Zij vertelden hem dat ze in de loods waren geweest en de stekker hadden omgewisseld: zij hebben de stekker uit het stopcontact gehaald en in de hefbrug gedaan, waarna de spanning in het stopcontact van de paddenstoel weer goed was. Ook heeft[getuige 4] verteld dat hem na nameting van het stopcontact in de muur was gebleken dat daarmee is gerommeld. Toen [getuige 1] na de omwisseling van de stekker in de loods de stekker weer in de bus en de paddenstoel deed, brandden de spotjes weer gewoon. Er lag geen los water in de bus en in de gebruikte snoeren zaten geen breuken.
1.4
[getuige 2] heeft – samengevat – verklaard dat hij op 7 oktober 2011 de apparatuur die niet meer werkte heeft meegenomen om te controleren en te repareren. Bij bijna alle apparaten lag de voeding eruit. De zekeringen waren er niet uit, wat wijst op een te hoge spanning. Bij kortsluiting van een apparaat gaat het apparaat kapot en gaat waarschijnlijk de voeding eruit, maar gaat niet de voeding van de andere apparaten kapot. Gezien de grote hoeveelheid apparaten waar de voeding uit lag, kan kortsluiting nooit de oorzaak zijn geweest, maar kan alleen een hoge spanning de oorzaak zijn geweest. Als een uitvoer van 380 volt op een 230 volt uitgang komt, is dit waarschijnlijk het gevolg van een verkeerde verbinding in de paddenstoel of in het krachtstroomstopcontact. Het meest waarschijnlijke is een verkeerde verbinding in het stopcontact, omdat elk bedrijf dat een paddenstoel heeft, verplicht is zijn apparatuur jaarlijks te laten controleren. [getuige 2] is niet op de feestlocatie geweest, heeft de onderhavige paddenstoel niet gezien en kent het bedrijf waar de paddenstoel vandaan komt niet. [getuige 2] heeft geen water aangetroffen in de bus of in de apparaten.
1.5
[getuige 3] heeft – samengevat – verklaard dat hij als schade-expert namens de verzekeraar na de dag van het straatfeest de schade heeft opgenomen van de bus van Vos Produkties. Van het bedrijf dat de apparatuur heeft gerepareerd heeft hij gehoord dat alle voedingsspanningen kapot waren en daarom neemt hij aan dat er sprake was van overspanning. Een andere oorzaak zou kunnen zijn blikseminslag.
1.6
[getuige 4] heeft – samengevat – verklaard dat hij met een dispel de paddenstoel heeft nagemeten en dat uit meerdere stopcontacten voor 220 volt 380 volt kwam. Van de drie groepen van 220 volt was er één goed en waren er twee fout. Omdat de radio functioneerde, heeft hij de groep waar deze op was aangesloten niet gecontroleerd; deze moest goed zijn. De foute groepen heeft hij wel gemeten. Hij is met [getuige 2 van gedaagde] naar de werkplaats gelopen waar de stroom vandaan kwam en zag dat boven de werkbank, op de muur, een stopcontact zat waar het afdekplaatje af was.[getuige 4] heeft met de dispel gemeten dat waar 220 volt moest zijn, er 380 volt op stond. Hij heeft ook het stopcontact in de hefbrug gemeten en deze was goed. De stekker die in de muur zat, heeft hij niet in het stopcontact van de hefbrug gedaan en hij heeft ook niet gezien dat iemand anders dit deed. Een apparaat dat op krachtstroom functioneert en aangesloten wordt op een verkeerd stopcontact, zoals hier, kan niet goed functioneren maar hoeft niet kapot te gaan. Een apparaat van 220 volt gaat er wel kapot op.
1.7
[getuige 5] heeft – samengevat – verklaard dat hij als technisch medewerker bij [naam] op het buurtfeest aanwezig was. Hij heeft zelf niet de stekker van de bus in het stopcontact gedaan en de stroomaansluiting is van tevoren niet gecontroleerd. Toen de stekker in het stopcontact werd gedaan, begonnen de lichten in de bus heel fel te branden en kwam er rook uit de computer. Hij heeft, nadat iemand met een meter het stopcontact had gemeten, samen met [naam] de kabel gevolgd. Ze kwamen uit bij een garage waar men net bezig was de kabel op te ruimen. Een meneer heeft hem het stopcontact getoond; het was een stopcontact opzij van een hefbrug. [getuige 5] is later bij[getuige 4] langs geweest, die hem vertelde dat hij vermoedde dat hem een ander stopcontact was getoond dan was gebruikt. Bij de bar in de bus lag wat water in de spoelbak, maar er was geen water bij de apparatuur.
1.8
[getuige 1 v. gedaagde] heeft – samengevat – verklaard dat hij de avond voor het straatfeest met [gedaagde partij] en in het bijzijn van [getuige 2 van gedaagde] de stekker van de paddenstoel in het stopcontact aan de muur in de schuur heeft gestopt en een radio en bouwlamp op de paddenstoel heeft aangesloten en dat dit allemaal werkte. De volgende ochtend heeft hij, met gebruikmaking van de sleutel van het huis van [gedaagde partij], de stekker in het stopcontact in de achtergevel gedaan en de deur weer op slot gedaan. Buiten is alles aangesloten op de paddenstoel. Toen hij van de problemen hoorde, is hij naar de bus gegaan. Er waren drie mensen in de bus, waaronder [getuige 2 van gedaagde]. [getuige 1 v. gedaagde] zag dat mensen van [naam] de aardlekschakelaar in de bus steeds weer omhoog deden. Het snoer dat uit de bus kwam, zat met plakband aan de stekker vast. [getuige 1 v. gedaagde] heeft zijn meter opgehaald en heeft één of twee uitgangen gemeten; daar zat 220 volt op. Toen [gedaagde partij] eraan kwam, zijn [getuige 1 v. gedaagde] en [gedaagde partij] samen naar [gedaagde partij] huis gelopen. Daar hebben ze op het stopcontact drie fases van 220 volt gemeten. Op het stopcontact zat een plastic kap, geen extra klepje of beveiliging. Op die dag is niemand anders in het huis van [gedaagde partij] geweest. Op de dag van het feest regende het. De ramen in de bus waren al vochtig toen de bus eraan kwam. Toen de bus eraan kwam, was [getuige 1 v. gedaagde] in de feesttent.
1.9
[gedaagde partij] heeft – samengevat – verklaard dat de stroomvoorziening in de garage in de avonduren is aangelegd door iemand die werkte bij een erkend elektriciteitsbedrijf. Hij gebruikt het stopcontact zelf alleen voor krachtstroom en heeft er nooit problemen mee gehad. Hij heeft het stopcontact in de muur de avond voor het feest samen met [getuige 1 v. gedaagde] getest op de paddenstoel en de op de paddenstoel aangesloten verlichting werkte. Vervolgens heeft hij de stekkers uit de paddenstoel en het stopcontact gehaald en de sleutel van de voordeur aan [getuige 1 v. gedaagde] gegeven. [gedaagde partij] was op de dag van het feest niet aanwezig. Na het voorval heeft hij samen met [getuige 1 v. gedaagde], met het meetapparaat van [getuige 1 v. gedaagde], de paddenstoel gemeten; op iedere uitgang zat 220 volt. Zij hebben ook het stopcontact gemeten; [getuige 1 v. gedaagde] zei dat het goed was. Tussen dat stopcontact aan de achtergevel en de paddenstoel lag een lange kabel; die liep onder de dichte garagedeur door. Het stopcontact aan de hefbrug is niet gebruikt. Er is verder niemand binnen geweest. De garagedeur kan niet van buiten opengemaakt worden. [gedaagde partij] heeft gezien dat het bij het mengpaneel boven in de bus vochtig was.
1.1
[getuige 2 van gedaagde] heeft – samengevat – verklaard dat hij via zijn werk een paddenstoel met verlengkabel had geregeld die was goedgekeurd voor het jaar 2011. Alles wat 's ochtends op de paddenstoel werd aangesloten, werkte. De paddenstoel is met de verlengkabel aangesloten op de stroomvoorziening van [gedaagde partij]. Toen de apparatuur stuk ging, was [getuige 2 van gedaagde] in de bus. Hij zag dat er veel water op de mengpanelen lag en dat het raam open stond; die hele dag viel er veel regen. Al voordat de apparatuur stuk ging, was hem opgevallen dat er veel kapot was aan de stekkers van [naam]. Twee mensen van [naam] hebben zo'n 5 a 10 keer de aardlekschakelaar overgehaald. [getuige 2 van gedaagde] is niet in de schuur van [gedaagde partij] geweest en ook bij de metingen is hij niet aanwezig geweest.
1.11
De kantonrechter is van oordeel dat Vos Produkties niet geslaagd is in de opdracht tot het leveren van het bewijs dat het stopcontact waarop de paddenstoel was aangesloten op het moment dat Vos Produkties haar apparatuur daarop aansloot niet voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en dat het stopcontact daardoor gevaar voor personen of zaken opleverde (onderdeel (1)). De kantonrechter overweegt daartoe het volgende.
1.12
Vooropgesteld zij dat niet is komen vast te staan dat[getuige 4] in de schuur van [gedaagde partij] is geweest om de metingen te verrichten. De verklaringen hieromtrent verschillen. Weliswaar heeft[getuige 4] verklaard dat hij in de schuur van [gedaagde partij] is geweest om de stroomvoorziening te meten, maar [getuige 1 v. gedaagde] en [gedaagde partij] hebben verklaard dat op de bewuste dag niemand anders in het huis van [gedaagde partij] is geweest, dat de deuren van het huis van [gedaagde partij] op slot waren en dat de garagedeur dicht was en van buiten niet kan worden opengemaakt. Vos Produkties stelt in de conclusie na enquête dat zowel[getuige 4], [getuige 1] als [getuige 5] hebben verklaard dat[getuige 4] in de schuur van [gedaagde partij] is geweest, maar dit geeft naar het oordeel van de kantonrechter blijk van een onjuiste lezing van de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 5]. Immers, [getuige 1] heeft slechts verklaard dat hij heeft gezien dat [getuige 5] en[getuige 4]
naar de loods zijn gelopenen dat zij hem later hebben verteld dat zij
in de loodszijn geweest. [getuige 5] heeft wel verklaard in de schuur te zijn geweest, maar pas toen de kabel werd opgeruimd en niet toen[getuige 4] aan het meten zou zijn geweest. Dat [gedaagde partij] pas na het doorbranden van de apparatuur is thuis gekomen, brengt niet met zich dat hij niet kon verklaren over het dicht zijn van de garagedeur en over de onmogelijkheid om de garagedeur van buiten open te maken.
1.13
Ook als wel vastgesteld had kunnen worden dat[getuige 4] in de schuur van [gedaagde partij] is geweest, dan is Vos Produkties er niet in geslaagd om aan te tonen dat uit de daar verrichte metingen is gebleken dat de stroomvoorziening van [gedaagde partij] gebrekkig was. Tegenover de verklaring van[getuige 4] dat de stroomvoorziening niet goed was, staat namelijk de verklaring van [getuige 1 v. gedaagde] dat de stroomvoorziening na meting wel in orde was. Dat [getuige 1 v. gedaagde] de buurman is van [gedaagde partij], doet aan de geloofwaardigheid van zijn onder ede afgelegde verklaring niet af. De verklaring van[getuige 4] is bovendien tegenstrijdig met de verklaringen van [getuige 2 van gedaagde] en [getuige 1]. Immers,[getuige 4] heeft verklaard met [getuige 2 van gedaagde] naar het huis van [gedaagde partij] te zijn gegaan, terwijl [getuige 2 van gedaagde] heeft verklaard niet in de schuur en/of bij de metingen aanwezig te zijn geweest. Ook heeft[getuige 4] verklaard dat hij de stekker uit het stopcontact in de muur
nietin de hefbrug heeft gedaan, terwijl volgens [getuige 1] de spotjes in de bus
na omwisselingvan de stekkers door[getuige 4] weer gewoon brandden.
1.14
Evenmin volgt uit de verklaring van [getuige 2] dat de stroomvoorziening van [gedaagde partij] gebrekkig was; de oorzaak kan immers ook een verkeerde verbinding in de paddenstoel zijn geweest. Waar [getuige 2] een verkeerde verbinding in het stopcontact waarschijnlijker heeft geacht, baseerde hij zich slechts op de verplichting van een bedrijf dat een paddenstoel heeft om de paddenstoel jaarlijks na te laten kijken. Dat dit gebeurd is, is niet gebleken. Zou dit al gebeurd zijn, dan staat daarmee nog niet vast dat de paddenstoel op de bewuste dag naar behoren werkte of, belangrijker, dat de stroomvoorziening van [gedaagde partij] gebrekkig was. De kantonrechter merkt daarbij op dat Vos Produkties de paddenstoel niet voordat ze haar apparatuur erop aansloot, heeft gecontroleerd.
1.15
Nu Vos Produkties niet geslaagd is in onderdeel (1) van de opdracht tot het leveren van het aan haar opgedragen bewijs, behoeven de onderdelen (2) en (3) geen bespreking, omdat deze onderdelen ervan uitgaan dat de stroomvoorziening gebrekkig is. De kantonrechter zal, overeenkomstig haar oordeel bij tussenvonnis van 13 februari 2014, de vordering van Vos Produkties afwijzen.
1.16
Vos Produkties zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde partij] worden begroot op € 1.350,00 aan salaris van de advocaat, zijnde 4,5 punten × het tarief van € 300,00.

2.De beslissing

De kantonrechter:
wijst al het gevorderde af;
veroordeelt Vos Produkties in de kosten van het geding, aan de zijde van [gedaagde partij] tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 1.350,00 voor salaris van de advocaat;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst en op 28 januari 2015 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.