Op 3 augustus 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het kweken van hennep en het illegaal afnemen van elektriciteit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, in de periode van 28 maart 2013 tot en met 20 augustus 2013, opzettelijk hennep had geteeld en elektriciteit had gestolen. De verdachte werd bijgestaan door mr. C. Eenhoorn, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S. Zwarts. Tijdens de zitting op 20 juli 2015 werd de ontkennende verklaring van de verdachte als ongeloofwaardig beschouwd, vooral gezien de sterke aanwijzingen en getuigenverklaringen die hem aan de hennepkwekerij koppelden. De rechtbank achtte het bewijs voldoende om de verdachte schuldig te verklaren aan beide tenlasteleggingen.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 61 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uur. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de maatschappelijke overlast die het kweken van hennep met zich meebrengt, en de financiële schade die het illegaal afnemen van elektriciteit veroorzaakte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en het tijdsverloop in deze zaak werd ook in overweging genomen. De rechtbank benadrukte dat het illegaal aftappen van elektriciteit gevaarlijke situaties kan veroorzaken en dat de verdachte handelde uit financieel gewin.