ECLI:NL:RBNNE:2015:3767

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 juli 2015
Publicatiedatum
3 augustus 2015
Zaaknummer
18.730091-15
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot doodslag en zware mishandeling na schermutseling tussen buren

Op 28 juli 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 52-jarige man die werd beschuldigd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling van zijn buurman. De zaak kwam voort uit een incident dat plaatsvond in de nacht van 25 op 26 maart 2015, waarbij de buurman verklaarde dat de verdachte hem met een mes had aangevallen. Tijdens de rechtszitting werd echter duidelijk dat er geen getuigen waren die de aanval konden bevestigen en dat de verklaringen van de verdachte en de buurman lijnrecht tegenover elkaar stonden. De verdachte stelde dat de buurman hem aanviel en dat hij zich verdedigde. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te staven. De officier van justitie en de raadsman van de verdachte pleitten beiden voor vrijspraak, wat de rechtbank uiteindelijk ook deed. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten en beval zijn onmiddellijke invrijheidstelling. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken, vooral wanneer getuigenissen tegenstrijdig zijn en er geen objectief bewijs is dat de beschuldigingen ondersteunt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730091-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 28 juli 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 juli 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H. de Jong, advocaat te Burgum.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 25 maart 2015 tot en met 26 maart 2015, te
[pleegplaats] , (althans) in de gemeente Leeuwarden, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon, genaamd:
[slachtoffer] , van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer]
meermalen, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in de
onderkaak, althans het gezicht en/of in de halsstreek (nabij) de slokdarm, heeft
gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid,
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 25 maart 2015 tot en met 26 maart 2015 te
[pleegplaats] , (althans) in de gemeente Leeuwarden, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, (te weten [slachtoffer]
), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
die [slachtoffer] meermalen, met een mes, althans met een scherp en/of puntig
voorwerp, in de onderkaak, althans het gezicht en/of in de halsstreek (nabij)
de slokdarm, heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Beoordeling van het bewijs

De officier van justitie heeft ter terechtzitting vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde gevorderd, nu - kort gezegd - niet kan worden vastgesteld hoe aangever [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) precies gewond is geraakt.
De raadsman heeft eveneens vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde bepleit. Hij heeft onder meer aangevoerd dat [slachtoffer] de enige is die een belastende verklaring over verdachte heeft afgelegd en dat er derhalve geen wettig bewijs voor het ten last gelegde is.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de vaststelling van de feiten als volgt.
Op 26 maart 2015 omstreeks 03:10 uur ging de politie naar aanleiding van een melding van een vechtpartij naar het pand aan de [straat] te [pleegplaats] . Aldaar werd [slachtoffer] aangetroffen. Hij had een wond op zijn kin en zat onder het bloed. [slachtoffer] gaf aan dat verdachte hem met een mes had gestoken. Verdachte werd aangehouden. [slachtoffer] werd naar het ziekenhuis gebracht, alwaar werd geconstateerd dat hij een snijwond in zijn kin en op zijn borstbeen had. Deze wonden werden gehecht. Op de rechterhand van verdachte, alsmede op een mes gevonden in een pan op het aanrecht van verdachte werd bloed met het DNA-profiel van [slachtoffer] aangetroffen.
[slachtoffer] heeft bij de politie verklaard dat er die nacht luide muziek uit de kamer van verdachte, zijnde zijn bovenbuurman, kwam. [slachtoffer] ging erheen om te vragen of de muziek zachter kon, wat ook gebeurde. Toen [slachtoffer] weer op zijn eigen kamer was, hoorde hij dat de muziek weer harder ging. Hierop ging [slachtoffer] wederom naar boven. Hij zag verdachte in de gang staan en zag dat zijn kamerdeur op een klein kiertje stond. [slachtoffer] kwam de gang in en verdachte viel hem gelijk aan. Verdachte haalde met zijn hand uit richting het gezicht van [slachtoffer] en er ontstond een schermutseling, waarbij beide mannen elkaar op een gegeven moment vasthielden. Verdachte kwam met zijn rug richting de trap te staan en [slachtoffer] duwde hem, waardoor hij 15 à 20 treden naar beneden viel. [slachtoffer] zag [getuige 1] , die op de tweede etage woont, achter zich. [slachtoffer] zag toen ook een deel van het lemmet van een mes. [slachtoffer] en verdachte gaven elkaar een hand en [slachtoffer] liep met verdachte naar diens kamer, waar verdachte nog naar de kin van [slachtoffer] keek.
[getuige] (hierna: [getuige] ) sliep de bewuste nacht bij [slachtoffer] en heeft bij de politie kort gezegd verklaard dat zij wakker werd en muziek en gestommel hoorde. [slachtoffer] ging naar de kamer van verdachte, waarna de muziek uitging. Even later ging de muziek weer hard aan en had [slachtoffer] er genoeg van. [slachtoffer] zei dat hij er klaar mee was en dat verdachte erom vroeg. Toen [slachtoffer] de kamer weer inkwam, zat hij onder het bloed. [slachtoffer] vertelde [getuige] dat hij bij verdachte voor de deur stond, klopte en dat verdachte plotseling de deur opendeed en met een mes voor hem stond, waarna er een worsteling ontstond waarbij [slachtoffer] gewond raakte.
[getuige 1] (hierna [getuige 1] ) woont op de bovenste verdieping van het pand aan de [straat] . Verdachte woont op de verdieping onder hem. [getuige 1] heeft bij de politie verklaard dat hij rond 03:00 uur wakker werd van geschreeuw op de benedenverdieping. Hij stapte uit bed en ging kijken wat er aan de hand was. Op de overloop op de verdieping waar verdachte woont, zag hij [slachtoffer] staan.
[slachtoffer] zat onder het bloed, evenals de muur waarvoor [slachtoffer] stond. [slachtoffer] stond te schreeuwen naar iemand die beneden aan de trap stond. Dit bleek verdachte te zijn. Toen verdachte zei dat [getuige 1] de muziek moest uitzetten, ging [getuige 1] de kamer van verdachte binnen en zette de muziek zachter.
Verdachte en [slachtoffer] passeerden elkaar op de trap zonder dat er iets gebeurde.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 26 maart 2015 rond 03:00 uur op zijn kamer was en muziek aan had staan, toen [slachtoffer] opeens zijn kamer binnen kwam stormen. [slachtoffer] was agressief en had een schroevendraaier of iets dergelijks in zijn hand. Er ontstond een handgemeen en verdachte probeerde de hand van [slachtoffer] vast te pakken om te voorkomen dat [slachtoffer] hem zou steken. Verdachte werkte [slachtoffer] zijn kamer uit. Toen [slachtoffer] voor de tweede keer naar boven kwam, zag verdachte de verwondingen van [slachtoffer] . Hierop nam verdachte hem mee naar zijn, verdachtes, kamer en maakte hij de verwondingen schoon. Het is niet waar dat [slachtoffer] hem op enig moment van de trap heeft geduwd, aldus verdachte.
Ter terechtzitting heeft verdachte onder meer verklaard niet zeker te weten of het door de politie onderzochte mes - met daarop bloed van [slachtoffer] - van hem is. Verdachte heeft voorts verklaard dat verdachte in zijn keuken heeft gestaan toen verdachte zijn wonden ging schoonmaken en dat het bloed van [slachtoffer] tijdens het schoonmaken op zijn, verdachtes, hand kan zijn terechtgekomen.
Ter terechtzitting zijn [slachtoffer] en [getuige 1] als getuigen gehoord.
[slachtoffer] heeft ter terechtzitting onder meer verklaard dat verdachte hem op het overloopje bij zijn, verdachtes, kamer heeft opgewacht met een mes en dat verdachte hem niet heeft geslagen, maar dat er alleen een worsteling plaatsvond, waarna hij merkte dat hij gewond was en hij verdachte van de trap duwde. Tevens verklaarde [slachtoffer] dat hij meerdere messen heeft die lijken op het door de politie onderzochte mes.
[getuige 1] heeft ter terechtzitting onder meer verklaard dat hij toen hij zijn deur opendeed, zag dat [slachtoffer] gewond op de overloop voor de kamer van verdachte stond. Verdachte kwam naar boven lopen. [getuige 1] zag niet of verdachte een voorwerp in zijn handen had. Toen [getuige 1] de kamer van verdachte binnenging om de muziek uit te doen, zag hij daar geen bloed.
De rechtbank stelt op basis van het bovenstaande vast dat er in de vroege ochtend van 26 maart 2015 in het pand aan de [straat] te [pleegplaats] een schermutseling heeft plaatsgevonden tussen verdachte en [slachtoffer] . [slachtoffer] is daardoor in het gezicht en op het borstbeen gewond geraakt. Verdachte en [slachtoffer] zijn nadien op de kamer van verdachte geweest, alwaar verdachte de verwondingen van [slachtoffer] heeft schoongemaakt.
De rechtbank constateert dat de verklaringen van verdachte en [slachtoffer] voor het overige lijnrecht tegenover elkaar staan en dat er geen getuigen bij de schermutseling aanwezig waren. De resultaten van het technisch onderzoek en de getuigenverklaringen van [getuige] en [getuige 1] over hun waarnemingen voor en na de schermutseling kunnen naar het oordeel van de rechtbank zowel bij de verklaringen van [slachtoffer] als verdachte passen en weerleggen de verklaring van verdachte derhalve niet.
De rechtbank overweegt in het bijzonder dat het in de kamer van verdachte aangetroffen mes met daarop bloed van [slachtoffer] zowel binnen de lezing van [slachtoffer] als binnen de lezing van verdachte kan passen. Immers, aangezien [slachtoffer] na de schermutseling op de kamer van verdachte is geweest, valt niet uit te sluiten dat hij het mes zelf heeft meegenomen en daar heeft neergelegd. Ook valt niet uit te sluiten dat het mes er al lag en dat er tijdens het schoonmaken van de verwondingen van [slachtoffer] bloed op het mes terecht is gekomen.
Al met al kan de rechtbank noch op basis van het dossier, noch op basis van het horen van verdachte, [slachtoffer] en [getuige 1] ter terechtzitting vaststellen wie de agressor was, wie een mes bij zich had en hoe de verwondingen van [slachtoffer] precies zijn ontstaan.
Nu de rechtbank kort gezegd niet kan vaststellen wat er is gebeurd, kan het primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend worden bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Beveelt de onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. L.G. Wijma en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 juli 2015.
Mr. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Lootsma-Oude Nijeweme
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Wijma
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Woude
locatie Leeuwarden,