Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., te Assen
Rechtbank Noord-Nederland
Op 3 juli 2015 heeft de Minister van Economische Zaken het verzoek van een aantal verzoekers om handhavend op te treden tegen de voorbereidingen voor een proefboring door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) in Blijham afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de verzoekers, met uitzondering van één persoon, als belanghebbenden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kunnen worden aangemerkt. De concessie 'Groningen', verleend aan de NAM, dekt het gasvoorkomen in Blijham, en de voorzieningenrechter concludeert dat de voorbereidende werkzaamheden voor de proefboring zijn toegestaan onder deze concessie. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en vroegen om een voorlopige voorziening om de werkzaamheden te schorsen in afwachting van de beslissing op hun bezwaarschrift. Tijdens de zitting op 17 juli 2015 is vastgesteld dat de werkzaamheden al waren begonnen en dat er een spoedeisend belang was. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de concessie als winningsvergunning geldt en dat de NAM geen aparte vergunning hoeft aan te vragen voor de proefboring. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen overtreding van de Mijnbouwwet is vastgesteld en de werkzaamheden onder de bestaande vergunning vallen. De uitspraak is gedaan op 28 juli 2015.