De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 30 juni 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee brandstichtingen nabij het Nationaal Park Drents-Friese Wold. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 4 november 2013 opzettelijk brand heeft gesticht in de buurt van een opslagschuurtje en aan een auto, wat gemeen gevaar voor goederen met zich meebracht. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. A.A. Scholtmeijer, verscheen op de terechtzitting van 16 juni 2015. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.F. Hoekstra. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en getuigen in overweging genomen, evenals het proces-verbaal van de politie. De rechtbank achtte de feiten bewezen, maar besloot geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. In plaats daarvan kreeg de verdachte een taakstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank hield rekening met de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke situatie van de verdachte en het tijdsverloop sinds de feiten. De rechtbank concludeerde dat de ernst van de feiten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde, maar dat de omstandigheden van de verdachte dit niet noodzakelijk maakten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij mr. Haisma buiten staat was om te ondertekenen.