ECLI:NL:RBNNE:2015:3625

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 juli 2015
Publicatiedatum
22 juli 2015
Zaaknummer
18.730423-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met minderjarige kleindochter

Op 14 juli 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige kleindochter. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek dat plaatsvond op de terechtzitting van 30 juni 2015. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. J. Boksem, werd geconfronteerd met ernstige beschuldigingen, waaronder het betasten van de borsten van het slachtoffer en het plegen van seksuele handelingen. De tenlastelegging omvatte meerdere ontuchtige handelingen die plaatsvonden tussen 20 september 2011 en 3 juni 2014, waarbij het slachtoffer, geboren op [geboortedatum slachtoffer], nog geen zestien jaar oud was.

De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank beoordeelde het bewijs aan de hand van verschillende proces-verbaal en de verklaring van de verdachte. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het ten laste gelegde bewezen was, met inachtneming van de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en stelde bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gezondheidstoestand en het advies van de reclassering. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730423-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 14 juli 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 juni 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 20 september 2011 tot 3 juni 2014 te
[pleegplaats], in elk geval in de gemeente Achtkarspelen, meermalen, althans
eenmaal, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer]), (te weten zijn,
verdachtes, kleinkind) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en)
heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte in
voornoemde periode meermalen, althans eenmaal,
- de/een bedekte en/of onbedekte borst(en) van die [slachtoffer] betast
en/of over de/een bedekte en/of onbedekte borst(en) van die [slachtoffer]
, gewreven en/of de/een bedekte en/of onbedekte borst(en) van die
[slachtoffer] gemasseerd, in elk geval (telkens) aangeraakt en/of
- de/een onbedekte borst(en) van die [slachtoffer] met verdachtes mond
aangeraakt en/of
- een of meerdere vinger(s) en/of een duim in de (ontblote) vagina van die
[slachtoffer] gebracht en/of (vervolgens) heen- en weergaande bewegingen
gemaakt in die vagina van die [slachtoffer] en/of (zodoende) die
[slachtoffer] (zogenoemd) gevingerd en/of (daarbij)
- de clitoris en/of de schaamlippen, in elk geval (een of meerdere ander(e)
de(e)l(en) van) de (ontblote) vagina, van die [slachtoffer] betast, in
elk geval (telkens) aangeraakt en/of
- zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer] (zogenoemd)
doen of laten aftrekken, in elk geval aanraken,
zulks terwijl die [slachtoffer] in voornoemde periode aan zijn zorg en/of
waakzaamheid was toevertrouwd.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarden van een meldplicht bij de Reclassering Groningen, het zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, het volgen van een ambulante behandeling bij de GGZ Friesland Polikliniek Forensische Psychiatrie of een soortgelijke instelling en een contactverbod met [slachtoffer].

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank past met betrekking tot het ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 juni 2015;
2. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. 2014058626-2, d.d. 5 juni 2014, inhoudende het informatief gesprek zeden;
3. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. 2014058626-6, d.d. 25 juni 2014, inhoudende de aangifte van [aangever];
4. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. 2014058626-5, d.d. 29 juni 2014, inhoudende de verklaring van [slachtoffer].

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 20 september 2011 tot 3 juni 2014 te [pleegplaats], in de gemeente Achtkarspelen, meermalen met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer], te weten zijn, verdachtes, kleinkind, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen
- de bedekte en/of onbedekte borsten van die [slachtoffer] betast en over de bedekte en/of onbedekte borsten van die [slachtoffer], gewreven en/of
- de onbedekte borsten van die [slachtoffer] met verdachtes mond aangeraakt en
- een vinger en/of een duim in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en vervolgens heen- en weergaande bewegingen gemaakt in die vagina van die [slachtoffer] en zodoende die [slachtoffer] zogenoemd gevingerd en daarbij
- de clitoris en de schaamlippen van die [slachtoffer] betast, en/of
- zijn, verdachtes, ontblote penis door die [slachtoffer] zogenoemd laten aftrekken,
zulks terwijl die [slachtoffer] in voornoemde periode aan zijn zorg en waakzaamheid was toevertrouwd.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer twee jaar schuldig gemaakt aan ontucht met zijn minderjarige kleindochter. Hij heeft haar borsten betast en haar gevingerd. De ontucht vond plaats als het slachtoffer bij verdachte en zijn vrouw logeerde. De rechtbank tilt zwaar aan dit feit. Door zijn handelen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Ook heeft hij het vertrouwen dat het slachtoffer had in haar grootvader -van wie zij tijdens de logeerpartijen afhankelijk was- ernstig geschaad.
Verdachte is niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten en over hem is een reclasseringsrapport opgesteld. De reclassering constateert dat verdachte niet geleerd heeft waar zijn grenzen liggen met betrekking tot seksualiteit en hoe hij daarmee moet omgaan. De reclassering acht het positief dat verdachte vrijwillig hulp heeft geaccepteerd om niet te recidiveren. De behandelaars hebben echter aangegeven dat de behandeling tot nu toe nog niet het gewenste effect heeft gehad. De reclassering geeft aan dat verdachte lijdt aan stembandkanker en daaraan is geopereerd. In de nabije toekomst zal hij waarschijnlijk opnieuw geopereerd moeten worden. De reclassering schat het recidiverisico in als laag. Zij heeft geadviseerd verdachte te veroordelen tot een (deels) voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en een ambulante behandeling bij GGZ Friesland Polikliniek Forensische Psychiatrie.
De rechtbank is van oordeel dat voor de gepleegde feiten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd en zij ziet geen aanleiding daar in dit geval van af te wijken. De rechtbank is niet gebleken dat verdachte ten gevolge van zijn hoge leeftijd en zijn gezondheidstoestand detentieongeschikt is. De rechtbank ziet in deze omstandigheden echter wel aanleiding om van de gevangenisstraf een korter deel onvoorwaardelijk op te leggen dan de officier van justitie heeft geëist. Aan het voorwaardelijke deel zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van een contactverbod, nu de rechtbank geen aanwijzingen heeft dat verdachte tegen de zin van het slachtoffer, contact met haar heeft opgenomen of op zal nemen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 245 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot acht maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak meldt bij Reclassering Nederland op het adres Leonard Springerlaan 21 in Groningen en gedurende de proeftijd of zolang de reclassering dit nodig acht, contact houdt met de reclassering en zich zal houden aan de aanwijzingen die door of namens de reclassering aan de veroordeelde worden gegeven;
2. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd van twee jaren onder behandeling zal stellen van de GGZ Friesland Polikliniek Forensische Psychiatrie of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. M.B. de Wit en mr. J.N.M. Blom, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juli 2015.
Mrs. Blom en Van Emst zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.