Artikel 12 Vergaderingen van de raad
Paragraaf 1 Vorm en tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
1. De vergadering kan bestaan uit een opiniërend en een besluitvormend deel.
2. De opiniërende vergaderingen van de raad vinden in de regel één keer per 2 maanden plaats, en verder zoveel als het raadspresidium nodig acht. De vergaderingen vinden in de regel plaats op dinsdag, vangen aan om 19.30 uur en worden gehouden in het gemeentehuis.
3. Een opiniërende vergadering heeft tot doel het voeren van debat, het peilen van meningen ter voorbereiding van de besluitvorming, het innemen van politieke en/of bestuurlijke hoofdkeuzes c.q. richtinggevende uitspraken te doen ten behoeve van de portefeuillehouder en/of het college. De vergadering wordt uiterlijk om 23.00 uur beëindigd.
4. Beraadslaging opiniërende vergadering:
a. De beraadslaging vindt plaats in twee termijnen tenzij de voorzitter anders beslist.
b. Eerste termijn: De voorzitter stelt de woordvoerder van elke fractie in de gelegenheid zijn/haar standpunt nader toe te lichten.
c. Tweede termijn: De woordvoerders kunnen met elkaar en met het college in debat gaan. Gedurende het debat mogen sprekers elkaar interrumperen, tenzij dit tot verstoring van de orde leidt;
d. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
e. Per onderwerp of voorstel is er één woordvoerder per fractie tenzij de voorzitter anders beslist.
f. Aan het eind van het opiniërend deel vat de voorzitter de opinies samen en stelt vast of het besprokene als agendapunt voor een besluitvormend deel aan de orde dient te komen.
5. De besluitvormende vergaderingen van de raad vinden in de regel één keer per maand plaats, en verder zoveel als het raadspresidium dit nodig acht. De vergaderingen vinden in de regel plaats op dinsdag, vangen aan om 21.45 uur of na afloop van de opiniërende raad en worden gehouden in het gemeentehuis.
6. In het besluitvormende deel neemt de raad besluiten. De raadsleden worden hierbij in de gelegenheid gesteld een stemverklaring af te leggen. De vergadering wordt uiterlijk om 23.00 uur beëindigd.
7. Indien sprake is van de situatie zoals bedoeld in lid 6 en er is sprake van niet behandelde agendapunten, wordt de vergadering een week later, in de regel op dinsdag, voortgezet. Deze vergadering vangt aan om 19.30 uur.
8. De voorzitter kan in bijzondere gevallen:
bepalen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg met het raadspresidium.”
8. Gelet op de bovenstaande tekst onder 6. waarin staat dat het besluitvormende deel in de vergadering uiterlijk om 23.00 uur wordt beëindigd en dat blijkens 7. en 8. van dat reglement de voorzitter in bijzondere gevallen (onder meer) een ander sluitingsuur of een andere dag kan bepalen, leidt de rechtbank hieruit af dat in dit geval de vergadering is voortgezet op 3 juli 2013. Dit blijkt ook uit de koptekst van het raadsbesluit (Onderwerp: Besluitvorming over het bestemmingsplan Bûtengebiet, Agendanummer 7/3) dat verweerder als gedingstuk heeft bijgevoegd, waarin staat vermeld dat vergaderingen hebben plaatsgevonden op 25 juni, 2 en 3 juli. Nu tussen partijen vast staat dat het onderhavige raadsbesluit is genomen na middernacht, komt de rechtbank tot de slotsom dat het bestemmingsplan is vastgesteld in de vergadering van 3 juli 2013. Hieraan doet niet af dat onder het raadsbesluit als datum van ondertekening 2 juli 2013 staat vermeld, nu gelet op het voorgaande deze datum niet juist kan zijn. Eisers grief slaagt.
9. De aanslag leges omgevingsvergunning is derhalve ten onrechte opgelegd. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar.
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door het betaalde griffierecht dient te vergoeden.
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 987,60 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van
€ 490 en een wegingsfactor 1, alsmede reiskosten van € 7,60)