ECLI:NL:RBNNE:2015:3364

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
C-17-141523 - HA ZA 15-120
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend vonnis inzake onteigening Rijksweg N31 en schadeloosstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 8 juli 2015 een aanvullend vonnis gewezen in een onteigeningsprocedure met betrekking tot de Rijksweg N31. De eiser, de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, had eerder een vonnis aangevraagd dat op 24 juni 2015 was gewezen. In dat vonnis was verzuimd om te beslissen over de bij het vonnis te voegen kaartweergaven die als productie 1 aan de dagvaarding waren gehecht. De rechtbank heeft de gedaagden, die in deze procedure zijn aangeduid als [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over dit verzoek kenbaar te maken. De advocaat van de gedaagden, mr. A.H. van der Wal, heeft op 30 juni 2015 aan de rechtbank laten weten geen bezwaar te hebben tegen de inwilliging van het verzoek van de Staat.

De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het verzoek tot aanvulling terecht was en heeft besloten dat de kaartweergaven, zoals aangehecht aan de dagvaarding, aan het eerdere vonnis van 24 juni 2015 moeten worden toegevoegd. Dit houdt in dat de rechtbank de aanvulling heeft goedgekeurd en dat deze zal worden vermeld op de minuut van het vonnis van 24 juni 2015. De rechtbank heeft ook gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of afschrift van het vonnis van 24 juni 2015 aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Het vonnis is uitgesproken door mr. T.K. Hoogslag in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/141523 / HA ZA 15-120
Aanvullend vonnis van 8 juli 2015
in de zaak van
de rechtspersoon naar publiekrecht
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, RIJKSWATERSTAAT,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres,
advocaten mrs. B.S. ten Kate en R.C.K. van Andel te Arnhem,
tegen

1.[gedaagde sub 1],

wonende te [woonplaats],
en

2.[gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats],
gedaagden,
advocaat mr. A.H. van der Wal te Leeuwarden.
Eiseres zal hierna de staat worden genoemd. Gedaagden zullen hierna afzonderlijk
[gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en gezamenlijk [gedaagden] genoemd worden.

1.Het verzoek tot aanvulling

1.1.
Bij brief van 25 juni 2015 heeft mr. Van Andel namens de staat de rechtbank verzocht om aanvulling van het op 24 juni 2015 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de rechtbank alsnog beslist op het punt over de bij het vonnis te voegen kaartweergaven, die de staat als productie 1 aan de dagvaarding heeft gehecht.
1.2.
De rechtbank heeft [gedaagden] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
1.3.
Bij brief van 30 juni 2015 heeft mr. Van der Wal namens [gedaagden] aan de rechtbank bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 24 juni 2015 is verzuimd te beslissen op het door mr. Van Andel in haar voormelde brief aangegeven onderdeel van de vordering. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat na nr. 5.1., na "eigendom van [gedaagden]" van het op 24 juni 2015 tussen de staat en [gedaagden] gewezen vonnis dient te worden toegevoegd
“zoals afgebeeld op de als productie 1 bij de dagvaarding aangehechte kaartweergaven, die aan dit vonnis zijn gehecht”,
3.2.
bepaalt dat deze aanvulling onder de vermelding van de datum 8 juli 2015 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 24 juni 2015,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 24 juni 2015 na ontvangst van deze aanvullende beslissing aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.K. Hoogslag en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2015 in tegenwoordigheid van de griffier. [1]

Voetnoten

1.type: