Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
GEBRUIKSOVEREENKOMST
bijlage 3).
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
het depot-bedrag);
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 816,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft het Tenniscentrum de Healthclub in kort geding gedagvaard met als doel de vrijgave van een depotbedrag van € 119.000,00 dat door de Healthclub was gestort in verband met een gebruiksovereenkomst. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juni 2015, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. Het Tenniscentrum stelt dat de depotovereenkomst op 6 maart 2015 is ontbonden en dat de Healthclub daarom het depotbedrag aan hen moet uitkeren. De Healthclub verzet zich hiertegen en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van het Tenniscentrum.
De voorzieningenrechter overweegt dat bij een vordering in kort geding tot betaling van een geldsom terughoudendheid is geboden. De rechter moet niet alleen de vordering van de eisende partij beoordelen, maar ook het spoedeisend belang en het restitutierisico in overweging nemen. De voorzieningenrechter oordeelt dat het Tenniscentrum onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang voor de uitbetaling van het depotbedrag. Daarom wordt de vordering van het Tenniscentrum afgewezen en wordt het Tenniscentrum veroordeeld in de proceskosten van de Healthclub.
De beslissing van de voorzieningenrechter is dat de vorderingen van het Tenniscentrum worden afgewezen en dat zij de proceskosten moeten vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken op 8 juli 2015 door mr. J.A. Werkema.