ECLI:NL:RBNNE:2015:3316

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2015
Publicatiedatum
8 juli 2015
Zaaknummer
3789279 \ CV EXPL 15-503
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging arbeidsvoorwaarden en flexibele inroostering in de zorgsector

In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen een zorgmedewerker, [eiseres], en haar werkgever, Stichting Interzorg Noord-Nederland, over de wijziging van haar arbeidsvoorwaarden. De werkgever, geconfronteerd met veranderingen in de financiering van de zorg, heeft besloten om de inroostering van medewerkers flexibeler te maken. [Eiseres] heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, omdat zij haar privéleven heeft ingericht op haar huidige werktijden en zich beroept op verworven rechten. De kantonrechter heeft de driedubbele redelijkheidstoets van Stoof-Mammoet II toegepast en geconcludeerd dat de werkgever een redelijke aanleiding heeft voor de wijziging en dat van [eiseres] in redelijkheid kan worden gevergd om in te stemmen met de nieuwe inroostering. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor flexibiliteit in de zorgsector en de afweging tussen de belangen van de werknemer en de werkgever.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 3789279 \ CV EXPL 15-503
vonnis van de kantonrechter van 8 juli 2015
in de zaak van
[eiseres],
hierna te noemen: [eiseres],
wonende te [woonplaats], [adres],
eiseres,
gemachtigde: mr. M.J.W. Kruyskamp te Assen,
tegen
De stichting Stichting Interzorg Noord-Nederland,
hierna te noemen: Interzorg,
gevestigd te 9401 JP Assen, Beilerstraat 221 221,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M. Walvius.

De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 25 maart 2015, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd.
1.2
Ter uitvoering van dit tussenvonnis is op 26 mei 2015 een comparitie na antwoord gehouden. Daarvan is een proces-verbaal opgemaakt dat bij de stukken zit.
1.3
Tot slot is in overleg met partijen bepaald dat de kantonrechter vonnis zal wijzen.

De vaststaande feiten

2.1
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2
[eiseres] is sinds 17 maart 1986 werkzaam bij (de rechtsvoorgangers van) Interzorg, zulks in de functie van medewerker voedingsdienst. Het brutoloon bedraagt thans € 970,00 bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantiegeld. In de arbeidsovereenkomst is geen wijzigingsbeding opgenomen.
2.3
In het aanhangsel van 28 augustus 1991 bij de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat
[eiseres] van maandag t/m vrijdag werkzaam is van 8:00 uur tot 12:15 uur, zulks gedurende
20 uur per week. Dit urenaantal is nog eens bevestigd op 25 juli 1997. In de praktijk werkt
[eiseres] sinds 1 december 2005 niet meer op de vrijdagen, zodat zij in feite 16 uur per week werkzaam is. In het gespreksformulier Functioneringsgesprek van 24 oktober 2007 is opgenomen dat [eiseres] niet in de weekeinden zal worden ingedeeld. Dit wordt in het betreffende stuk omschreven als een 'verworven recht’.
2.4
In 2011 heeft Interzorg binnen haar organisatie een project opgestart, te weten “Interzorg in beweging”. Dit project is in het leven geroepen om beter aan de wensen en de vraag van de cliënten te voldoen. De gevolgen van dit project zijn dat de werknemers van Interzorg te maken krijgen met f1exibele inroostering. Ten gevolge van dit project wil Interzorg in 2011 bereiken dat ook [eiseres] flexibel wordt ingezet. Bij brief van 18 april 2011 heeft [eiseres] tegen deze voorgenomen inroostering geprotesteerd op grond van haar afspraken en verworven rechten. Uiteindelijk is het niet tot de bewuste inroostering gekomen.
2.5
In haar brief van 9 december 2013 geeft Interzorg aan dat [eiseres] alsnog op andere dagen, tijdstippen en in het weekeinde werkzaam zal moeten zijn. Bij brief van 8 januari 2014 heeft [eiseres], althans haar gemachtigde tegen de voorgenomen inroostering geprotesteerd. Daarbij is onder andere verwezen naar artikel 4.2 van het Sociaal Plan. Dit artikel geeft aan dat verworven rechten geïnventariseerd zullen worden en alsnog schriftelijk worden vastgelegd. Uiteindelijk heeft [eiseres] onder protest op 2 mei 2014 een avonddienst gedraaid.
2.6
In augustus 2014 wordt [eiseres] andermaal ingeroosterd voor avonddiensten. Bij
e-mailbericht van 11 augustus 2014 is hiertegen geprotesteerd. Bij e-mailbericht van
25 augustus 2014 is in dit verband om verhinderdata gevraagd in verband met een te starten kort geding. Uiteindelijk is het kort geding niet doorgegaan.
2.7
Uit de roosters van januari en februari 2015 blijkt dat [eiseres] op 7 januari en
12 februari 2015 voor avonddiensten staat ingepland. Een avonddienst duurt van 16.00 tot 20.00 uur. Tevens staat [eiseres] op 1 januari 2015 - een feestdag - ingepland voor een ochtenddienst. [eiseres] heeft deze avonddiensten verricht.
2.8
Veelvuldig overleg tussen partijen heeft niet tot een oplossing geleid.

De vordering en het verweer, samengevat en zakelijk weergegeven

3.1
[eiseres] vordert de veroordeling van Interzorg om [eiseres] tot op het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd niet meer in te roosteren op algemeen erkende feestdagen, in de weekeinden en op weekdagen van 16.00 tot 20.00 uur, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere keer dat Interzorg in strijd met deze veroordeling handelt, kosten rechtens. [eiseres] beroept zich voor haar vordering op de vaststaande feiten en stelt daartoe nog het volgende. [eiseres] kan in redelijkheid niet gehouden worden te werken in avonddiensten en op de hiervoor genoemde dagen. [eiseres] beroept zich op de tussen partijen vastgelegde werktijden en haar verworden rechten. [eiseres] heeft haar privéleven ingericht rondom de avonden. Zij is lid van de vereniging Het Huus van de bal, de Historische Vereniging in Smilde en van een vrijwilligersvereniging. Dit betekent dat [eiseres] veelvuldig 's avonds vergadert. Tevens tennist [eiseres] meerdere malen per week met vrienden en kennissen in de avond. Daarbij komt dat er voldoende collega's zijn die 's avonds kunnen werken. Dezen hebben immers op de betreffende functie met bijbehorende werktijden gesolliciteerd. Daarbij werken er bij Interzorg zo'n 1.500 medewerkers. [eiseres] is 63 jaar oud en werkt slechts 16 uur week. Het belang van de organisatie van Interzorg is dus zeer beperkt, zowel in omvang als in duur.
3.2
Interzorg heeft verweer gevoerd met als conclusie afwijzing van de vordering van
[eiseres], met veroordeling van [eiseres] in de kosten van de procedure. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd. De zorg die Interzorg aan ouderen verleent, is onderverdeeld in drie categorieën, te weten: wonen met omgevingszorg (onder andere dagopvang), bijzondere zorg en behandeling (onder andere revalidatie, psychogeriatrische zorg) en wijkzorg. De zorg wordt beschreven in een zorgzwaartepakket (zzp). Dit zzp wordt bepaald door het Centrum Indicatie-instelling Zorg (CIZ) op basis van door haar afgegeven indicatiebesluiten. Vóór de invoering van het zzp ontvingen instellingen zoals Interzorg een vaste financiële vergoeding per bed. Teneinde nodeloze leegstand van bedden tegen te gaan, kosteneffectiviteit te vergroten en concentratie van cliënten met eenzelfde of vergelijkbare hulpvraag te bevorderen, is het zzp ingevoerd. De wijziging van een vast bedrag per bed naar financiering op basis van zorgzwaarte, die per 1 januari 2009 is ingevoerd, stelt eisen aan alle aspecten van de bedrijfsvoering van Interzorg. Met invoering van het zzp zijn inkomsten van Interzorg rechtstreeks gekoppeld aan de geleverde prestaties. In verband hiermee was het nodig een nieuw zzp-bedrijfsmodel te ontwikkelen. Dit model en de daarbij horende cliëntgerichte benadering vergen een geheel eigen wijze van personeelsinzet en planning. De zorgbehoefte van de cliënt staat 24 uur per dag en 7 dagen per week centraal, wat hoge eisen stelt aan de beschikbaarheid en het deskundigheidsniveau, de omvang van de uren en de inzet van medewerkers. Voorts bleek dat er medio 2010 meer uren aan formatie werden ingezet dan vanuit zzp’s geboden kon worden. Kortom: de personeelskosten per cliënt waren hoger dan de vergoeding die Interzorg vanuit de AWBZ per cliënt ontving. De verandering in de financiering van de zorg maakte het absoluut noodzakelijk dat Interzorg haar organisatie aanpaste. Daartoe zijn het Plan van Aanpak "Interzorg in Beweging" en het Sociaal Plan 2010-2012 tot stand gekomen. Interzorg ontkomt er niet aan ook [eiseres] flexibel in te zetten, hoewel Interzorg zoveel mogelijk rekening houdt met de wensen van [eiseres]. De transitie in de zorgzwaartebekostiging bracht aan het licht dat per dag drie uur te veel werd ingezet. Teneinde binnen deze uren te komen was het noodzakelijk flexibilisering in de planning aan te brengen. Omdat alle medewerkers voedingsdienst vaste contracten hebben, kon het niet anders dan dat alle medewerkers - dus ook [eiseres] - alle diensten zouden gaan doen. In dit verband is een belastbaarheidsonderzoek gedaan en is onderzocht of [eiseres] voor een andere functie in aanmerking kwam. Dat bleek niet het geval. Interzorg meent dat, ook al zou sprake zijn van een verworven recht, dit niet meebrengt dat Interzorg geen wijziging kan aanbrengen. Naar de mening van Interzorg kan de voorgestelde wijziging de driedubbele redelijkheidstoets van "Stoof-Mammoet" doorstaan.

De beoordeling

4. De kantonrechter overweegt als volgt. Tussen partijen staat vast dat in de arbeidsovereenkomst geen wijzigingsbeding is opgenomen. Dat betekent dat de op grond
van art. 7:611 Burgerlijk Wetboek in de jurisprudentie ontwikkelde criteria (Stoof-Mammoet II) van toepassing zijn, te weten: Is sprake van een redelijke aanleiding? Is het een redelijk voorstel? en Kan in redelijkheid aanvaarding van de werknemer worden gevergd?
Is sprake van een redelijke aanleiding?
5. Ter comparitie heeft [eiseres] de redelijke aanleiding voor Interzorg niet betwist. Voor zoveel nodig dan ook overweegt de kantonrechter dat uit de niet weersproken uiteenzetting van Interzorg over de aanleiding tot de wijzigingen in haar organisatie, zoals verkort weergegeven in overweging 3.2, voldoende blijkt van een redelijke aanleiding en een noodzaak tot flexibilisering van de inzet van alle medewerkers.
Is het een redelijk voorstel?
6.1
In de kern komt het voorstel, aldus Interzorg, neer op flexibele inroostering van alle medewerkers, waaronder ook de medewerkers voedingsdienst zoals [eiseres]. Per dag was er sprake van een wisselende inzet van medewerkers. Dit werd veroorzaakt door het bestaan van kleine contracten met individuele afspraken. De reorganisatie heeft ook als doel om de kwaliteit van zorg op dit vlak te verbeteren. Daarom is er geen ruimte meer voor individuele afspraken, mede vanwege de precedentwerking die daarvan zal uitgaan. Als de individuele afspraken met [eiseres] gecontinueerd zouden worden, zullen andere medewerkers zich hierop beroepen. Daarom kan Interzorg geen garantie geven dat de afspraken gecontinueerd zullen worden. In verband met de klantvraag moeten de werkzaamheden constant worden aangepast; dat geldt ook voor het rooster. Op grond van een met de ondernemingsraad vastgesteld Roosterstatuut wordt per team in onderling overleg een rooster van telkens dertien weken opgesteld. Daarbij kan zoveel mogelijk met de wensen van [eiseres] rekening worden gehouden, wat ook blijkt uit de haar inroostering over de jaren sinds 2009. Maar vaste afspraken zijn daarbij losgelaten in die zin dat Interzorg een 24/7-organisatie is geworden waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen feestdagen en weekeinden. Interzorg houdt zich aan de CAO als het gaat om de eisen die aan vrije dagen en weekeinden worden gesteld. Het proces wordt voortdurend gemonitord. Als er uitzonderingen worden gemaakt op het rooster voor collega's van [eiseres], dan heeft dit te maken met afwijkingen die noodzakelijk zijn voor de klantzorg. Het voorbeeld van [eiseres] omtrent de feestdagen in 2015 heeft ermee maken dat in 2015 toevallig veel van haar 'vrije dagen' op feestdagen vielen. Dat kan de komende jaren heel anders uitpakken. Dit moet binnen het team worden opgelost.
6.2
[eiseres] brengt daar tegenin, dat zij niet begrijpt hoe een klein contract als het hare belangrijk is voor Interzorg en waarom daar niet omheen geroosterd kan worden. Zij heeft zich altijd flexibel opgesteld en daarom op vrijdagen en op avonden gewerkt. Zij wil in het belang van de organisatie en de collega's flexibel zijn in noodgevallen. Interzorg zegt geen uitzonderingen meer te willen maken, maar [eiseres] heeft diverse voorbeelden waarin wel uitzonderingen zijn gemaakt. Per leidinggevende wordt zeer wisselend omgegaan met de roosters. Omdat er maar vijf directe collega's zijn, is ruilen heel moeilijk, zo niet onmogelijk. Verder is van belang dat voor de zorgassistent de zorgvraag minder van belang is. Of er
30 bewoners zijn of meer maakt voor het moment waarop koffie of thee geserveerd wordt, niet uit. Zij vreest dat Interzorg haar de komende jaren structureel op andere tijden zal inroosteren. Een goed voorbeeld hiervan is dat [eiseres] in het eerste kwartaal van 2015 zes keer op feestdagen is ingeroosterd, terwijl deze dagen evenredig zouden worden verdeeld. Voor [eiseres] is deze kwestie een principekwestie. Zij vindt dat Interzorg zich aan de in het contract afgesproken uren moet houden.
6.3
De kantonrechter stelt voorop dat het feit dat er over de werktijden afspraken zijn gemaakt in de arbeidsovereenkomst en dat deels sprake is van verworven rechten, niet betekent dat deze nooit meer gewijzigd kunnen worden. Op basis van art. 7:611 BW, kort gezegd: goed werkgever- en goed werknemerschap, kan onder omstandigheden van partijen worden gevergd de afspraken bij te stellen.
Bij de beoordeling weegt de kantonrechter mee dat de inroostering gebeurt op basis van een Roosterstatuut dat in overleg met de ondernemingsraad tot stand is gekomen. Tevens wordt de inroostering gemonitord zodat bijstelling kan plaatsvinden waar nodig.
De kantonrechter sluit zich aan bij het argument van Interzorg dat zij geen ruimte meer biedt voor individuele afwijkende afspraken, mede vanwege de precedentwerking die daarvan zal uitgaan. Als de individuele afspraken met [eiseres] gecontinueerd zouden worden, kunnen andere medewerkers zich daarop beroepen. Dat Interzorg dus geen garantie kan geven op continuering van de afspraken, acht de kantonrechter terecht.
Uit de gegevens van Interzorg in punt 5.1 van de conclusie van antwoord, blijkt dat [eiseres] sinds 2009 flexibel is ingezet. Het aantal keren dat zij 's avonds, op vrijdagen of in het weekeinde is ingeroosterd, is - zeker de laatste jaren - beperkt geweest. Kennelijk is de eerste helft van 2015 daarop een uitzondering, maar, zoals Interzorg al heeft aangegeven, kan dit toeval zijn en zou dit ook binnen het team moeten worden opgelost. Uit het voorstel van Interzorg volgt dat [eiseres] niet alle dagen in de avond hoeft te werken, of alle vrijdagen en/of weekeinden. Voor zover [eiseres] terecht stelt dat leidinggevenden verschillend omgaan met de inroostering - dit is door Interzorg tegen gesproken - doet dit op zich aan de redelijkheid van het voorstel niet af, maar moet dit in de uitwerking worden opgelost. Afgaande op de toezegging van Interzorg dat met de wensen van [eiseres] zo veel als mogelijk rekening wordt gehouden, acht de kantonrechter het voorstel van Interzorg redelijk.
Kan in redelijkheid van [eiseres] medewerking worden gevergd?
7. [eiseres] stelt dat zij haar privéleven heeft ingericht rondom de avonden. Zij is lid van de vereniging Het Huus van de bal, de Historische Vereniging in Smilde en van een vrijwilligersvereniging. Dit betekent dat [eiseres] veelvuldig s-avonds vergadert. Tevens tennist [eiseres] meerdere malen per week met vrienden en kennissen in de avond. [eiseres] is 63 jaar oud en werkt slechts 16 uur week. Het belang van de organisatie van Interzorg is dus zeer beperkt, zowel in omvang als in duur.
Daartegenover staat het bedrijfseconomisch en financieel belang van Interzorg. Onweersproken is gebleven de stelling van Interzorg dat er een causaal verband is tussen financiën en de zorg. Geen cliënt betekent dat er ook geen geld beschikbaar is. Daar wordt, aldus Interzorg, heel scherp op gestuurd en de verwachting is dat dit in de toekomst alleen maar sterker zal zijn. Binnen Interzorg is merkbaar dat de budgetten naar beneden worden afgeroomd. Binnen de speelruimte die Interzorg heeft wordt niet alleen een groot beroep gedaan op de cliënten maar ook op de medewerkers, in goed overleg met de OR en de vakbonden.
De kantonrechter overweegt allereerst dat [eiseres] de afgelopen jaren op middagen en avonden, op vrijdagen en in de weekeinden heeft gewerkt. Blijkbaar viel dat in te passen in het vrijetijdsbesteling. Daarbij acht de kantonrechter in het kader van een belangenafweging het bedrijfseconomisch en financieel belang van Interzorg van groter gewicht dan de vrijetijdsbesteding van [eiseres]. Dit gegeven de causaliteit tussen financiën en zorg, de steeds scherpere aansturing op de financiering met gevolgen voor de organisatie van Interzorg en het feit dat van alle medewerkers om die reden een flexibele inroostering wordt verlangd.
Dit alles afwegende is de kantonrechter van oordeel dat van [eiseres] in redelijkheid haar medewerking aan het voorstel van Interzorg kan worden gevergd.
8. De slotsom van al het voorgaande is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] zal afwijzen.
9. [eiseres] zal als de in het ongelijk gesteld partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, zoals hierna in de beslissing is vermeld.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering van [eiseres] af;
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Interzorg begroot op € 500,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, met bepaling dat [eiseres] over deze kosten de wettelijke rente verschuldigd zal zijn vanaf acht dagen na betekening van dit vonnis.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2015 door de kantonrechter mr. M.B.W. Venema.
typ/conc: 552 / GJJS
coll: