ECLI:NL:RBNNE:2015:3191

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
6 juli 2015
Zaaknummer
C18/157318/KG ZA 15-162
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over incasso door WARCLOUD SC LIMITED tegen WSY B.V.

Op 1 juli 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen WARCLOUD SC LIMITED, eiseres, en WSY B.V., gedaagde. WARCLOUD SC LIMITED, een rechtspersoon naar het recht van Cyprus, had WSY B.V. gedagvaard in verband met een incassovordering. Gedaagde is niet verschenen tijdens de procedure, waardoor de voorzieningenrechter verstek heeft verleend.

De voorzieningenrechter heeft het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond geacht en heeft de vordering toegewezen. WSY B.V. is veroordeeld om aan WARCLOUD SC LIMITED een bedrag van € 852.451,82 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is WSY B.V. veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 4.485,19.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat WARCLOUD SC LIMITED het bedrag kan incasseren voordat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. L.T. de Jonge op dezelfde datum.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/157318 / KG ZA 15-162
Vonnis in kort geding van 1 juli 2015
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van de Republiek Cyprus
WARCLOUD SC LIMITED,
gevestigd te Mesa Geitonia, Limassol (Cyprus),
eiseres,
advocaat mr. M.J. Mookhram,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WSY B.V.,
gevestigd te ([postcode]) Groningen, [adres],
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de mondelinge behandeling;
  • het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 94,19
- griffierecht 3.864,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal € 4.485,19

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 852.451,82, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over het bedrag van € 846.444,60 vanaf de vervaldatum van de respectieve facturen tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 4.485,19, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de achtste dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.T. de Jonge en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2015. [1]

Voetnoten

1.type: mb