ECLI:NL:RBNNE:2015:3033
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verkoop en levering van cocaïne en xtc door verdachte in Leeuwarden
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die op meerdere data tussen 1 juni 2013 en 22 juni 2014 in Leeuwarden betrokken was bij de verkoop en levering van cocaïne en xtc, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 26 februari 2015 uitspraak gedaan. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. H.D. Postma, verscheen ter terechtzitting op 12 februari 2015. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J.L. van den Broek. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van hoeveelheden cocaïne en xtc-pillen, die onder de Opiumwet vallen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de feiten en heeft de vordering van de officier van justitie, die onder andere een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf vroeg, in grote lijnen toegewezen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte heeft zich gedurende een jaar op grote schaal beziggehouden met de handel in verdovende middelen, wat niet alleen schadelijk is voor de gezondheid, maar ook leidt tot overlast en criminaliteit. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 240 dagen opgelegd, waarvan 204 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en reclasseringstoezicht. Daarnaast is een taakstraf van 240 uren opgelegd, met vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het overige ten laste gelegde, dat niet bewezen kon worden.