ECLI:NL:RBNNE:2015:2924
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over Wob-verzoek aan Regisseur Studenten Reisrecht B.V.
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een student uit Haren, en de Regisseur Studenten Reisrecht B.V. (RSR). Eiser had bij de RSR een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om informatie te verkrijgen. De RSR weigerde dit verzoek met de stelling dat zij geen bestuursorgaan is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat de RSR wel degelijk als bestuursorgaan kan worden aangemerkt, omdat zij een publieke taak vervult in het kader van de studiefinanciering en het studentenreisproduct.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de RSR een privaatrechtelijke rechtspersoon is en niet voldoet aan de criteria om als bestuursorgaan te worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is bepaald dat voor de kwalificatie als bestuursorgaan aan bepaalde inhoudelijke en financiële vereisten moet worden voldaan. De rechtbank concludeert dat de RSR niet als bestuursorgaan kan worden aangemerkt, omdat zij gefinancierd wordt door vervoersbedrijven en niet onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan opereert.
Hierdoor verklaart de rechtbank zich onbevoegd om van het beroep van eiser kennis te nemen. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van bestuursorgaan in de Awb en de voorwaarden waaronder privaatrechtelijke rechtspersonen als zodanig kunnen worden aangemerkt. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.