RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
LOCATIE ASSEN
Beschikking d.d. 29 mei 2015
Zaaknummer C/19/109208 / FA RK 15-459
Beschikking van de tweede enkelvoudige kamer in de zaak van:
1. [verzoeker 1],
2. [verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats], [adres]
verzoekers hier na te noemen [verzoeker 1] en [verzoeker 2] respectievelijk de minderjarigen,
advocaat mr. J.E. de Wijn.
Verloop van de procedure
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 februari 2015, heeft Mr. Wijn, namens de minderjarigen [verzoeker 1], geboren op [geboortedatum 1] 2002 in de gemeente Zaanstad en [verzoeker 2], geboren op [geboortedatum 2] 2004 in de gemeente Zaanstad, de rechtbank verzocht om over te gaan tot het aanstellen van een bijzondere curator.
De minderjarige [verzoeker 1] is gehoord door de rechtbank op 15 april 2015. Alhoewel behoorlijk opgeroepen is de minderjarige [verzoeker 2] niet verschenen.
De rechtbank heeft kennis genomen van het schrijven (met bijlagen) van de moeder van de minderjarigen, mevrouw [moeder], d.d. 11 maart 2015 en het schrijven (met bijlagen) van de vader van de minderjarigen, de heer [vader], d.d. 12 maart 2015.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het schrijven (met bijlagen) van mr. H.Q.N. Renon van 24 april 2015.
De rechtbank heeft de zaak behandeld ter zitting van 29 april 2015.
- mr. J.E. de Wijn (namens de minderjarigen);
- dhr. [vader] (vader van de minderjarigen), bijgestaan door mr. H.Q.N. Renon;
- mevr. [moeder] (moeder van de minderjarigen);
- dhr. J. Zijlstra (namens de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen: de Raad).
Mr. J.E. de Wijn en mr. H.Q.N. Renon hebben ter zitting pleitnotities overgelegd.
Vaststaande feiten
In deze procedure wordt van de volgende feiten uitgegaan:
- de heer [vader] en mevrouw [moeder] zijn met elkaar gehuwd geweest, in 2011 zijn zij uit elkaar gegaan;
- uit hun huwelijk zijn geboren de thans nog minderjarige kinderen:
[verzoeker 1], geboren op [geboortedatum 1] 2002 in de gemeente Zaanstad en
[verzoeker 2], geboren op [geboortedatum 2] 2004 in de gemeente Zaanstad;
- de ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen;
- bij beschikking van 25 juni 2013 zijn de minderjarigen onder toezicht gesteld, welke ondertoezichtstelling is geëindigd op 24 juni 2014;
- bij beschikking van 4 september 2013 is door de rechtbank Noord- Nederland het hoofdverblijf van de minderjarigen vastgesteld bij vader, welke beschikking is bekrachtigd door het Gerechtshof op 6 mei 2014;
- de rechtbank heeft zich alvorens te beslissen laten adviseren door de Raad voor de Kinderbescherming.