Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie en reconventie
4.De beoordeling
€ 100,08
€ 1.351,02
€ 962,56
€ 2.989,00
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, gaat het om de verevening van pensioenrechten na de echtscheiding van partijen. De rechtbank heeft op 3 juni 2015 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde]. De partijen waren gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben hun huwelijk in 2006 ontbonden. Tijdens de procedure is vastgesteld dat er geen afspraken zijn gemaakt over de verevening van pensioenrechten. [eiser] vordert dat [gedaagde] meewerkt aan de verevening van de pensioenrechten die tijdens het huwelijk zijn opgebouwd. [gedaagde] heeft in reconventie vorderingen ingesteld tegen [eiser], waaronder het verstrekken van financiële gegevens en het betalen van bedragen die volgens haar aan haar toekomen. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] in conventie grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vordering tot verstrekking van informatie, die is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet heeft aangetoond dat [eiser] pensioen heeft opgebouwd in eigen beheer of bij een pensioenverzekeraar. De rechtbank heeft de vorderingen in reconventie van [gedaagde] afgewezen, omdat zij niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.