een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL01SC 2011056811-2, d.d. 5 juli 2011, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
In december 2009 waren we in [pleegplaats 2]. Daarna zijn we een hele poos thuis gebleven. Ik ben toen niet aan het werk geweest. We deden alleen maar leuke dingen en leuke dingen kosten geld. Toen werd de druk op mij gelegd dat als we leuke dingen wilden gaan doen ik maar moest werken. Anders kon hij wel een ander meisje regelen maar dan moest ik accepteren dat hij nog een vriendin had.
V: [verdachte] begon toen over [pleegplaats 3]. Om dan twee of drie keer aan het werk te gaan.
A: Ik gaf aan dat ik daar veel moeite mee had. Hij bleef op mij inpraten en dat ik het los moest zien van hetgeen wij hadden en seks met anderen. Hij manipuleerde mij als het ware. Andere meiden konden het ook. Het zou maar drie keer zijn. Toen wilde ik niet zien dat ik
werd gemanipuleerd. Ik ging zo in hem op dat ik het niet wilde zien. Ik dacht; die drie keer heb ik wel over voor ons. Ik kan dan daarna nog wel stoppen als ik het niet meer zou willen. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. We zijn toen naar [pleegplaats 3] gegaan. [verdachte] had mij een telefoonnummer gegeven en ik moest dan zelf daarheen bellen. Ik weet niet waar hij het geld vandaan had voor de kamerhuur. [verdachte] belde mij wel om het uur of twee uur om te zien hoeveel ik had verdiend. [verdachte] kwam mij in [pleegplaats 3] ophalen en dan was hij erg trots op mij en was erg lief tegen mij omdat ik 650 euro had verdiend. Dat gedrag van hem woog op tegen het feit dat ik daar stond.
De keer daarna in [pleegplaats 3] was niet spectaculair en het werd niet door [verdachte] gewaardeerd dat ik eerder terug was gekomen. [verdachte] was chagrijnig. Hij zei: zo komen we er nooit uit. Ik had volgens hem nog door moeten zetten. Ik ben nog een keer in mijn eentje drie dagen in [pleegplaats 3] geweest. [verdachte] heeft mij afgezet. [verdachte] belde mij continue.
Elke keer was het geld weer op en moest ik weer opnieuw drie dagen werken. Ik moest geduld hebben. Elke keer dat ik weer terug was liet hij het merken en gingen we op stap en gaf hij zo 300 euro op een avond uit, kocht kleren voor zichzelf en was het geld weer op.
Hij zou een potje regelen waar we geld in zouden doen en het er niet uit zouden kunnen halen. Dat potje kwam er niet. Ik heb toen een ander potje gepakt maar kwam wel tot de ontdekking dat er steeds veel te weinig geld in zat. Ik had afspraken met hem gemaakt dat hij niet meer dan 50 euro mee zou nemen. Achteraf merkte ik weer dat hij 400 euro mee had genomen en dit had vergokt, of aan drank opgemaakt.
Vanaf april begonnen we wel met naar [pleegplaats 4] te gaan. In [pleegplaats 4] waren de kosten 220 euro voor twee dagdelen en 80 euro waar we sliepen. Als ik in de ochtend aan het werk ging nam ik pas pauze als ik 300 of 350 had verdiend. In de avond was het streven om minimaal 500 euro te verdienen.
V; Wat gebeurde er met het geld.
A: Ik liet het altijd in het hotel of bij [verdachte]. Ik heb er eigenlijk nooit wat aan gehad. [verdachte] hield het altijd bij zich. Als we teruggingen mocht ik het even vasthouden voor het gevoel en dan kwamen we thuis en dan moesten we rekeningen betalen. Dat waren voornamelijk zijn boetes. Hij maakte eigenlijk het geld op. We zouden eigenlijk sparen maar dat gebeurde niet. Ik heb wel geprobeerd om geld achter te houden maar dat heb ik wel gevoeld. Ik kreeg dan klappen van hem. Ik mocht vooral niets uitgeven. Ik heb een keer 50 euro gepakt en dat werd niet door hem gewaardeerd. Ik mocht niet aan het geld komen. Alleen hij. Hij telde het geld ook altijd. Ik heb hem verteld dat we moesten gaan sparen omdat we er anders nooit uit zouden komen. Toen ik merkte dat hij steeds geld uit het potje pakte ben ik het gaan verstoppen. Dat wilde hij niet en kreeg ik klappen. Ik ging het verstoppen omdat er maar steeds geld bleef verdwijnen. Als [verdachte] thuis kwam ging hij direct het geld tellen en zei tegen mij dat ik geen geld mocht pakken.
V: Wat gebeurde er met het geld van een dag werken?
A: [verdachte] kwam mij ophalen. We kochten dan eten. In het hotel vroeg hij direct waar ik het geld had. Ik gaf het dan aan hem en begon hij te tellen. [verdachte] gaf mij dan het geld voor de huur voor de volgende dag, meestal maar voor een dagdeel, en de rest hield hij zelf.
V: Wie bepaalde wat je moest doen.
A; [verdachte] bepaalde wat ik wel en niet moest doen. Ik mocht niet teveel praten met de meiden. Pijpen, neuken en wijs maken dat ik SM kon doen. Ik heb daar wel veel moeite mee gehad. Ik ben niet zo'n dominant typje. Ik moest dat wel doen van [verdachte].