Uitspraak
Tenlastelegging
Bewijsvraag
Strafbaarheid van het feit
medeplegen van afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 16 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van afpersing. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, op 13 oktober 2013 in [pleegplaats] op de openbare weg [straat] de aangever [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn mobiele telefoon en portemonnee door middel van geweld en bedreiging. De rechtbank baseerde haar oordeel op verklaringen van de aangever en getuigen, die bevestigden dat de verdachte en zijn medeverdachten de aangever hebben achtervolgd, geslagen en met een riem hebben bedreigd. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. F.H. Kappelhof, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. B. Looijestijn. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij het feit bewezen, ondanks de verdediging die stelde dat de verdachte niet bij het incident betrokken was. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het geweld en de impact op de aangever. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een ander onderdeel van de tenlastelegging, maar achtte het medeplegen van afpersing wel bewezen. De uitspraak benadrukt de ernst van geweldsdelicten en de gevolgen daarvan voor slachtoffers.