een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, documentcode AAN-01, d.d. 10 september 2014, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum]:
V: Kun je ons misschien kort vertellen wat er met je gebeurd is de afgelopen tijd vanaf het moment van de [locatie 1] op dinsdag 26 augustus 2014.
A: Ik was op verlof in [plaats 3] met een begeleidster en nog een meisje naast mij. Ik besloot toen om weg te rennen. Ik ben toen naar [locatie 2] gegaan. Ik ben toen opgehaald door [medeverdachte]. We gingen toen naar een hotel in [plaats 4], [hotel 2]. We zijn daar een week gebleven tot de maandag daarop. Toen ik in dit hotel verbleef deed ik cardates en escort.
Ik sta op [website(s)] enzo. Er staat een nummer bij en dit nummer bellen klanten. Een vriendin van [medeverdachte] neemt dan op en zij vertelt dan aan [medeverdachte] waar ik moet zijn. Daar word ik dan heen gebracht door [medeverdachte] en dan doe ik mijn ding en dan word ik weer door [medeverdachte] terug gebracht.
V: Wie heeft de advertentie bedacht?
A: [medeverdachte].
V: Waar zijn die foto’s gemaakt.
A: In het hotel en in het eerste huurhuis ook een paar maar volgens mij staan alleen de foto’s die in [hotel 2] zijn genomen op internet.
V: Hoe ging dat met die foto’s maken.
A: [medeverdachte] zei iets van een pose of ik bedacht zelf iets. (..)
V: Je zit in het [hotel 2] van de dinsdag dat je weg bent gegaan tot maandag 1 september 2014. Daarna ging je naar je eerste huurhuis. Hoe lang was je daar?
A: Vanaf die dinsdag 2 september tot afgelopen maandag 8 september. Vanaf maandag
8 september tot gisteren heb ik in het tweede huurhuis gezeten.
V: Hoeveel klanten heb je ongeveer gehad.
A: Weet ik niet. Elke dag sowieso eentje. Op een gegeven moment miste ik het [jeugdinrichting]. Ik durfde dit niet te zeggen tegen [medeverdachte].
V: Waarom durfde je dat niet te zeggen.
A: [medeverdachte] had toch alles voor mij geregeld en ik ga mij snel schuldig voelen.
V: De telefoon werd opgenomen door een vriendin van [medeverdachte]
A: Van die vriendin weet ik niets. Ik zag alleen dat hij gebeld werd door haar en dan was het weer een escort.
V: Dan was er een afspraak gemaakt. Hoe wist jij dan wat je moest doen.
A: Dat vertelde [medeverdachte] dan aan mij. Hij zei dan tegen mij: “De klant wil dit of dat”. (..) De vriendin van [medeverdachte] sprak met de klant af wat ik met de klant ging doen. Soms werd er door deze vriendin en de klant een andere prijs afgesproken. De vriendin zei dit tegen [medeverdachte] en [medeverdachte] vertelde dat tegen mij. Zo wist ik het.
V: Je hebt net verteld dat er nog condooms en sponzen tampons in je tas zaten. Hoe zit dit.
A: De sponzen tampon gebruikte ik als ik ongesteld was en toch klanten had. De sponzen tampon was meer naar binnen gegaan en vast komen te zitten. Ik heb toen op allerlei manieren geprobeerd om de sponzen tampon eruit te trekken. [medeverdachte] kocht op een gegeven moment zelfs een oventang.
V: Heb je niet overwogen om een paar dagen te stoppen?
A: Nee, nee. [medeverdachte] zei "Doe maar gewoon weer een nieuwe in want je weet nu dat je hem er met water weer uit kunt krijgen. (..)
V: Hoe kwam je bij de klanten.
A: Met [medeverdachte]. [medeverdachte] bracht me met een huurauto bij de klanten. Dit was een Opel.
V: Heb je ook klanten in het hotel gehad.
A: Nee, ik heb geen klanten ontvangen. Ik ging soms wel naar een hotel waar klanten waren.
V: Weet je nog namen van hotels?
A: Ja, [hotel 1] in [plaats 1] volgens mij. Ik weet nog van een jonge klant. Hij was echt knap. Het was een Irakees. Dat was in [hotel 1] in [plaats 1].
V: Weet je nog wanneer dit was?
A: Afgelopen week. Het is nog niet zo lang geleden. Het was aan het einde van de periode van het eerste huurhuis.
V: Je zegt dat je niet altijd nuchter was. Waarom was dit.
A: Dan gaat het gemakkelijker bij een klant. Dan moet je een rol spelen en dan gaat het gemakkelijker als je gebruikt hebt. Ik nam wel eens een pilletje. (…)
V: Hoe kwam je aan die pilletjes.
A: Die had [medeverdachte] gefixt.
V: Wat voor pilletjes waren dit.
A: Hartjes, dat was ecstasy.
V: Je hebt [medeverdachte] ontmoet meer dan een jaar geleden. Hoe oud was je toen.
A: Ik was toen vijftien.
V: Hij was toen achtentwintig. Hoe weet hij hoe oud je bent.
A: Dat heb ik gewoon gezegd. Dat heb ik gelijk tegen hem gezegd toen ik hem ontmoette. Maar hij wist het al eerder omdat ik het ook al aan hem had geappt.
V: Heb je het wel eens over je leeftijd met [medeverdachte] gehad.
A: Jawel, want als ik achttien was dan konden we grotere dingen doen. Maar we moesten nu
oppassen omdat ik nog maar zestien ben. Omdat [medeverdachte] zei dat hij dan kon worden opgepakt omdat ik nog maar zestien ben en ik ook.