ECLI:NL:RBNNE:2015:2193

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2015
Publicatiedatum
7 mei 2015
Zaaknummer
18.720072-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hervatting van het onderzoek ter terechtzitting in de zaak van wederrechtelijk verkregen voordeel

Op 1 mei 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een beslissing genomen in de zaak tegen een verdachte die ervan verdacht wordt hennep te hebben geteeld. De rechtbank heeft bevolen dat het onderzoek ter terechtzitting met betrekking tot de behandeling van de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden hervat. Dit besluit is genomen in afwachting van de uitspraak in de strafzaak tegen de verdachte. De officier van justitie had eerder op 17 maart 2015 gevorderd dat de rechtbank het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel zou vaststellen en de verdachte zou verplichten tot betaling aan de staat van een bedrag van € 111.926,--. De behandeling van deze vordering vond plaats op 21 april 2015.

Tijdens de beraadslaging heeft de rechtbank geconcludeerd dat er nader onderzoek door de politie moet worden verricht voordat er een beslissing kan worden genomen over de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank is van oordeel dat zonder een vonnis in de strafzaak er geen beslissing kan worden genomen over de vordering. Daarom heeft de rechtbank besloten dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen dag en uur.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. A.H.M. Dölle en de rechters mr. I.M. Dölle en mr. Th.A. Wiersma, bijgestaan door griffier G.T. Zandstra-Alkema. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 mei 2015.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/720072-13
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 1 mei 2015 op een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
in de zaak tegen

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonadres].

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 17 maart 2015 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag vast zal stellen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, wordt geschat en dat de rechtbank aan voornoemde persoon de verplichting zal opleggen tot betaling aan de staat van een bedrag van € 111.926,-- ter ontneming van het uit het in de zaak met parketnummer 18/720072-13 voortvloeiende, wederrechtelijk verkregen voordeel.
De behandeling heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van 21 april 2015.

Beraadslaging

De rechtbank heeft bij vonnis van 1 mei 2015 in de strafzaak tegen verdachte bepaald dat het onderzoek ter terechtzitting dient te worden hervat omdat er nader onderzoek door de politie dient te worden verricht. De rechtbank heeft derhalve bepaald dat het onderzoek ter terechtzitting in de hoofdzaak zal moeten worden hervat op een nader te bepalen dag en uur.
De rechtbank is van oordeel dat wanneer er nog geen vonnis ten aanzien van de strafbare feiten is gewezen geen beslissing kan worden genomen op de vordering wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank zal derhalve beslissen dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.

Beslissing

De rechtbank beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen dag en uur.
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. I.M. Dölle en
mr. Th.A. Wiersma, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 mei 2015.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Dölle
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Wiersma
locatie Leeuwarden,
Zandstra-Alkema