ECLI:NL:RBNNE:2015:2023

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
C/17/134664/ HA ZA 14-200
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicaties en bescherming van eer en goede naam in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, heeft de besloten vennootschap Divitel B.V. een vordering ingesteld tegen Kabel Noord B.V. wegens onrechtmatige publicaties die de eer en goede naam van Divitel zouden hebben aangetast. De zaak betreft publicaties in de Telecompaper en het directieverslag bij de jaarrekening 2012, waarin Divitel negatief werd genoemd in verband met het niet realiseren van een IPTV-platform. Divitel vorderde een voorschot op schadevergoeding van € 15.000,-. Kabel Noord verweerde zich door te stellen dat zij niet betrokken was bij de publicatie in de Telecompaper en dat de uitlatingen feitelijk juist waren. De rechtbank heeft in haar beoordeling de botsing van de fundamentele rechten van vrijheid van meningsuiting en bescherming van de eer en goede naam in overweging genomen. Na een zorgvuldige afweging van de omstandigheden oordeelde de rechtbank dat de publicaties niet onrechtmatig waren. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd ten aanzien van andere vorderingen van Divitel en wees de vorderingen van Divitel af. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van Kabel Noord vastgesteld op € 8.092,00, terwijl Divitel in de proceskosten van Kabel Noord werd veroordeeld tot € 2.131,50. Het vonnis werd uitgesproken op 22 april 2015.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/134664 / HA ZA 14-200
Vonnis van 22 april 2015
in de zaak van
de besloten vennootschap
DIVITEL B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. Hulstein-den Hartog te Apeldoorn,
tegen
de besloten vennootschap
KABEL NOORD B.V.,
gevestigd te Dokkum,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. W.M. Sturms te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna Divitel en Kabel Noord genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 januari 2015
  • de akte van Divitel
  • de akte van Kabel Noord
  • de antwoordakte van Divitel
  • de antwoordakte van Kabel Noord.
1.2.
Ten slotte is wederom vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie

2.1.
In r.o. 4.6 van het tussenvonnis heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de conventionele vorderingen van Divitel uit hoofde van de gestelde onrechtmatige publicaties. Bij (antwoord)akte hebben beide partijen verklaard dat zij deze vorderingen geen deel willen laten uitmaken van de aanhangig te maken arbitrageprocedure en dat zij geen aanhouding op dit onderdeel van het geschil wensen. De rechtbank zal daarom nu op dit punt tot verdere beoordeling overgaan.
2.2.
Divitel legt - zakelijk weergegeven - het volgende aan de betreffende vorderingen ten grondslag. Doordat Divitel door Kabel Noord in negatieve zin is genoemd in de Telecompaper uit november 2013 en in het directieverslag bij de jaarrekening 2012 (producties 25 en 26 bij de dagvaarding), is de eer en goede naam van Divitel aangetast. Het gaat om de volgende passages:
(Telecompaper, productie 25)
"Partner Divitel kon het beoogde IPTV-platform Divisio echter niet realiseren, wat leidde tot een flinke afschrijving."
en
(Jaarrekening, productie 26)
"Zoals aangegeven, is het Divitel-project niet afgenomen. Herhaalde slechte prestaties van de leverancier hebben het vertrouwen dusdanig ondermijnd dat aan het in exploitatie nemen van de hardware te grote risico's worden toegeschreven."
Kabel Noord heeft onrechtmatig jegens Divitel gehandeld met deze publicaties dan wel door deze mogelijk te maken. Het gaat namelijk om de publicatie van feiten waarvan de juistheid door Divitel betwist is, hetgeen Kabel Noord wist. Onder verwijzing naar onder meer in de Smartengeldgids opgenomen jurisprudentie inzake de aantasting van eer en goede naam, vordert Divitel een voorschot op de in een schadestaatprocedure nader te bepalen schadevergoeding van € 15.000,-.
2.3.
Kabel Noord heeft zich - zakelijk weergegeven - als volgt tegen de betreffende vorderingen verweerd. Kabel Noord is bij de publicatie in de Telecompaper niet betrokken geweest. Hetgeen in het directieverslag bij de jaarrekening 2012 is vermeld is feitelijk gezien niet onjuist. Kabel Noord beroept zich op de vrijheid van meningsuiting; van overschrijding van de grenzen van het betamelijke is hier geen sprake. Tot slot betwist Kabel Noord het bestaan en de omvang van de schade.
2.4.
Divitel heeft bij akte haar conventionele vorderingen onder C sub 4 en 5 andermaal gerectificeerd, in dier voege dat overal in plaats van "rechtbank Assen" gelezen dient te worden "rechtbank Leeuwarden". Tegen deze eiswijziging heeft Kabel Noord geen bezwaar gemaakt. Er zal daarom recht worden gedaan op de gewijzigde eis. Ten aanzien hiervan merkt de rechtbank het volgende op. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van 1 januari 2013 tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. De zaak wordt behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland. Het gewijzigde petitum zal verbeterd worden gelezen omdat er geen twijfel over kan bestaan dat met "de rechtbank Leeuwarden" bedoeld is "de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden".
2.5.
Bij beantwoording van de vraag of de publicaties onrechtmatig zijn geweest, stelt de rechtbank voorop dat het in deze zaak gaat om de botsing van twee fundamentele rechten namelijk aan de zijde van Kabel Noord het recht op vrijheid van meningsuiting en aan de zijde van Divitel het recht op bescherming van haar eer en goede naam (HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9230, NJ 2012/571). Het antwoord op de vraag welk van beide rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval, en met inachtneming van de noodzakelijkheids- en proportionaliteitstoets. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de aard van de openbaarmakingen en de ernst van de te verwachten gevolgen hiervan voor Divitel, het belang van Kabel Noord bij het (gestelde) uiten van de mededelingen, de mate waarin de mededelingen ten tijde van het uiten ervan steun vond in het toen beschikbare feitenmateriaal, en de inkleding van de feiten.
2.6.
Naar het oordeel van de rechtbank schendt elk van de hiervoor onder 2.2 geciteerde publicaties niet de eer en goede naam van Divitel. De relevante gepubliceerde uitlatingen waarover Divitel zich beklaagt houden samengevat in dat Divitel tekort is geschoten in de levering van het interactief televisiesysteem aan Kabel Noord. Of daarvan daadwerkelijk sprake is, zal moeten blijken uit de tussen partijen te voeren arbitrageprocedure. Ook al wordt in de publicaties een eenzijdig beeld gegeven van het tussen partijen ontstane geschil over het Divisio-project, er kan niet geoordeeld worden dat hiervoor in het beschikbare feitenmateriaal geen enkele steun te vinden is. De uitlatingen bevatten bovendien niet onnodig grievende bewoordingen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt van deze uitlatingen daarom niet in te zien dat hierdoor de eer en goede naam van Divitel is geschonden. Nu Divitel ook anderszins onvoldoende kenbaar motiveert waarom deze publicaties onrechtmatig zouden zijn, oordeelt de rechtbank dat het openbaar maken daarvan door Kabel Noord - voor zover deze aan haar kunnen worden toegeschreven, hetgeen (deels) in geschil is - niet onrechtmatig was.
2.7.
De slotsom is dat de vorderingen ter zake van de gestelde onrechtmatige publicaties zullen worden afgewezen. Ten aanzien van de conventionele vorderingen tot betaling van facturen en tot het afnemen van gebruikerslicenties zal de rechtbank zich onbevoegd verklaren (vgl. r.o. 4.5 van het tussenvonnis).
2.8.
Divitel zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Kabel Noord worden vastgesteld op:
- griffierecht € 3.829,00
- salaris advocaat
4.263,00(3 punten × tarief € 1.421,00)
totaal € 8.092,00.
in (deels voorwaardelijke) reconventie
2.9.
In r.o. 4.9 van het tussenvonnis heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of zij de (onvoorwaardelijke) reconventionele vordering van Kabel Noord tot (terug)verkoop aan Divitel van de Set Top boxen en afstandsbedieningen alsnog deel willen laten uitmaken van de aanhangig te maken arbitrageprocedure. Partijen hebben deze vraag in de door hen genomen akten positief beantwoord. Gelet op dit compromis zal de rechtbank zich (ook) ten aanzien van die vorderingen onbevoegd verklaren.
2.10.
In r.o. 4.7 van het tussenvonnis heeft de rechtbank al geoordeeld dat zij niet toekomt aan de beoordeling van de (voorwaardelijke) reconventionele vorderingen strekkende tot ontbondenverklaring dan wel ontbinding van de overeenkomst van 30 september 2011 en tot (terug)betaling van de reeds betaalde facturen uit hoofde van deze overeenkomst.
2.11.
Kabel Noord zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De rechtbank hanteert bij de berekening van het salaris een factor 0,5 gezien de verwevenheid van de vorderingen in conventie en in reconventie. De kosten aan de zijde van Divitel worden vastgesteld op:
- salaris advocaat € 2.131,50 (3 punten × factor 0,5 × tarief € 1.421,00).

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
verklaart zich ter zake van de vorderingen onder A ("betaling van de openstaande facturen"), onder B sub 1 en 2 ("afname van 3.000 Divitel Divisio gebruikerslicenties") en onder D sub 1 ("buitengerechtelijke kosten") onbevoegd;
3.2.
wijst het gevorderde onder C sub 1 tot en met 5 ("onrechtmatige daad"), onder D sub 2 ("buitengerechtelijke kosten") en onder E ("kosten van dit geding") af;
3.3.
veroordeelt Divitel in de proceskosten, aan de zijde van Kabel Noord tot op heden vastgesteld op € 8.092,00;
3.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
3.5.
verklaart zich ter zake van de vordering onder III onbevoegd;
3.6.
verstaat dat de voorwaarde waaronder de voorwaardelijke reconventionele vorderingen onder I en II was ingesteld, niet is vervuld;
3.7.
veroordeelt Kabel Noord in de proceskosten, aan de zijde van Divitel tot op heden vastgesteld op € 2.131,50;
3.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2015. [1]

Voetnoten

1.c 588