De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft geprobeerd een politieagent met een mes in zijn hals/nek te steken. De agent heeft deze stekende beweging ternauwernood weten af te weren. Daarnaast heeft verdachte de politieagent en diens collega met de dood bedreigd. Door zijn handelen heeft verdachte de politieagenten grote schrik aangejaagd. Indien zij minder alert zouden hebben gereageerd, had het voorval zeer slecht kunnen aflopen.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten.
Verdachte is onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Zij concluderen dat verdachte ten tijde van de delicten leed aan een schizo-affectieve stoornis. Als gevolg daarvan had hij last van betrekkingswanen, grootheidswanen en paranoïde (achtervolgings)wanen, welke samengingen met sterke manische en agressieve uitingen. Daarnaast was sprake van afhankelijkheid dan wel misbruik van cannabis. Volgens de psychiater moet verdachte hierdoor als verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd. De psycholoog heeft geadviseerd verdachte als sterk verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De rechtbank neemt deze conclusies van de deskundigen over en gaat er vanuit dat de bewezenverklaarde feiten verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Verdachte is momenteel in het kader van het voorarrest opgenomen in de FPA te [plaats] en gebruikt medicatie tegen zijn stoornis. De psycholoog acht het ter voorkoming van recidive van groot belang dat verdachte zijn medicatie blijft innemen, zich open blijft stellen voor hulpverlening en niet opnieuw cannabis gaat gebruiken. Zij houdt rekening met de mogelijkheid dat verdachte zal stoppen met de medicatie indien hij merkt dat het beter met hem gaat. Indien dit gebeurt, zal hij achterdochtiger worden waardoor hij zich zal afkeren van hulpverlening. Indien verdachte weer cannabis gaat gebruiken, wordt de kans op een psychose vergroot. Volgens de psychiater is het aannemelijk dat verdachte vroeg of laat opnieuw agressief gedrag laat zien, indien de psychotische stoornis blijft voortbestaan, al dan niet in combinatie met het ge- of misbruik van cannabis. De psychiater en de psycholoog adviseren om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen en hem in het kader van de daaraan te verbinden bijzondere voorwaarden nog enkele maanden tot een half jaar klinisch te laten behandelen, gevolgd door een ambulante behandeling. Volgens hen zou verdachte vanuit de klinische setting moeten resocialiseren richting een passende (mogelijk begeleide) woonsituatie in combinatie met passend(e) en structurerend(e) werk/dagbesteding en hulp bij het oplossen van zijn financiële problemen.
De reclassering heeft geadviseerd verdachte te veroordelen tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast is geadviseerd om als bijzondere voorwaarden op te leggen een meldplicht, voortzetting van de behandeling bij de FPA voor de duur van maximaal twee jaar en een drugs- en alcoholverbod.
In beginsel rechtvaardigen de bewezenverklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. Hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien de persoonlijke omstandigheden van verdachte geeft echter aanleiding om daarvan af te wijken. De rechtbank kan zich grotendeels vinden in de strafvoorstellen van de officier van justitie, de psychiater, de psycholoog en de reclassering. De rechtbank zal dan ook een gevangenisstraf opleggen, waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zal de rechtbank overeenkomstig de eis van de officier van justitie bepalen op 365 dagen. De rechtbank ziet onvoldoende aanleiding om af te wijken van de gebruikelijke proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen. Gelet op de adviezen van de psychiater en de psycholoog zal zij aan de klinische behandeling echter een maximale termijn van één jaar verbinden en bepalen dat verdachte aansluitend een ambulante behandeling dient te ondergaan. Dit betekent dat de opname in de kliniek ook korter kan duren dan een jaar, indien verdachtes behandelaars daartoe aanleiding zien. Om zeker te stellen dat de reeds begonnen behandeling bij de FPA te [plaats] onafgebroken wordt voortgezet, zal de rechtbank bepalen dat de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, indien de behandeling voortijdig wordt afgebroken.