ECLI:NL:RBNNE:2015:1959

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
5 maart 2015
Publicatiedatum
22 april 2015
Zaaknummer
18.730396-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor seks met minderjarige en het filmen daarvan

Op 5 maart 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seks met een minderjarige en het filmen van deze handelingen. De zaak kwam voort uit een incident op 16 juni 2014, waarbij de verdachte, samen met een medeverdachte, betrokken was bij seksuele handelingen met een 15-jarig meisje. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het slachtoffer had gedwongen tot deze handelingen, en sprak hem vrij van de primair tenlastegelegde verkrachting. Echter, de rechtbank achtte het onder 1. subsidiair en 2. tenlastegelegde feit wel bewezen, waarbij de verdachte ontuchtige handelingen had gepleegd met het slachtoffer en daarnaast had meegewerkt aan het vervaardigen van seksuele opnames van deze handelingen. De rechtbank hield rekening met de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, die eerder al was veroordeeld voor vergelijkbare feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie. De rechtbank oordeelde dat de inbeslaggenomen mobiele telefoon van de verdachte onttrokken moest worden aan het verkeer, omdat deze was gebruikt voor het maken van ongepaste opnames.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730396-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 5 maart 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren [geboorteplaats],
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 februari 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.R. Stoeten, advocaat te Joure.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 16 juni 2014 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte en/of zijn mededader(s) zijn/hun penis in de vagina van
die [slachtoffer] duwde(n)/bracht(en) en/of dat hij, verdachte, zijn penis in de mond van die [slachtoffer] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer] had meegenomen naar de flat van verdachtes mededader en/of (vervolgens)
- dat hij verdachte en/of verdachtes mededader die [slachtoffer] (een hoeveelheid) alcoholhoudende drank heeft/hebben gegeven en/of die [slachtoffer] in de gelegenheid heeft/hebben gesteld alcoholhoudende drank te nuttigen en/of
- dat verdachte heeft gezegd/erop heeft aangedrongen dat die [slachtoffer] haar onderkleding moest uittrekken omdat hij, verdachte, seks met die [slachtoffer] wilde hebben en/of (vervolgens)
- dat verdachte die [slachtoffer] heeft meegenomen naar de/een slaapkamer van/in die flat en/of (vervolgens)
- dat hij, verdachte, (onder meer) voornoemde seksuele handeling(en) met die [slachtoffer] heeft verricht en/of
- dat (vervolgens) verdachtes mededader in dezelfde slaapkamer als waarin verdachte en/of die [slachtoffer] zich bevonden ook voornoemde seksuele handeling(en) met/bij die [slachtoffer] heeft verricht
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] tezamen en in vereniging met zijn mededader, althans alleen, een situatie heeft doen ontstaan waarin die [slachtoffer] zich niet tegen/aan de seksuele handeling(en) van hem, verdachte en/of verdachtes mededader kon en/of durfde te onttrekken en/of te verzetten en/of/aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 16 juni 2014 te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [slachtoffer] ([geboortedatum]) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] hebbende verdachte en/of zijn mededader
- zijn/hun penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht, althans geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] gehad en/of
- zijn/hun penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd/gebracht;
2.
hij op of omstreeks 16 juni 2014, te [pleegplaats], (althans) in de gemeente Smallingerland,
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een (aantal) afbeelding(en), te weten drie film(s), heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar was/waren, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- vrijspraak van het onder 1. primair tenlastegelegde;
- veroordeling voor het onder 1. subsidiair en 2. tenlastegelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarden van reclasseringstoezicht, ambulante behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie (hierna: AFP) en een alcoholverbod.

Beoordeling van het bewijs

Vrijspraak van het onder 1. primair tenlastegelegde
De rechtbank acht met de verdediging en de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het slachtoffer heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Daarbij heeft de rechtbank vooral belang gehecht aan de beschrijving van gedragingen van het slachtoffer op de filmbeelden. Deze gedragingen wijzen erop dat het slachtoffer vrijwillig aan deze handelingen heeft meegewerkt. Voorts heeft de rechtbank belang gehecht aan de omstandigheid dat meerdere getuigen relatief kort na het voorval niet aan het slachtoffer hebben geroken of (anderszins) gemerkt dat zij (veel) alcohol had gebruikt, zodat niet aannemelijk is geworden dat verdachte haar dronken heeft gevoerd. Daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de onder 1. primair tenlastegelegde verkrachting.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1. subsidiair tenlastegelegde
De rechtbank past ten aanzien van het onder 1. subsidiair tenlastegelegde feit, dat door verdachte is bekend, de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte weliswaar heeft ontkend dat hij wist dat het slachtoffer ten tijde van de seksuele handelingen 15 jaar oud was, maar dat voor de bewezenverklaring van dit feit niet is vereist dat verdachte opzet had op de omstandigheid dat het slachtoffer jonger was dan zestien jaar, aangezien dit bestanddeel is geobjectiveerd.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 februari 2015.
2. Het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02AD-2014064018-7, d.d. 9 juli 2014, inhoudende de verklaring van [slachtoffer].
Vrijspraak van het onder 1. subsidiair tenlastegelegde medeplegen
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de [medeverdachte] ook seksuele handelingen heeft verricht met het slachtoffer. De rechtbank acht evenmin bewezen dat de medeverdachte (anderszins) heeft meegewerkt aan (het tot stand brengen van) de seksuele handelingen tussen verdachte en het slachtoffer. Daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 1. subsidiair tenlastegelegde medeplegen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2. tenlastegelegde
De rechtbank past ten aanzien van het onder 2. tenlastegelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 19 februari 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb op 16 juni 2014 te [pleegplaats] seks gehad met [slachtoffer]. Ik heb haar gepenetreerd. Ik heb gemerkt dat [medeverdachte] de kamer binnenkwam terwijl wij seks hadden en dat hij op een gegeven moment vlak achter mij stond.
2. De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer 2014111582, gesloten op 22 januari 2015, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
2.1.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014064018-35, d.d. 17 november 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
[medeverdachte] stelde ons voor om even naar de slaapkamer te gaan. Volgens mij wilde hij gewoon graag even filmen. Dat ik seks met iemand heb en dat hij dat dan op film opneemt. Dat heeft hij wel vaker gedaan. (
Vraag verbalisant: Dus in feite stelt hij voor dat jullie de slaapkamer in konden gaan en dan wist jij wel wat hij bedoelde?) Ja, hij maakte een knipoog naar mij. Ik heb mijn penis in de vagina van [slachtoffer] gestopt. (…) Ik heb het [medeverdachte] wel een beetje gevraagd ofzo. Ik heb niet gezegd dat het niet mocht of zo. Ik zei: “Je doet maar”, zoiets in die trant. Hij zei tegen mij: “Ik film het even.” [medeverdachte] liep, terwijl ik seks had met [slachtoffer], rond in de slaapkamer en volgens mij ging hij ook even op het bed zitten.
2.2.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02AD-2014064018-7, d.d. 9 juli 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
Ik ben 15 jaar oud. Ik ben geboren op [geboortedatum].
2.3.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014064018-31, d.d. 10 november 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisanten dan wel één van hen:
Op 10 november 2014 hebben wij onderzoek gedaan naar digitale bestanden, afkomstig van de onder [medeverdachte] inbeslaggenomen mobiele telefoon. Wij zagen drie videobestanden, die aangemaakt waren op 16 maart 2014 (
de rechtbank begrijpt, mede op grond van de opmerking op pagina 10 van het zaaksdossier, dat bedoeld wordt: 16 juni 2014) om respectievelijk 18:51 uur, 18:53 uur en 19:04 uur. De eerste en de tweede filmopname zijn aantoonbaar in dezelfde ruimte opgenomen. Deze ruimte was kennelijk de slaapkamer. Tijdens de opnames is namelijk behang en een tweepersoons bed zichtbaar. Ik, [verbalisant], herkende het behang en het bed, zoals afgebeeld in de films, als zijnde het behang en het bed dat ik had gezien in de slaapkamer in de woning van [medeverdachte]. Het eerste filmbestand heeft de naam Video-2014-06-16-18-49-47. In het filmpje is te zien dat een blanke man kennelijk seks heeft met een blanke vrouw. Het tweede filmbestand heeft de naam Video-2014-06-16-18-52-31. Idem als het eerste filmpje. Het derde filmpje heeft de naam Video-2014-06-16-l8-59-55. In dit filmpje was slechts het kruis zichtbaar van een blanke man en een blanke vrouw. Duidelijk is te zien dat de man zijn penis in de vagina van de vrouw heeft. De man maakt met zijn penis heen en weergaande bewegingen in de vagina van de vrouw. Na 17 seconden is te zien dat een hand, van kennelijk een derde persoon, in de richting van de vagina gaat. Een van de vingers van deze derde persoon duwt tegen de billen van de vrouw. Na 93 seconden is te horen dat een man zegt: “Langzaam, langzaam, ja”. De man zegt dit in de Nederlandse taal, maar spreekt met een Noord Afrikaans accent. Na 118 seconden zegt dezelfde man: “Ja, goed zo” en na 123 seconden “Niet te langzaam, niet te langzaam, ja.”
2.4.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014064018-21, d.d. 4 november 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [medeverdachte], wonende te [pleegplaats]:
De keer dat [verdachte] seks had met een meisje op mijn bed, kwam ik naar hen kijken. [verdachte] heeft mij gevraagd of ik een opname van hen wilde maken. Ik deed dat met mijn mobiele telefoon. Ik heb opgenomen dat ze seks hadden.
3. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat de plaats [pleegplaats] is gelegen in de gemeente Smallingerland.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 2. tenlastegelegde
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 2. tenlastegelegde, omdat niet bewezen kan worden dat verdachte wist dat de medeverdachte de seksuele handelingen filmde, laat staan dat verdachte van tevoren wist dat hij dit zou gaan doen of daarvoor toestemming heeft gegeven.
De rechtbank overweegt naar aanleiding van dit verweer het volgende.
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, voordat hij seks met het slachtoffer had, wist dat de [medeverdachte] dit zou gaan filmen en dat verdachte hier uitdrukkelijk mee heeft ingestemd. De rechtbank houdt verdachte aan de verklaring die hij daarover op 17 november 2014 bij de politie heeft afgelegd. Verdachte stelt dat hij deze verklaring enkel heeft afgelegd om de verklaring van het slachtoffer ongeloofwaardig te maken. De rechtbank acht deze door verdachte gegeven reden voor het afleggen van een valse, voor hemzelf belastende verklaring niet aannemelijk. Bovendien acht de rechtbank het op basis van de beschrijving van de filmbeelden ongeloofwaardig dat verdachte niet heeft gemerkt dat de medeverdachte de seksuele handelingen filmde.
Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte gericht op het vervaardigen van filmopnames van de seksuele handelingen tussen verdachte en het slachtoffer.
Verdachte en de medeverdachte hebben weliswaar ontkend dat zij wisten dat het slachtoffer ten tijde van de seksuele handelingen 15 jaar oud was, maar voor de bewezenverklaring van dit feit is niet vereist dat zij opzet hadden op de omstandigheid dat het slachtoffer jonger was dan achttien jaar, aangezien dit bestanddeel is geobjectiveerd.
Daarom acht de rechtbank het onder 2. tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en verwerpt zij het verweer.

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen bewezen is verklaard en op grond daarvan heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. subsidiair en 2. tenlastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
1. subsidiair
hij op 16 juni 2014 te [pleegplaats], in de gemeente Smallingerland, met [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en zijn penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht;
2.
hij op 16 juni 2014 te [pleegplaats], in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander een aantal afbeeldingen, te weten drie films, heeft vervaardigd, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar waren, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer) het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. subsidiair met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
2. medeplegen van het vervaardigen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte, die destijds 22 jaar oud was, heeft seks gehad met een meisje van 15 jaar en heeft ermee ingestemd dat dit werd gefilmd door een vriend van hem. De door verdachte overtreden wetsbepalingen beogen jeugdigen te beschermen tegen het ondergaan van seksuele handelingen en het in omloop raken van afbeeldingen daarvan. Door zijn handelwijze heeft verdachte de lichamelijke en seksuele integriteit van het slachtoffer geschonden. Hij heeft geen rekening gehouden met de ongelijkwaardige positie tussen hemzelf en het slachtoffer en heeft zijn verantwoordelijkheid als volwassene genegeerd ten behoeve van de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens.
Blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie is verdachte op 12 augustus 2014 al eens eerder veroordeeld voor het hebben van seks met meisjes die jonger waren dan 16 jaar. Op het door verdachte tegen deze veroordeling ingestelde hoger beroep is nog geen beslissing genomen.
Uit de rapporten van de psychiater en de psycholoog blijkt dat verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten leed aan een (sociale) angststoornis, welke nu deels in remissie is door het gebruik van medicatie. Daarnaast was sprake van alcoholmisbruik en een persoonlijkheidsstoornis (niet nader omschreven) met antisociale en narcistische trekken. Beide deskundigen adviseren de rechtbank verdachte op grond daarvan verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren ten aanzien van het onder 1. tenlastegelegde. De psycholoog acht verdachte ook verminderd toerekeningsvatbaar ten aanzien van het onder 2. tenlastegelegde; de psychiater niet. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over, in die zin dat zij verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht ten aanzien van zowel het onder 1. als het onder 2. tenlastegelegde.
De psycholoog is van mening dat er een matig tot hoog risico op recidive is en dat de kans bestaat dat verdachte zich grensoverschrijdend blijft gedragen, wanneer de persoonlijkheidsstoornis onbehandeld blijft. Zij adviseert de rechtbank verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijk strafdeel met een lange proeftijd en de bijzondere voorwaarden van reclasseringstoezicht en behandeling bij de forensische polikliniek van de GGZ. De psychiater adviseert de rechtbank verdachte op te leggen een in aanvang klinische behandeling, gevolgd door een ambulant nazorgtraject.
De reclassering adviseert de rechtbank verdachte te veroordelen tot een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf met de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een intake en eventueel daaruit voortvloeiende behandeling bij de AFP van de GGZ in Leeuwarden en een alcoholverbod.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de bewezenverklaarde feiten een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid, artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de op 12 augustus 2014 aan verdachte opgelegde gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, zal de rechtbank de gevangenisstraf beperken tot twaalf maanden. Ook zal zij de helft van deze straf voorwaardelijk opleggen en daaraan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. De rechtbank kan zich veel voorstellen bij het advies van de psychiater om verdachte (in aanvang) klinisch te laten behandelen. Nu verdachte echter niet eerder is behandeld in een strafrechtelijk kader en concrete adviezen ten aanzien van de duur en de locatie van een klinische behandeling ontbreken, zal de rechtbank volstaan met de door de psycholoog en de reclassering geadviseerde ambulante behandeling.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen mobiele telefoon van het merk Samsung, type S5, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu dit voorwerp bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten is aangetroffen, het kan dienen tot het begaan van soortgelijke feiten, het toebehoort aan verdachte en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. Daartoe overweegt de rechtbank dat op deze mobiele telefoon (andere dan de in de tenlastelegging vermelde) filmbeelden zijn aangetroffen, die door de verbalisanten zijn gekwalificeerd als kinderporno.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36d, 47, 57, 63, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. primair is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. subsidiair en 2. tenlastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen vijf dagen volgend op zijn ontslagdatum uit detentie meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zoutbranderij 1 in Leeuwarden en zich daarna blijft melden zo frequent en zolang de reclassering dit gedurende de proeftijd van drie jaren noodzakelijk acht;
2. dat de veroordeelde zich onder behandeling zal stellen van de Ambulante Forensische Psychiatrie (AFP) van de GGZ in Leeuwarden of een soortgelijke instelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling te geven, zolang die instelling en/of de reclassering dit gedurende de proeftijd van drie jaren noodzakelijk acht(ten);
3. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd van drie jaren zal onthouden van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen mobiele telefoon van het merk Samsung, type S5.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan de duur van de aan verdachte onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.A. Wiersma, voorzitter, mr. G.C. Koelman en mr. M. Jansen, rechters, bijgestaan door mr. F.F. van Emst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 maart 2015. Mr. Koelman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Wiersma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Jansen
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Van Emst
locatie Leeuwarden,