ECLI:NL:RBNNE:2015:1867
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- F.J. Agema
- W.J.AM. Dijkers
- C.H. de Groot
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek in afgedane strafzaak met misbruik van wrakingsmiddel
Op 27 februari 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van klager, die niet ontvankelijk werd verklaard. Klager had op 14 februari 2015 een verzoek ingediend tot wraking van de wrakingskamer in een eerdere procedure, maar de rechtbank oordeelde dat de zaak waarin het verzoek tot wraking was gedaan, inmiddels was geëindigd met een uitspraak op 13 februari 2015. Hierdoor was er geen rechter meer die de zaak behandelde, wat een formele vereiste is voor het indienen van een wrakingsverzoek volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank stelde vast dat klager kennelijk misbruik maakte van het middel wraking, aangezien hij eerder al vele verzoeken tot wraking had ingediend tegen verschillende rechters, die allemaal waren afgewezen. De rechtbank besloot dat een volgend verzoek tot wraking van klager niet in behandeling zou worden genomen en verklaarde klager ook niet ontvankelijk in zijn verzoek om de strafzaak naar een andere rechtbank te verwijzen, omdat de wrakingsrechter niet bevoegd was om een dergelijke beslissing te nemen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.