Uitspraak
Tenlastelegging
Bewijsvraag
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 3]] direct dat hij eerst naar [pleegplaats ] moest voor "job business" of zo iets. Ik ben toen naar [pleegplaats ] gereden. [medeverdachte 3] liet mij de auto achter het politiebureau parkeren. Volgens mij zijn we daar ongeveer een half uur geweest. Daarna ben ik tot een uur of twee (2:00 uur) bij de ouders van [naam 1] geweest. Vervolgens heb ik [medeverdachte 2] [
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2]] en [verdachte] [
de rechtbank begrijpt: medeverdachte [verdachte]] thuis opgehaald. Ik had [verdachte] van tevoren gebeld. Ik ben vervolgens samen met [verdachte] en [medeverdachte 2] naar [plaats 2] gereden om [medeverdachte 3] op te gaan halen. Terwijl ik onderweg was naar [plaats 2] had ik steeds telefonisch contact met [medeverdachte 3]. Op een gegeven moment belde hij en vertelde hij mij dat hij onderweg terug was richting [plaats 2]. Toen ik in [plaats 2] reed, zag ik [medeverdachte 3] ineens een kruising over rijden. Hij liet zijn auto daar staan en stapte bij mij in. Ik hoorde [medeverdachte 3] toen zeggen dat hij eerst naar [pleegplaats ] wilde om geld op te halen. Het zou een paar minuutjes duren. We zijn toen naar [pleegplaats ] gereden. [medeverdachte 3] zei toen tegen mij dat ik hem op de plek moest parkeren waar wij hem die middag ook hadden geparkeerd. Toen wij daar stonden zei hij tegen mij dat ik de auto toch maar bij het bosje moest parkeren. [verdachte] en [medeverdachte 3] stapten daar uit. Opeens hoorde ik het geluid van een raam dat kapot ging. Het duurde wel een poosje tussen het moment dat [verdachte] en [medeverdachte 3] de auto uit gingen tot het moment van het glasgerinkel. Een paar minuten daarna zag ik ze hijgend aan komen rennen vanuit de bocht de [straat 1]. Ik hoorde [medeverdachte 3] toen in paniek zeggen: "Wegrijden, wegrijden." Ze stapten toen in. [medeverdachte 2] zat toen al in de auto. Ik hoorde dat [medeverdachte 3] tegen [verdachte] zei: "Stupid idiot". [verdachte] zei weinig. Ik zag dat het leek alsof [verdachte] geen lucht kreeg. Ik reed direct weg naar links de [straat 2] op. Ik raakte ook in paniek. Ik reed dus terug richting de rotonde in het centrum bij [straat 3]. Bij die rotonde, op het moment dat ik stil stond, zag ik dat [verdachte] plotseling uitstapte. [medeverdachte 2] is er ook uitgestapt om [verdachte] te zoeken. Dat was aan het [straat 4]. [medeverdachte 3] schreeuwde in paniek: "Drive fast, drive fast!!". Ik hoorde [medeverdachte 3] toen zeggen: "He shot, he shot". Ik ben toen met [medeverdachte 3] in de auto dezelfde weg richting [plaats 2] gereden als de heenweg.