ECLI:NL:RBNNE:2015:1847
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van poging tot diefstal met geweld en doodslag
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van betrokkenheid bij een inbraak met geweld, heeft de rechtbank op 17 april 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, waaronder poging tot diefstal met geweld en doodslag. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte een strafbare rol had gespeeld in de gebeurtenissen die leidden tot de dood van het slachtoffer. De enige verklaring die de verdachte in de woning van het slachtoffer plaatste, was die van een getuige, maar deze verklaring werd niet als doorslaggevend beschouwd. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor een gezamenlijk plan of uitvoering van het misdrijf door de verdachte. De officier van justitie had geconcludeerd dat de verdachte vrijgesproken moest worden van het primair en subsidiair ten laste gelegde, en de rechtbank volgde dit standpunt. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen werd geacht. De rechtbank bepaalde dat de benadeelde partij en de verdachte hun eigen kosten dragen.