ECLI:NL:RBNNE:2015:1683

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 april 2015
Publicatiedatum
7 april 2015
Zaaknummer
18.930269-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake toepassing adolescentenstrafrecht in strafzaak

Op 7 april 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Strafrecht, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die op dat moment preventief gedetineerd was. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer en het onderzoek vond plaats op de terechtzitting van 24 maart 2015. De verdachte was aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.M. Fortuin, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek. Tijdens de beraadslaging kwam de rechtbank tot de conclusie dat het onderzoek niet volledig was geweest, met name met betrekking tot de vraag of het adolescentenstrafrecht van toepassing zou moeten zijn. De rechtbank besloot het onderzoek te heropenen en schorste het voor maximaal drie maanden om verdere informatie te vergaren, waaronder psychiatrische en psychologische rapportages over de verdachte. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris en zal de verdachte en zijn raadsvrouw oproepen voor een nieuwe zitting op een nader te bepalen datum en tijdstip. Dit tussenvonnis is uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 18/930269-14

Tussenvonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

7 april 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans preventief gedetineerd in [verblijfplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
24 maart 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.M. Fortuin, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr.
P.M. van der Spek.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw naar voren is gebracht.
Op de terechtzitting van 24 maart 2015 is het onderzoek in deze strafzaak gesloten.
Na de sluiting van het onderzoek is de rechtbank tijdens de beraadslaging tot het oordeel gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest.
De rechtbank acht zich met name onvoldoende voorgelicht omtrent de vraag of er aanleiding is om in deze zaak het adolescentenstrafrecht toe te passen. Daarbij wil de rechtbank advies over de te nemen straffen en/of maatregelen, zoals die onder het jeugdstrafrecht kunnen worden opgelegd, waarbij mede in aanmerking wordt genomen de ernst van het ten laste gelegde feit.
De rechtbank zal daartoe het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum en tijdstip gelasten.

Beslissing

De rechtbank:
- heropent het gesloten onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting, doch voor maximaal drie maanden, in verband met het hierna te noemen onderzoek. De algemene ervaring leert dat hiervoor een termijn van meer dan één maand noodzakelijk is;
- stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde psychiatrische en psychologische rapportage omtrent verdachte te doen opmaken. De vraag die, naast de standaard te stellen vragen, in elk geval beantwoord moet worden is de vraag of er aanleiding is het adolescentenstrafrecht toe te passen. Daarbij wil de rechtbank advies over de te nemen straffen en/of maatregelen, zoals die onder het jeugdstrafrecht kunnen worden opgelegd, waarbij mede in aanmerking wordt genomen de ernst van het ten laste gelegde feit;
- beveelt de oproeping van de verdachte en diens raadsvrouw tegen een nader te bepalen zittingsdatum en nader te bepalen tijdstip.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, mrs. E. Läkamp en
J.J. Schoemaker, rechters, bijgestaan door mr. K.E. van Rhijn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2015.