Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
4.Het standpunt van [achternaam]
5.Het standpunt van De Woudfennen
6.De beoordeling
Spoedeisendheid
€ 200,00(1 punt x € 200,00).
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, betreft het een kort geding waarin eiseres, aangeduid als [achternaam], een vordering heeft ingesteld tegen haar werkgever, de besloten vennootschap SAUNA WOUDFENNEN B.V. De eiseres was werkzaam als receptioniste/telefoniste en manager beauty, maar is sinds [oooo] arbeidsongeschikt. De werkgever heeft haar op staande voet ontslagen op basis van vermeende onregelmatigheden in de kasadministratie en het gebruik van cadeaubonnen. Eiseres betwist de redenen voor het ontslag en vordert onder andere doorbetaling van haar loon en wedertewerkstelling.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 11 december 2014, waarbij de gemachtigden van beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever niet onverwijld heeft gehandeld bij het ontslag, aangezien er een aanzienlijke tijd is verstreken tussen het moment van de vermeende onregelmatigheden en het ontslag. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet stand zal houden in een bodemprocedure, en wijst de vordering tot loondoorbetaling toe, maar wijst de vordering tot wedertewerkstelling af, omdat de arbeidsovereenkomst inmiddels is ontbonden.
De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van het loon van eiseres vanaf [ccc] tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt, met een wettelijke verhoging van 25% en wettelijke rente. Tevens is de werkgever veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 378,06. Het vonnis is uitgesproken op 13 januari 2015 door mr. J.A. Werkema.