ECLI:NL:RBNNE:2015:1679

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 maart 2015
Publicatiedatum
7 april 2015
Zaaknummer
18.750000-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel en bezit van vervalste paspoorten

Op 30 maart 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel en het in bezit hebben van vervalste paspoorten. De verdachte is veroordeeld voor het helpen van een Iraans gezin, bestaande uit een vader, moeder en twee jonge kinderen, bij hun poging om illegaal naar Frankrijk te reizen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen het gezin heeft voorzien van valse Albanese paspoorten en hen heeft geïnstrueerd om deze paspoorten te gebruiken voor hun reis. De verdachte heeft ook vliegtickets geregeld en onderdak voor het gezin verzorgd. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de toegang tot Frankrijk wederrechtelijk was. Daarnaast was de verdachte op 2 oktober 2013 in het bezit van een Albanees en een Grieks paspoort waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vervalst waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 224 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Locatie Groningen
Parketnummer: 18/ 750000-14
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 maart 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren [geboorteplaats 1],
wonende te [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 maart 2015.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.J.P.M. Grijmans, advocaat te Bolsward.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L.N. Stempher.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de maand november 2013, in elk geval in het jaar 2013,
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] en/of te [pleegplaats 3] en/of te [pleegplaats 4], in elk
geval in Nederland en in Turkije,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van hun/verdachtes voornemen en het misdrijf om een (Iraans)
[gezin], in elk geval een ander of
anderen, behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot
Frankrijk, in elk geval toegang tot of doorreis door een lidstaat van de
Europese Unie, of dat gezin, althans die ander(en), daartoe gelegenheid,
middelen of inlichtingen te verschaffen, terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die
toegang of doorreis wederrechtelijk is,
opzettelijk, in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans
alleen, dat gezin, althans die ander(en) naar (Turks) Cyprus heeft/hebben
laten vliegen, voorzien van (een) vals(e)/vervalst(e) (Albanese) paspoort(en)
waarin (een) vals(e) in- en/of uitreisstempel(s) was/waren geplaatst en met de
instructie dat dat/die valse/vervalste paspoort(en) op enig moment moest(en)
worden omgewisseld met het/de eigen (Iraanse) paspoort(en),
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen en dat misdrijf niet voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 30 november 2013,
in elk geval in het jaar 2013
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 5], in elk geval in Nederland en in Turkije,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
(telkens) ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten
mensensmokkel in vereniging gepleegd (artikel 197a lid 1 ivm lid 4 van het
Wetboek van Strafrecht),
(telkens) opzettelijk in vereniging met een of meer van zijn mededader(s)
(een) valse/vervalste (Albanese) paspoort(en), waarin (een)
vals(e)/vervalst(e) in- en/of uitreisstempel(s) was/waren geplaatst, aan een
(Iraans) gezin, althans aan een ander of anderen, heeft verstrekt
en/of
een vals/vervalst (Albanees) paspoort en/of een vals/vervalst (Grieks)
paspoort ter verzending per post naar Turkije heeft aangeboden,
en aldus/althans (telkens) die/dat paspoort(en) bestemd tot het begaan van dat
misdrijf heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd
en/of voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 2 oktober 2013, in elk geval in of omstreeks de maand
oktober 2013,
te [pleegplaats 5], (althans) in de gemeente Delft, in elk geval in Nederland,
in het bezit was van
een reisdocument, te weten een Albanees paspoort, waarvan hij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was,
bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
-de personaliapagina van voornoemd paspoort qua detaillering, gebruikte
productie-, druk- en beveiligingstechnieken niet overeen kwam met een
origineel paspoort van Albanië van dit model en/of
-de ondergrondbedrukking van de personaliapagina, van voornoemd paspoort, is
aangebracht door middel van een printtechniek, terwijl de
ondergrondbedrukking van de personaliapagina van een nationaal paspoort van
Albanië is aangebracht door middel van een druktechniek en/of
-er over de originele personaliapagina van voornoemd paspoort een sticker
was aangebracht en bij gedeeltelijke verwijdering van deze sticker de
originele personaliapagina zichtbaar werd en/of
-op de originele personaliapagina dezelfde persoonsgegevens zijn afgedrukt als
op voornoemde sticker en/of
-op de originele personaliapagina een geïntegreerde pasfoto van een andere
manspersoon staat afgebeeld dan op voornoemde sticker
en/of
een reisdocument, te weten een Grieks paspoort, waarvan hij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was,
bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
-de in voornoemd paspoort aangebrachte personaliabladzijde qua detaillering,
gebruikt basismateriaal productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkomt
met een originele personaliabladzijde in een paspoort van Griekenland van dit
model en/of
-de ondergrond van de personaliabladzijde is aangebracht middels een
printtechniek, terwijl de ondergrond van een personaliabladzijde in een
origineel paspoort van Griekenland van dit model is aangebracht middels een
druktechniek en/of
-de thans aangebrachte personaliabladzijde is aangebracht over de resten van
de originele personaliabladzijde, nadat eerder de bovenste laag van die
bladzijde was verwijderd, met inbegrip van de daarop vermelde persoons- en
afgiftegegevens en de pasfoto van de originele houder van dit paspoort en/of
-het onderste gedeelte van de personaliabladzijde machine leesbaar was
ingevuld en/of
-bij controle van de machine Leesbare Zone, de berekende waarden van de in de
onderste regel vermelde controlegetallen, niet overeenkwamen met de waarden
zoals die behoren te zijn na een gestandaardiseerde berekening, die is
vastgelegd in Document 9303 van de International Civil Aviation Organization.

Bewijsvraag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie wijst ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde op de tapgesprekken in het dossier in combinatie met de verklaringen die verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft afgelegd. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen heeft gezorgd voor een reisplan, valse dan wel vervalste documenten heeft verschaft, tickets heeft aangeschaft en geld heeft geïncasseerd. Er is derhalve sprake van een poging nu een begin van uitvoering van het ten laste gelegde is gemaakt.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde kan uit de tapgesprekken en de verklaringen van verdachte worden vastgesteld dat verdachte wist dat het om vervalste documenten ging, maar dat hij het in ieder geval redelijkerwijs kon vermoeden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte geheel moet worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen opzet had op het plegen dan wel medeplegen van mensensmokkel. Er is geen sprake van inwisselbaarheid van rollen. Ook kan niet worden bewezen dat er sprake is van een poging. Er is geen begin van uitvoering, nu de [familie] enkel van Turkije naar Turks Cyprus heeft gereisd.
Verdachte dient eveneens te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde. Verdachte wist niet dat de paspoorten vals waren en hij had ook geen aanleiding om dit te vermoeden.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de inhoud van de volgende bewijsmiddelen, in de wettelijke vorm opgemaakt, zakelijk weergegeven.
Feit 1
De door verdachte op de terechtzitting van 16 maart 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik heb de [familie] geholpen die illegaal in Europa binnen kwamen door ze inlichtingen te verstrekken. Ik kon die informatie verstrekken omdat ik zelf ook op een illegale manier Europa ben binnen gekomen. De [familie] heb ik in [plaats 2] leren kennen. Het gezin bestaat uit een vader, moeder en 2 jonge kinderen. Ik heb toezicht gehouden of ze vooruitgang boekten in hun zaak en ik controleerde of alles goed ging. Ik heb ze in contact gebracht met [naam 1], maar ik heb toezicht gehouden op zijn handelingen. Ik heb [man] gevraagd geld over te maken op het nummer van een geldwisselaar. Ik heb tickets geregeld voor de [familie]. Ik heb die tickets vanuit Nederland via internet geregeld.
Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 9 januari 2014, met bijlagen opgenomen op p. 287 e.v. in een dossier met nummer 09102013-HPV-001, d.d. 27 juni 2014, van Politie Eenheid Noord-Nederland, Vreemdelingenpolitie Fryslân, inhoudende de verklaring van verdachte
Wij, verbalisanten, confronteren verdachte met een tapgesprek nummer 283194556, d.d.
07-11-2013 te 17:48:16 uur. Dit gesprek is als bijlage 1 bij dit proces-verbaal gevoegd.
Inhoud:
p. 294 [verdachte] belt naar [naam 2], 7 november 2013 (bijlage 1)
[naam 2] vraagt of [verdachte] een weg weet vanuit Maleisië. [verdachte] zegt dat hij wel iemand heeft vanuit Turkije. [verdachte] geeft aan dat dit 8000 dollar gaat kosten, inclusief garantie. Garantie betekent bij [verdachte] 3 pogingen. Het bedrag is inclusief verblijfskosten en exclusief eten. [naam 2] wil weten of de persoon in Turkije het bedrag in een keer wil hebben. [verdachte] zegt dat de persoon in Turkije het geld wel eerst wil hebben, een aanbetaling, want hij moet kosten maken, documenten maken et cetera. [naam 2] wil weten of het in alle landen van Europa is, het Schengengebied. [verdachte] zegt van niet, het is in Iran alleen mogelijk voor Frankrijk, Italië en Spanje. [verdachte] zegt dat de prijs niet verandert. [verdachte] vraagt of de persoon legaal naar het buitenland wil. [naam 2] zegt nee illegaal. [verdachte] zegt dat er dan van alles klaar moet warden gemaakt, paspoort en dergelijke. [verdachte] zegt dat hij dan geen gebruik maakt van een vals of vervalst paspoort maar gebruik gaat maken van een
look-a-like paspoort. [naam 2] vraagt met wie zij zaken moet doen, met [verdachte] of met de man in Turkije. [verdachte] zegt tegen [naam 2], ik zal niet tegen je liegen: Ik doe het zelf.
[verdachte] zegt dat hij net in Turkije is geweest. Op dit moment verblijft er nog een gezin van 4 personen. [naam 2] wil weten of de reizigers van [verdachte] allemaal via het luchtruim vertrekken. [verdachte] zegt dat dit het geval is. [verdachte] zegt dat dit de werkwijze is en als zij zich hier in kan vinden, moet zij een pasfoto sturen. Als ze het juiste document hebben moet er betaald worden. [naam 2]. bedankt [verdachte].
Verdachte verklaart:
Het klopt dat ik dit gesprek heb gevoerd. De uitleg die ik daar allemaal geef gaat onder meer over [gezin]. Ik heb nog één keer gebeld met [naam 3]. Ik vroeg hem toen hoeveel een paspoort zou kosten voor een gezin met de kenmerken van het [gezin].
Het gaat om illegale paspoorten. [gezin] was niet tevreden.
Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 13 januari 2014, met bijlagen, opgenomen op
p. 296 e.v. in voornoemd dossier inhoudende de verklaring van verdachte
Wij, verbalisanten, confronteren verdachte met een tapgesprek nummer 283194515, d.d.
07-11-2013 te 13:59:56 uur. Dit gesprek is als bijlage -1- bij dit proces-verbaal gevoegd.
Inhoud:
p. 304: [verdachte] (M) belt uit naar NN man 7347 (Griekenland) 7 november 2013
M: Wat voor leeftijd van de kinderen heb je hem aangedragen?
NN: oh kinderen anderhalf ehh ik bedoel twee jaar en de andere drie jaar en nog wat
M: nee dat is te oud drie jaar en nog wat. De kinderen zijn heel jong.
NN: Kijk hij heeft voor de kinderen de geboortedatum eind 2010 en 2011 neergezet.
M: dat is nog te oud.
NN: ja kijk op deze documenten, als ze op een eiland kunnen komen, dan kunnen
we daar heel makkelijk naar Italië laten vliegen. Dan kun jij ze van daaruit verder meenemen.
M: het meisje is veel jonger, wist je dat?
Verdachte verklaart:
Dit gesprek heb ik gevoerd met [naam 3]. Ik wilde informatie verzamelen voor de [familie]. [naam 1] in [plaats 2] heeft mij verteld dat ik twee foto's naar hem kan sturen om te kijken of hij misschien voor deze een paspoort kon vinden. Ik heb toen twee foto's van [naam 1] gekregen die ik naar hem kon sturen. Ik denk dat ik de foto's van de familie zelf heb meegenomen van [plaats 2] naar [plaats 3], plus twee foto's van twee mannen die ik van [naam 1] had gekregen. In die tijd heeft de [familie] mij om hulp gevraagd om ze naar Europa te krijgen. Ik heb gezegd dat ik ze wel wil helpen.
p. 307: [verdachte] (M) wordt gebeld door NN (F) (bijlage 2)
M: Die vrouw is samen net haar man en twee kinderen van hen gekomen. Ik heb voor hun de boekjes klaar gelegd. Die vrouw die als referent op heeft getreden komt nu met de eis dat die mensen eerst hier aan moeten komen, voordat zij dat geld gaat betalen. Ik ga tegen haar zeggen dat als zij niet akkoord gaat met deze wijze, dan kan zij tegen hun zeggen dat zij naar Iran terug kunnen keren
Ik moet nu 8000 van die ene vrouw krijgen.
F: het betreft 4 personen die jij gaat sturen. Wat is de prijs per persoon?
M: Ik vraag 8000 dollar per persoon, want de eindbestemming is Frankrijk. Ik moet 8000 krijgen. 3000 daarvan moet ik besteden aan tickets. Die persoon verblijft samen met zijn vrouw en kinderen in Istanbul en dat kost mij dagelijks 80 dollar. Als ze kunnen vertrekken en in Frankrijk aankomen krijg ik nog een keer 8000.
F: je zou toch 24 krijgen?
M: ja een keer is al betaald. Documenten en alle andere zaken en het percentage van die ene vrouw en ook de verblijfskosten.
F: degene die jou, moet betalen, is die in Nederland?
M: ja hier in de buurt van mij, in [pleegplaats 2].
p. 314 [verdachte] (M) belt uit naar NN (bijlage 3)
NN: ik sta voor het hotel en ben van plan naar binnen te lopen. Wat gaan we nu doen, zijn deze 3 personen nu al hier?
M: ze zijn. met 4 personen, waarvan 2 kinderen onder de 5 jaar.
NN: Heb jij ook boekjes voor hen genomen?
M: Ze hebben alles bij zich, ze hebben ook de Iraanse boekjes.
M: Hoe gaat het dan verder, kan je mij dat vertellen, hoeveel geld moet ik naar jou overmaken, voor de tickets en zo?
M: Regel (tickets) het tot aan Parijs voor hen, naar de luchthaven.
NN: Ik wil er eerst voor zorgen dat hun boekjes tot leven komen en daarna stuur ik ze weg.
NN: Ik ben van plan hen naar Cyprus te sturen en als de boekjes weer hier komen, dan is het weer bruikbaar. Dan laat ik hem vervolgens 2 à 3 dagen hier verblijven en laat ik hen vanuit Antalya vertrekken. Laat hen bij mij komen om dingen af te stemmen.
M Welke deel van Cyprus, de Griekse of de Turkse?
NN: Turkse gedeelte.
M Alle kosten die daarmee bemoeid zijn, is voor mijn rekening.
NN: Ja dat weet ik laat hem hier bij mij komen, ik ga eea afstemmen en daarna laat ik het jou weten hoeveel je naar mij moet overmaken.
M: Ik ga hem bellen. Wat denk je, hoeveel dagen gaat het duren? Gaan ze morgen. vertrekken?
NN: Nee dat gaat 3 a 4 dagen duren, zo simpel gaat het niet
Wij, verbalisanten, confronteren verdachte met een tapgesprek nummer 283226537, d.d. 21-11-2013 te 13:44:12 uur. Dit gesprek is als bijlage -3- bij dit proces-verbaal gevoegd.
Dit gesprek heb ik met [naam 1] gevoerd. Het klopt dat dit gesprek gaat over vier personen waarvan twee kinderen onder de vijf jaar oud
.Dat is de [familie]. Met boekjes bedoelt [naam 1] paspoorten. Met de opmerking van [naam 1] dat hun boekjes tot leven komen bedoelt hij dat zij een in- en uitreis moeten hebben, omdat hun inreis bijna was afgelopen. Daarmee bedoel ik hun verblijf in Turkije. Ze moesten reizen met hun eigen authentieke Iraanse paspoorten.
p. 317 [verdachte] belt naar NN (bijlage 4)
[verdachte] vertelt aan Nn man dat de documenten van het gezin de volgende dag klaar zouden liggen. [verdachte] vraagt aan de man om de documenten af te halen en bij NN man te brengen. [verdachte] vraagt om daarna de koppen weer bij elkaar te steken om de zaak verder af te handelen. [verdachte] zegt dat het om Albanese documenten gaat. NN vraagt of het originele documenten zijn. [verdachte] zegt dat de foto's wel veranderd zijn, maar dat het meesterwerk is.
Wij, verbalisanten, confronteren verdachte met een tapgesprek nummer 283194518, d.d.
07-11-2013 te 14:09:13 uur. Dit gesprek is als bijlage -4- bij dit proces-verbaal gevoegd.
Dit gesprek heb ik met [naam 1] gevoerd. Het gesprek gaat over het [gezin]. Toen zij de Albanese paspoorten hadden gekregen hadden zij daarvan de foto's naar mij gestuurd en hadden zij gezegd dat er bepaalde verschillen zijn, zoals de kleur. Voordat zij met [naam 1] in connectie kwamen zat ik daartussen. [naam 1] had een nummer aan mij gegeven dat ik heb doorgegeven aan hun, ze hadden contact opgenomen in verband met hun paspoort.
p. 319 gesprek tussen vrouw naar [verdachte] (bijlage 5)
De vrouw vraagt hoe het met hun is gegaan. [verdachte] zegt dat hij hen wel heeft gestuurd. Verder dat de vluchten allemaal met een tussenstop gaan. [verdachte] zegt dat hij nu een tour heeft gevonden en dat [verdachte] die heeft geboekt voor hun. Die gaat hij regelen. [verdachte] zegt dat ze hen waarschijnlijk vanuit Istanbul op twee paspoorten laten vertrekken, in twee vluchten. [verdachte] bevestigt dat hij in Nederland is. [verdachte] zegt dat hij over 10 dagen weer naar Istanbul gaat. [verdachte] zegt dat ze eerder zullen komen. [verdachte] zegt dat hij met [naam 3] heeft gebeld en tegen hem gezegd dat de kinderen van deze familie lawaai zouden maken en dat de andere reizigers van. [naam 3] daar hinder van hadden. [verdachte] zegt dat hij een appartement voor hun had.
Wij, verbalisanten, confronteren verdachte met een tapgesprek nummer 283194525, d.d.
07-11-2013 te 14:24:43 uur. Dit gesprek is als bijlage -5- bij dit proces-verbaal gevoegd.
Ja, ik sprak met [mevrouw]. [naam 1] had mij verteld dat hij ze waarschijnlijk met twee paspoorten zou laten vertrekken. Hiermee bedoelde hij een vals en een origineel paspoort.
p. 320 gesprek [verdachte] (M) die naar NN vrouw belt (bijlage 6)
M: Ik ga nu naar [pleegplaats 4]. Ik ga naar de ambassade. En als het lukt om dat ene gezin te laten vertrekken, dan kan ik waarschijnlijk terug. Ik bedoel hiermee, dat ik voor 1 dag terugkom (NL) mijn geld ga innen en opnieuw terug ga (Turkije).
p. 325: gesprek [verdachte] (M) en [naam 5] (F), bijlage 8
F: Je zat toch altijd in Griekenland en Italië? Waarom ga je dan nu altijd naar Turkije?
M: Dat kant omdat we tegenwoordig niet meer de reizigers uit Griekenland, maar uit Turkije laten vertrekken. Als de reiziger daar is, dan moet ik zorgen voor een boekje, die moet ik laten stelen, tickets kopen en de rest regelen. Het gaat ook niet om een of twee reizigers, op dit moment heb ik een gezin met een jonge zoon als klant. Verder is er een groep van zes, dat zijn drie jongens en drie meisjes, deze zijn nieuw. En. verder nog drie jonge koerden.
Een proces-verbaal verhoor d.d. 16 januari 2014, opgenomen op p. 233 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam 5]
De laatste tijd was [verdachte] heel vaak in het buitenland, zoals Griekenland en Turkije. Sinds een jaar gaat hij daar regelmatig naar toe; soms wel twee keer per maand weg. Ook ging hij wel naar Italië. Hij vertelde mij zelf dat hij zich bezig hield met mensensmokkel vanuit Turkije. Na een telefoongesprek vertelde hij mij dat hij alle schulden zou kunnen betalen als hij bijvoorbeeld twee of drie mensen zou kunnen smokkelen. Uit telefoongesprekken tussen hem en anderen heb ik van hem begrepen dat hij iemand vanuit Iran naar Nederland probeert te krijgen. Ik kan mij een gesprek herinneren over dat jonge gezin met twee kinderen. Hij had het altijd over de [man]. In het gesprek heeft hij [verdachte] verteld dat de geboortedata van zijn kinderen niet met elkaar strookten.
Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 8 januari 2014, opgenomen op p. 258 e.v. in voornoemd dossier inhoudende de verklaring van verdachte
p. 284 gesprek [verdachte] (M) naar [gezin] (NN) op 22 november 2013 (bijlage 6)
samenvatting:
[verdachte] vraagt [gezin] of hij geen taxi kan gaan nemen om de boekjes te brengen. Degene die [verdachte] wilde sturen heeft geen telefoon en is bang dat diegene de weg kwijt raakt. M zegt dat die man op hen. wacht. NN zal kijken of hij wat met de kinderen kan regelen. M zegt dat het een half uur a 40 minuten zal gaan duren. NN vraagt of hij alleen het hoeft af te geven en dan weer weg kan gaan? M zegt ja en ik zal hem vragen en als het weer klaar is
brengt hij het weer terug.
NN, dus hij gaat de stempels aanbrengen en hij geeft ons ook de boardingpassen. Hij kan ook nagaan of de paspoorten in orde zijn?
M zegt ja. Als je het aan hem laat zien dan kan hij tegen mij zeggen of het wel of niet goed is,
Als hij er naar gaat kijken, kan hij het vertellen. Dit is zijn werk. Als hij het niet goed vindt en dat jullie daar niet mee door zouden komen, dan vertelt hij dat aan u. Maar als hij zegt dat u daar wel mee doorkomt, dan is het zo. De gelatine die ik heb gekocht en aan hem heb meegegeven is de originele. Er wordt anders op gedrukt. Alle drukwerken kom terecht op de gelatine. En niet op het papier. Dat betekent dat er geen papier in het spel is. Het is een kaart van kunststof, daar is een elektronische chip ingebouwd. Het lijkt op een simkaart van een telefoon. Ne zoals de smartkaart die je voor de metro gebruikt. Die kunststof kaart is helemaal blank en daar staat niets op. Alle informatie, gegevens, foto's komen allemaal terecht op dat flinterdunne gelatine laag. De laag met de hologrammen. Het drukwerk wordt daarop geplaatst. De machine die dat doet is geen printer maar een drukmachine. Als de gelatine geen originele zou zijn, dan zou het problemen geven. Maar ik heb zelf de gelatine gekocht en daar heb ik niet een enkele van gekocht, maar bijna 100 stuks, en ze liggen allemaal daar. Er wordt exact zo gemaakt als bij de instantie. Wat ik niet wil is dat jullie tegen de lamp gaan lopen.
Een proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 11 maart 2014, opgenomen op p. 340 e.v. in voornoemd dossier inhoudende de verklaring van verdachte
p. 350 gesprek [verdachte] (M) met [gezin] (Mo), 25 nov 2013 Bijlage 1:
Mo: als wij heen en weer hebben gereisd, gaat u dan voor de volgende reis weer een vlucht regelen.
M: nee hoor als jullie in gereisd zijn dan regel ik direct een vlucht voor jullie om verder te gaan.
Mo: Dus als we op het vliegveld zijn dan moeten wij met hetzelfde ding halen.
M: Ja waarom dacht u dat jullie naar Cyprus gaan? Jullie gaan daar heen om het boekje weer tot leven te brengen. Als het boekje weer tot leven gekomen is betekent dat jullie met deze identiteit in Turkije zitten en met hetzelfde vertrekken jullie. Dit doen wij om jullie daar in Turkije een nieuwe identiteit te geven. [verdachte] herhaalt nog een keer de bedoeling van de reis, namelijk om het boekje tot leven te brengen om er verder mee te reizen. Hij zegt dat als het boekje tot leven komt zij verder kunnen reizen op die identiteit.
Verdachte geeft uitgebreide aanwijzingen over de reis en stelt [gezin] gerust.
Verdachte verklaart:
Als het klopt dat daar [gezin] staat dan zal ik met [gezin] hebben gesproken.
Ik heb al eerder verteld dat ik toezicht hield op de gang van zaken. Zij zijn toen naar het Turkse gedeelte van Cyprus gereisd en vervolgens weer terug gegaan naar Turkije. Er was een behoorlijke tijd over heen gegaan dat zij Turkije in gereisd waren en dat ze nog weinig tijd over hadden om in Turkije te mogen blijven. Ze moesten Turkije uit reizen en weer in reizen, zodat er weer een nieuwe periode inging. De familie zat dus al bijna drie maanden in
Turkije voor hun voorbereiding voor de reis naar Europa. In 1 dag zijn ze op en neer gereisd van Turks Cyprus naar Turkije. Met boekjes bedoel ik paspoorten.
p. 353: gesprek [verdachte] (M) met [gezin] (Mo), 26 nov 2013 (bijlage 2)
[verdachte] vertelt dat hij bezig is om een hotel voor hen te boeken. [verdachte] zegt dat het een 3 sterrenhotel gaat worden. [verdachte] zegt dat de overnachtingskosten voor hem zijn maar de andere kosten zoals eten en drinken voor [gezin] zelf zijn. [gezin] maakt zich nog steeds zorgen om controles. [verdachte] zegt dat hij het drie keer gaat proberen, als het niet lukt krijgt [gezin] zijn geld terug. [verdachte] legt nog een keer uit hoe [gezin] moet handelen tijdens de reis.
M: Jullie gaan met jullie eigen boekjes naar Cyprus, met jullie eigen boekjes vertrekken jullie uit Cyprus. Voor de inreis gebruiken jullie de andere boekjes, als ze u vragen, waar kom je vandaan, dan zeg je Cyprus.
Een sms-bericht opgenomen op p. 355 van het dossier, inhoudende
SMS ontvangen door verdachte op 26 november 2013 : Wij zijn aangehouden met de paspoorten
p. 357: gesprek [verdachte] naar [gezin], 27 nov 2013 (bijlage 4):
[gezin] vertelt dat zij gisteravond op Cyprus tegen de lamp zijn gelopen. Ze hebben toen alle boekjes aangetroffen. [verdachte] geeft aan dat ze het opnieuw gaan proberen met andere boekjes. De reis zal dan gaan vanuit Turkije naar Armenië en van daaruit naar Parijs.
p. 359: gesprek [verdachte] met [naam 3] (bijlage 5):
[verdachte] vertelt [naam 3] dat [man] en zijn vrouw en kinderen door de mand zijn gevallen. [verdachte] zegt dat het hun eigen schuld is. [naam 3] zegt dat [verdachte] hen moet laten betalen voor het vervangen van de paspoorten en de tickets. [naam 3] legt uit dat hij de paspoorten van Albanezen had gekocht en dat die Albanezen een laissez passer moesten krijgen van hun ambassade. De paspoorten 1400 en de tickets 500. Dus als [gezin] weer belt dan moet hij zeggen dat hij nog 1900 moet betalen.
Feit 2
De door verdachte op de terechtzitting van 16 maart 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik heb op 2 oktober 2013 vanuit [pleegplaats 5] twee paspoorten verstuurd naar Turkije. Het betreft één Albanees paspoort en één Grieks paspoort. Ik kreeg die paspoorten in Nederland uit handen van de eigenaren. Ik twijfelde wel enigszins voordat ik die paspoorten overhandigd kreeg. Ik dacht waarom moet het op deze manier en kunnen ze de paspoorten niet zelf verzenden. Ik dacht misschien ik zou het zo kunnen zijn dat er iets mee is.
Een proces-verbaal d.d. 21 oktober 2013, opgenomen op p. 49 e.v. in voornoemd dossier
Op maandag 7 oktober was ik, verbalisant, onder andere als Documentendeskundige, gediplomeerd DOC3, werkzaam op douanekantoor Rotterdam [straatnaam]. Op bovengenoemde plaats, datum en tijdstip is aan het team Documentenonderzoek een uitvoer postpakket van UPS met Airwaybillnummer [nummer 4] overhandigd met daarin een Albanees paspoort met het [nummer 1], en een Grieks paspoort met nummer [nummer 2], met het verzoek om een onderzoek in te stellen naar de echtheid van deze paspoorten.
Volgens de Airwaybill is de verzender: [verdachte], [adres], [plaats 1]. Nederland. Tijdens het onderzoek op Douanekantoor [straatnaam] heb ik het volgende gezien:
- De houderpagina's hebben een afwijkende reactie bij aanstralen met UV-licht;
- De houderpagina's hebben een afwijkende druktechniek.
Ik heb tijdens het onderzoek gebruik gemaakt van geavanceerde onderzoeksapparatuur.
Conclusie: Bovengenoemde paspoorten zijn vervalst.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2013, opgenomen op p. 51 e.v. in voornoemd dossier
Nationaal paspoort t.n.v. [naam 6], geboren [geboorteplaats 2], geslacht mannelijk en Albanese nationaliteit.
Land: Albanië
nr: [nummer 3]
Afgegeven op 3 maart 2011 en geldig tot 2 maart 2021.
Wij, verbalisanten, hebben onderzoek gedaan naar de echtheid van de gegevens voorkomende in voornoemd nationaal paspoort van Albanië en zagen dat:
- de personaliapagina van voornoemd paspoort qua detaillering, gebruikte productie-, druk- en beveiligingstechnieken niet overeen kwam met een origineel paspoort van Albanië van dit model;
- de ondergrondbedrukking van de personaliapagina, van voornoemd paspoort, is aangebracht door middel van een printtechniek, terwijl de ondergrondbedrukking van de personaliapagina van een nationaal paspoort van Albanië is aangebracht door middel van een druktechniek;
- er over de originele personaliapagina van voornoemd paspoort een sticker was aangebracht. Bij gedeeltelijke verwijdering van deze sticker werd de originele personaliapagina zichtbaar;
- op de originele personaliapagina dezelfde persoonsgegevens zijn afgedrukt als op voornoemde sticker;
- op de originele personaliapagina een geïntegreerde pasfoto van een andere manspersoon staat afgebeeld dan op voornoemde sticker.
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kan dezerzijds worden geconcludeerd dat het onderzochte exemplaar een vervalst exemplaar betreft.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2013, opgenomen op p. 54 e.v. in voornoemd dossier
Nationaal paspoort t.n.v. [naam 7], geboren [geboorteplaats 3], geslacht mannelijk en Griekse nationaliteit.
Land: Griekenland
nr: [nummer 2]
Afgegeven op 24 maart 2009 en geldig tot 23 maart 2014.
Wij, verbalisanten, hebben onderzoek gedaan naar de echtheid van de gegevens voorkomende in voornoemd Nationaal paspoort van Griekenland en zagen dat:
-de thans in het onderzochte paspoort aangebrachte personaliabladzijde qua detaillering, gebruikt basismateriaal productie- en beveiligingstechnieken niet overeen komt met een originele personaliabladzijde in een paspoort van Griekenland van dit model;
-de ondergrond van de personaliabladzijde is aangebracht middels een printtechniek, terwijl de ondergrond van een personaliabladzijde in een origineel paspoort van Griekenland van dit model is aangebracht middels een druk techniek;
-de thans aangebrachte personaliabladzijde is aangebracht over de resten van de originele personaliabladzijde, nadat eerder de bovenste laag van die bladzijde was verwijderd, met inbegrip van de daarop vermelde persoons- en afgiftegegevens en de pasfoto van de originele houder van dit paspoort;
-het onderste gedeelte van de personaliabladzijde machine leesbaar was ingevuld;
-bij controle van de machine Leesbare Zone, de berekende waarden van de in de onderste regel vermelde controlegetallen, niet overeen kwamen met de waarden zoals die behoren te zijn na een gestandaardiseerde berekening, die is vastgelegd in Document 9303 van de International Civil Aviation Organization;
CONCLUSIE:
Naar aanleiding van vorenstaande kan dezerzijds worden geconcludeerd dat het onderzochte exemplaar een vervalst exemplaar betreft. Het onderzochte exemplaar is vervalst.
Uit de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen met betrekking tot het onder 1 primair ten laste gelegde leidt de rechtbank de volgende gang van zaken af.
Verdachte heeft in de periode november 2013 vanuit Nederland getracht opzettelijk een Iraans gezin, te weten de [man] met zijn vrouw en kinderen, op een illegale manier naar Frankrijk te laten reizen. Verdachte heeft het gezin voorzien van valse paspoorten waarmee zij naar het Turkse deel van Cyprus en weer terug naar Turkije moesten vliegen. Verdachte heeft het gezin geïnstrueerd dat deze paspoorten moesten worden omgewisseld met hun eigen Iraanse paspoorten. Verdachte heeft voor het gezin [gezin] de benodigde tickets geboekt. Verdachte heeft ook voor onderdak gezorgd voor het gezin. Verdachte heeft daarbij veelvuldig samengewerkt en overleg gehad met anderen. Uit de tapgesprekken leidt de rechtbank af dat verdachte nauw heeft samengewerkt en overlegd met onder meer [naam 1], [naam 2], [naam 3] en [naam 4] over het vervaardigen van valse/vervalste paspoorten, over een reisplan, de route en het vervoer waarmee (vanuit Iran) op een illegale manier naar Frankrijk kon worden gereisd. Uit de tapgesprekken komt naar voren dat verdachte daarin een leidende rol had en instructies gaf over de werkwijze geeft aan anderen over onder meer de paspoorten en het vervoer. De centrale rol en de wetenschap van verdachte van de mensensmokkel blijkt ook uit de gedetailleerde technische uitleg die verdachte in één van de tapgesprekken geeft over het vervalsen van paspoorten. Uit de tapgesprekken blijkt dat het gezin aan verdachte een grote som geld heeft betaald voor zijn activiteiten. Gelet op de voornoemde activiteiten van verdachte is er sprake van een begin van uitvoering die gericht is op voltooiing van de mensensmokkel van het gezin [gezin].
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde leidt de rechtbank uit de gebezigde bewijsmiddelen af dat verdachte op 2 oktober 2013 in het bezit was van twee reisdocumenten, te weten een Albanees en een Grieks paspoort waarvan hij wist of minst genomen redelijkerwijs moest vermoeden dat deze vals waren.
Bewezenverklaring
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de maand november 2013,
in Nederland en in Turkije, tezamen en in vereniging met anderen,
ter uitvoering van hun voornemen en het misdrijf om een Iraans gezin,
[man] met zijn vrouw en kinderen,
behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot Frankrijk,
of dat gezin, daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen,
terwijl verdachte en zijn mededaders wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden
dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is,
opzettelijk, in vereniging met zijn mededaders, dat gezin naar Turks Cyprus hebben
laten vliegen, voorzien van valse/vervalste (Albanese) paspoorten
waarin valse in- en/of uitreisstempels waren geplaatst en met de
instructie dat die valse/vervalste paspoorten op enig moment moesten
worden omgewisseld met de eigen (Iraanse) paspoorten,
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen en dat misdrijf niet voltooid.
2.
hij op 2 oktober 2013, te [pleegplaats 5], in het bezit was van een reisdocument,
te weten een Albanees paspoort, waarvan hij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was,
bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
-de personaliapagina van voornoemd paspoort qua detaillering, gebruikte
productie-, druk- en beveiligingstechnieken niet overeen kwam met een
origineel paspoort van Albanië van dit model en
-de ondergrondbedrukking van de personaliapagina, van voornoemd paspoort, is
aangebracht door middel van een printtechniek, terwijl de
ondergrondbedrukking van de personaliapagina van een nationaal paspoort van
Albanië is aangebracht door middel van een druktechniek en
-er over de originele personaliapagina van voornoemd paspoort een sticker
was aangebracht en bij gedeeltelijke verwijdering van deze sticker de
originele personaliapagina zichtbaar werd en
-op de originele personaliapagina dezelfde persoonsgegevens zijn afgedrukt als
op voornoemde sticker en
-op de originele personaliapagina een geïntegreerde pasfoto van een andere
manspersoon staat afgebeeld dan op voornoemde sticker
en
een reisdocument, te weten een Grieks paspoort, waarvan hij wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was,
bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat
-de in voornoemd paspoort aangebrachte personaliabladzijde qua detaillering,
gebruikt basismateriaal productie- en beveiligingstechnieken niet overeenkomt
met een originele personaliabladzijde in een paspoort van Griekenland van dit
model en
-de ondergrond van de personaliabladzijde is aangebracht middels een
printtechniek, terwijl de ondergrond van een personaliabladzijde in een
origineel paspoort van Griekenland van dit model is aangebracht middels een
druktechniek en
-de thans aangebrachte personaliabladzijde is aangebracht over de resten van
de originele personaliabladzijde, nadat eerder de bovenste laag van die
bladzijde was verwijderd, met inbegrip van de daarop vermelde persoons- en
afgiftegegevens en de pasfoto van de originele houder van dit paspoort en
-het onderste gedeelte van de personaliabladzijde machine leesbaar was
ingevuld en
-bij controle van de machine Leesbare Zone, de berekende waarden van de in de
onderste regel vermelde controlegetallen, niet overeenkwamen met de waarden
zoals die behoren te zijn na een gestandaardiseerde berekening, die is
vastgelegd in Document 9303 van de International Civil Aviation Organization.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

Strafbaarheid van de feiten

Het bewezen verklaarde levert op:
1.
primair

Tezamen en in vereniging een of meer anderen behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot Frankrijk of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is,

2.
In het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals of vervalst is.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafoplegging

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het 1 primair en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 224 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met aftrek van de tijd die door verdachte in voorlopige hechtenis is doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, voor het geval de rechtbank de feiten bewezen mocht achten, er voor gepleit om ten aanzien van de strafoplegging aan te sluiten bij de eis van de officier van justitie. De raadsman heeft er voor gepleit dat een proeftijd van 2 jaar in plaats van 3 jaar zal worden opgelegd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportage, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Verdachte is het Iraanse gezin [gezin] behulpzaam geweest om op illegale toegang te verkrijgen tot Frankrijk. Verdachte heeft daarbij samen met anderen gezorgd voor een reisplan, het verschaffen van valse/vervalste documenten, heeft vliegtickets gekocht en heeft grove misbruik van de situatie van een gezin met jonge kinderen gemaakt door aan hen grote sommen geld te vragen voor zijn activiteiten. Daarnaast is verdachte in het bezit geweest van een Grieks en een Albanees paspoort waarvan hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat het een vals/vervalst paspoort was.
Verdachte heeft door zijn handelen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere Schengenlanden alsmede het vertrouwen dat in documenten als vorenbedoeld dient te kunnen worden gesteld, ondermijnd. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 19 februari 2015, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten.
Alles afwegende, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend en geboden, met dien verstande dat de rechtbank geen aanleiding ziet een proeftijd voor de duur van 3 jaar op te leggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 47, 57, 197a en 231 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders onder 1 primair en 2 is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 224 dagen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 180 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen algemene voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter, O.J. Bosker en
M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door mr. T.J. de Wind, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 maart 2015.