ECLI:NL:RBNNE:2015:1648

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 april 2015
Publicatiedatum
2 april 2015
Zaaknummer
3689851 / 14-18381
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van premie en incassokosten in verband met annuleringsverzekering

In deze zaak heeft de naamloze vennootschap Unigarant BV, eiseres, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van een bedrag van € 111,46, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor een doorlopende annuleringsverzekering, waarbij Unigarant stelt dat [gedaagde] de verschuldigde premie niet heeft betaald. De premie van € 71,46 was in rekening gebracht voor de periode van 18 december 2012 tot en met 17 december 2013.

[gedaagde] heeft als verweer aangevoerd dat hij de overeenkomst op 16 augustus 2012 heeft opgezegd en dat hij daarom niets meer aan Unigarant verschuldigd is. Unigarant betwist echter de ontvangst van deze opzegging. De kantonrechter overweegt dat het aan [gedaagde] is om aan te tonen dat de opzegging is ontvangen, wat hij niet heeft kunnen doen. Hierdoor wordt het verweer van [gedaagde] verworpen.

De kantonrechter concludeert dat de vordering van Unigarant toewijsbaar is, omdat [gedaagde] in verzuim is met de betaling van de premie. Daarnaast worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat deze in overeenstemming zijn met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten, aangezien hij in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 3689851 / 14-18381
Vonnis d.d. 1 april 2015
inzake

de naamloze vennootschap Unigarant BV,

gevestigd te ’s-Gravenhage,
eiseres, hierna Unigarant te noemen,
gemachtigde De Klerk & Vis, gerechtsdeurwaarders te Amsterdam,
tegen

[gedaagde],

wonende te [adres],
gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,
in persoon procederende.

PROCESGANG

De procesgang blijkt uit het volgende:
- dagvaarding
- conclusie van antwoord
- conclusie van repliek
- conclusie van dupliek.
Unigarant heeft producties in het geding gebracht.
Vonnis is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten
1. Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties staat het volgende vast.
1.1.
Tussen partijen bestaat een overeenkomst ter zake van een doorlopende annuleringsverzekering met polisnummer [nummer].
1.2.
Unigarant heeft [gedaagde] over de periode 18 december 2012 tot en met 17 december 2013 een bedrag van € 71,46 aan premie in rekening gebracht.
De vordering
2. Unigarant vordert de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 111,46 vermeerderd met de wettelijke rente over € 71,46 vanaf 18 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot betaling van de proceskosten.
3. De vordering is als volgt opgebouwd:
- hoofdsom € 71,46
- incassokosten
€ 40,00
€ 111,46.
Het standpunt van Unigarant
4. Naast de vaststaande feiten legt zij het volgende aan haar vordering ten grondslag.
4.1.
Unigarant betwist een opzegging van [gedaagde] te hebben ontvangen. [gedaagde] dient de premie daarom aan haar te voldoen.
4.2.
Omdat [gedaagde] niet tot betaling is overgegaan, is hij ook de gevorderde rente verschuldigd. Verder rechtvaardigen de werkzaamheden die haar gemachtigde heeft verricht de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
Het standpunt van [gedaagde]
5. Hij voert - zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang - het volgende als verweer aan.
5.1.
[gedaagde] heeft de overeenkomst bij brief van 16 augustus 2012 opgezegd. In zijn opzegging heeft hij vermeld dat indien Unigarant niet op de opzegging reageert, hij ervan uitgaat dat de opzegging geaccepteerd is. [gedaagde] heeft tot op het moment dat hij de dagvaarding ontving niets van Unigarant vernomen.
5.2.
De verzekering is door [gedaagde] op de juiste wijze opgezegd en [gedaagde] is niets meer aan Unigarant verschuldigd. Hij betwist dan ook de door Unigarant gevorderde kosten.
De beoordeling
6. Vast staat dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot een annuleringsverzekering. In geschil is het antwoord op de vraag of voornoemde overeenkomst door [gedaagde] is opgezegd. De kantonrechter overweegt in dat kader als volgt.
7. [gedaagde] heeft gesteld dat de overeenkomst door hem bij brief van 16 augustus 2012 is opgezegd. Unigarant heeft evenwel betwist deze brief te hebben ontvangen. Ingevolge artikel 3:37 lid 3 BW is het in beginsel aan de verzender van een poststuk om aannemelijk te maken dat de geadresseerde dat stuk heeft ontvangen dan wel niet heeft ontvangen ten gevolge van een hem of haar toe te rekenen omstandigheid. Door [gedaagde] is in dat kader onvoldoende naar voren gebracht. Dit betekent dat aan dit verweer van[gedaagde] voorbij zal worden gegaan en in rechte niet vast staat dat de overeenkomst is opgezegd.
8. Voor zover [gedaagde] heeft willen betogen dat Unigarant haar rechten met betrekking tot onderhavige vordering heeft verwerkt door anderhalf jaar geen invorderingsmaatregelen te nemen, gaat de kantonrechter ook hieraan voorbij omdat het enkele stilzitten van een partij daarvoor onvoldoende is.
9. In het licht van het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat de vordering in hoofdsom voor toewijzing gereed ligt. Omdat [gedaagde] dit bedrag niet op tijd heeft betaald, is hij daarmee in verzuim en is hij de door Unigarant gevorderde wettelijke rente verschuldigd.
10. Het gevorderde bedrag ter zake buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten daarvoor voorgeschreven tarief en zal worden toegewezen.
11. [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen kwijting aan Unigarant te betalen € 111,46 vermeerderd met de wettelijke rente over € 71,46 vanaf 18 december 2012 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van Unigarant tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 116,- aan griffierecht, € 95,43 aan explootkosten en € 60,- voor salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van den Noort, kantonrechter, en op 1 april 2015 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
eh