ECLI:NL:RBNNE:2015:1302

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 maart 2015
Publicatiedatum
20 maart 2015
Zaaknummer
18.730634-13
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van pedagogisch medewerker voor ontuchtige handelingen met minderjarige

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 19 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een pedagogisch medewerker die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje. De verdachte werd vrijgesproken van het bezit van kinderporno, maar werd wel schuldig bevonden aan het plegen van ontuchtige handelingen met een verstandelijk beperkt meisje van vijftien jaar. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de tenlastelegging voldoende feitelijke inhoud had. De verdachte ontkende de seksuele ontmoetingen, maar de rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer en de bewijsstukken, waaronder sms- en whatsappberichten, overtuigend. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en kreeg een ontzetting van het beroep van pedagogisch medewerker voor zes jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het belang van bescherming van kwetsbare jongeren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730634-13
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 maart 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren [geboorteplaats],
wonende [woonadres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 maart 2015.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2013 tot en met 21 augustus 2013, te[pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden en/of te of bij [pleegplaats 2], (althans) in de gemeente Achtkarspelen, als pedagogisch medewerker bij/voor [instelling], meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] ([geboortedatum]) die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte in voornoemde periode meermalen, althans eenmaal,
- zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [slachtoffer] laten betasten/aanraken en/of laten vasthouden en/of
- de bedekte en/of onbedekte borsten en/of bedekte en/of onbedekte vagina van die [slachtoffer] gestreeld en/of betast, althans aangeraakt en/of
- zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht en/of gehouden en/of (zogenoemd) geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] gehad en/of
- die [slachtoffer] getongzoend;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2013 tot en met 21 augustus 2013, te[pleegplaats 1], in de gemeente Leeuwarden en/of te of bij [pleegplaats 2], (althans) in de gemeente Achtkarspelen, als pedagogisch medewerker bij/voor [instelling], meermalen, althans eenmaal, met [slachtoffer] ([geboortedatum]) die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit het
- strelen en/of betasten, althans aanraken, van de bedekte en/of onbedekte borst(en) en/of bedekte en/of onbedekte vagina, althans schaamstreek, van die [slachtoffer], en/of
- door die [slachtoffer] laten betasten en/of aanraken en/of vasthouden van zijn, verdachtes, (ontblote) penis, en/of
- duwen/brengen van zijn verdachtes, (ontblote) penis tussen de benen en/of tegen de vagina, althans schaamstreek van die [slachtoffer], en/of
- tongzoenen van/met die [slachtoffer];
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 oktober 2013 te [plaats 4], in elk geval in Nederland, één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten (in totaal) 81 foto('s) -en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)- (te weten een computer (een laptop, merk Dell)) heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de
toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren (met de penis en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de mond/tong) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) (eventueel aanvullen met soort voorwerp) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Geldigheid van de dagvaarding

Door de raadsman is partiële nietigheid van de dagvaarding bepleit ten aanzien van het onder 2. ten laste gelegde. Het ten laste gelegde in de dagvaarding is volgens de raadsman onvoldoende feitelijk omschreven en bij de daarin genoemde seksuele gedragingen wordt niet naar een concrete vindplaats verwezen waardoor de dagvaarding niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. Ingevolge artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering dient een dagvaarding de opgave te behelzen van het feit dat aan de verdachte wordt verweten. De wezenlijke functie van de tenlastelegging brengt mee dat (-en de opgave van het feit zal dan ook voldoen aan artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering indien-) deze zo duidelijk is dat de verdachte zich naar behoren tegen het strafrechtelijk verwijt kan verdedigen. Aan de opgave van het feit in de tenlastelegging worden -kort samengevat- drie voorwaarden gesteld: het geheel moet in de eerste plaats duidelijk en begrijpelijk zijn, in de tweede plaats niet innerlijk tegenstrijdig en in de derde plaats voldoende feitelijk (ECLI:NL:HR:1998:ZD1030). Voorts mag en kan de tenlastelegging in combinatie met het dossier worden gelezen.
De wijze waarop artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht wordt tenlastegelegd, is als gevolg van ontwikkelingen in de jurisprudentie en in het beleid van het openbaar ministerie aan verandering onderhevig. In casu heeft het openbaar ministerie van een collectie kinderporno per type gedraging een algemene categorische omschrijving gegeven, zonder dat specifieke (voorbeelden van) afbeeldingen binnen die collectie in detail worden beschreven. De omschrijvingen van deze categorieën zijn echter concreet. Hierdoor is voldoende feitelijke inhoud gegeven aan de term "afbeelding van een seksuele gedraging" als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. In het dossier zijn twee zogenaamde collectiescans gevoegd waarin aan de hand van in het proces-verbaal vermelde criteria de elementen van de seksuele gedraging die op afbeeldingen tijdens het opsporingsonderzoek zijn waargenomen, zijn opgesomd. Op deze wijze wordt een goed beeld van de gehele collectie gevormd. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de tenlastelegging met betrekking tot het onder 2. ten laste gelegde voldoende duidelijk, begrijpelijk en feitelijk is en acht de dagvaarding geldig. Het verweer wordt verworpen.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met aftrek van het voorarrest;
- oplegging van ontzetting uit het beroep van pedagogisch medewerker en alle daaraan verwante beroepen voor de duur van zes jaren;
- verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen telefoon van het merk en type Apple Iphone 5 en de laptop van het merk en type Dell Xps M1530.

Beoordeling van het bewijs

Vrijspraak van het onder 2. ten laste gelegde
Door de raadsman is vrijspraak van het onder 2. ten laste gelegde bepleit, omdat niet kan worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op het verwerven en het bezit van kinderpornografische afbeeldingen.
De rechtbank acht voor de vaststelling van het strafrechtelijke bewijs voor het opzet op het bezit dan wel op het verwerven van de kinderpornografische afbeeldingen drie elementen van belang. Ten eerste of verdachte zich bewust was van de kinderporno op zijn computer, ten tweede of verdachte de beschikkingsmacht over de kinderporno had en ten derde of hij deze kinderporno wilde hebben en dus niet effectief heeft verwijderd.
Door de rechtbank wordt op grond van het dossier vastgesteld dat er 81 kinderpornografische afbeeldingen op de laptop van verdachte zijn aangetroffen. Vijf van deze afbeeldingen werden aangetroffen op de harde schijf van deze computer in de "deleted items" en 76 van deze afbeeldingen werden aangetroffen op de harde schijf van deze computer in de "unallocated clusters". De "deleted items" bevatten volgens het dossier zogenaamde "gewiste" bestanden die zonder daarvoor bestemde software niet meer eenvoudig door de gebruiker te benaderen zijn. De "unallocated clusters" betreffen een niet toegewezen deel van de harde schijf. Bestandsnamen en mapstructuur zijn niet beschikbaar op dit gedeelte van de harde schijf. Met behulp van speciale software is het in veel gevallen mogelijk een deel van de door de gebruiker verwijderde bestanden en mappen te herstellen en weer te geven. Het is niet mogelijk een relatie tot een specifieke map te leggen. De oorspronkelijk plaats binnen de mappenstructuur op de computer blijft dan ook onbekend. Uit het dossier blijkt dat op de laptop van verdachte geen software is aangetroffen om de bestanden in de "deleted items" en in de "unallocated clusters" te benaderen. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte op het moment van inbeslagname van de laptop, te weten 5 oktober 2013, niet meer de beschikkingsmacht had over de kinderpornografische afbeeldingen en deze afbeeldingen derhalve niet meer in het bezit had. Dit neemt niet weg dat verdachte ooit wel de beschikkingsmacht over de kinderpornografische afbeeldingen heeft gehad, hij heeft ze immers verwijderd.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is wanneer de kinderpornografische afbeeldingen zich in de "allocated clusters" (de voor verdachte toegankelijke bestanden) bevonden en of dit in de ten laste gelegde periode is geweest. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de laptop in oktober 2008 nieuw van zijn vader heeft gekregen. Hij heeft dit onderbouwd door een afschrift van de aankoopbon van de laptop aan de rechtbank te overleggen. De rechtbank constateert derhalve dat de kinderpornografische afbeeldingen na oktober 2008 op de harde schijf van de laptop van verdachte zijn geplaatst. Ten laste is gelegd "in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 oktober 2013". De rechtbank kan op grond van het dossier niet zonder gerede twijfel vaststellen dat verdachte de ten laste gelegde kinderpornografische afbeeldingen na 1 januari 2010 heeft verworven en in het bezit heeft gehad. De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van het onder 2. ten laste gelegde, omdat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Bewijs
De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 1. ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1.
De door verdachte op de terechtzitting van 5 maart 2015 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In 2013 was ik pedagogisch medewerker in [instelling] te [plaats 2]. [slachtoffer] is een zwakbegaafd meisje en ze heeft een tijdje op [instelling] gewoond voor een crisisopvang. Zij was 15 jaar oud en ik was haar co-coach. [slachtoffer] is vervolgens in een pleeggezin in [plaats 3] geplaatst. In augustus 2013 heb ik [slachtoffer] veel sms- en whatsappberichten gezonden. Deze berichten hadden onder meer een seksuele inhoud. De berichten waren zo nu en dan best heftig. Het ging erover dat ik over [slachtoffer] had gedroomd, dat ik haar wilde zoenen en dat ik met haar wilde vrijen. Ook heb ik haar een foto van mijn stijve penis gezonden. [slachtoffer] antwoordde vaak erg kort met ja of nee.
In deze berichten werd ook gesproken over een ontmoeting met [slachtoffer] in de [adres 1] in de [wijk] in[pleegplaats 1] en een ontmoeting met [slachtoffer] in [pleegplaats 2] aan de [adres 2]. Vervolgens werd in deze berichten besproken dat het lekker en fijn was geweest en over een vermeende zwangerschap van [slachtoffer]. Het initiatief tot de ontmoetingen en de seksuele opmerkingen kwam van mijn zijde. Op 21 augustus 2013 ben ik op de fiets in de omgeving van [pleegplaats 2] geweest en ik had hierover smscontact met [slachtoffer].
2.
De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL0200-2013095214, gesloten op 12 september 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal en schriftelijke stukken waaronder:
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R1-2013095214-18, d.d. 4 oktober 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer], geboren op [geboortedatum]:
Ik woon bij [persoon 1] en [persoon 2] in [plaats 3]. Daarvoor woonde ik in [instelling] in [plaats 2].
Het was in de zomervakantie. Op een avond had ik opeens een berichtje en ik wist niet van wie. En hij zei de hele tijd: ”Hé [slachtoffer], alles goed? Ik ben benieuwd hoe het met je gaat. Elke dag stuurde hij mij berichtjes. Hij heeft twee keer buiten contact met me opgezocht. Hij was de leiding van [instelling]; [verdachte]. Hij was mijn co-coach op [instelling].
De eerste keer was in[pleegplaats 1] in de [wijk] in het bos. Het was nog in de zomervakantie. Ik logeerde bij mijn broer. Ik was samen met [verdachte]. Hij begon te zoenen op mijn mond. Hij ging met zijn hand over mijn lichaam. Over mijn borst en naar beneden, tussen mijn benen. Eerst over het shirt en toen eronder. Hij ging onder de BH. Hij ging met de hand over de broek en later erin. Hij ging ook in de onderbroek. De hand maakte bewegingen. Hij had het er steeds over dat ik hem opgewonden maakte en zo. Hij deed het met beide handen. Een hand bij de borst en een in mijn broek. Het zoenen ging met de tong. Zijn tong in mijn mond. Hij deed de broek los. Toen pakte hij mijn hand en legde die op zijn geslachtsdeel. Hij hield mijn hand steeds vast. En toen legde hij me op de grond en toen deed hij mijn broek en onderbroek naar benden. Toen ging hij op me zitten. Hij ging met zijn geslachtsdeel tussen mijn benen. Hij ging er tegen aan. Hij had zijn broek een stukje naar beneden. Zijn geslachtsdeel was naar boven.
De tweede keer was in de buurt van [pleegplaats 2]. Het was 21 augustus 2013. Ik kwam hem tegen in een straat in [pleegplaats 2]. Iets na tweeën denk ik. [verdachte] was op de fiets. Hij begon me weer te zoenen. Toen kleedde hij zich uit en hij deed mijn broek en onderbroek helemaal naar beneden. Hij legde me op de grond. Ik lag op het gras. Hij ging boven op me zitten. Daarna ging hij met zijn geslachtsdeel in me. Het geslachtsdeel ging in de vagina. Het voelde pijnlijk. Een hand was bij mijn buik/kruis en de ander weet ik niet.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02SZ-2013095214-30, d.d. 6 maart 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer]:
De eerste keer. Ik logeerde bij mijn broer in [plaats 2]. Ik kreeg een sms van [verdachte] over de plek waar ik heen moest gaan. Volgens mij was het een soort van bosachtig iets.
De tweede keer in [pleegplaats 2] stelde [verdachte] voor om elkaar te ontmoeten in een straat waar winkels waren.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R1-2013095214-23, d.d. 13 oktober 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige]:
[slachtoffer] is een halfzusje van mij. Tot nu toe heeft ze misschien drie keer bij mij in[pleegplaats 1] geslapen. Dat was aan de [adres 1] te[pleegplaats 1]. De laatste keer dat [slachtoffer] bij mij was is ze overdag aangekomen, een nacht geslapen en de volgende dag weer terug. [slachtoffer] is 's middags een half uurtje weggeweest.
een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van Whatsappberichten uit de telefoon van [slachtoffer], verzonden door [telefoonnummer], als bijlage gevoegd bij proces-verbaalnummer PL02R1-2013095214-29, onder meer inhoudende:
Verzonden op 11 augustus 2013:
Ben je vlakbij. In [wijk]. Anders konden we in de buurt afspreken…Maar je bent natuurlijk vanavond laat samen met je broer…Wil je nog wel steeds afspreken dan.. Kwartiertje fietsen voor me. Als je een kans hebt app je me maar even. Konden we elkaar vanavond laat maar ff zien…heerlijk vrijen samen mm. Elkaars lichaam voelen.. Laat het me weten. Fiets ik wel naar [wijk]. Als je morgen langer in [pleegplaats 1] kan blijven zeg t maar spreken we ergens af… wordt er lkr opgewonden van als ik er aan denk.. Zin om elkaar te zien en elkaars lichaam te voelen…
Verzonden op 12 augustus 2013:
8.46: Nou ik hoor t wel als je wil en kan afspreken…, 10.18: het bos is vlakbij, 10.19: Ergens in [wijk]? 10.28: Hoe laat kan je dan ergens afspreken? 10.30: Ken je de [adres 1], 10.33: Midden in t bos zoenen… en knuffelen, 11.22: Ik kan wel twee uur bij de [adres 1] staan, 11.25: Zal ik je appen als ik in de buurt ben, 12.06: Ben vlakbij, 12.13: Sta helemaal aan t eind van de [adres 1].
13.44: Geen spijt…, 13.56: Was erg fijn, 16.36: Had niet veel gescheeld of we hadden elkaar helemaal gevoelt…16.39: Om dan helemaal te vrijen, 16.45: Je voelde zo lekkr.
Op 20 augustus 2013:
Ben je morgen nog in [pleegplaats 2]? Ik ga naar [plaats 1] fietsen en ben vlakbij. Zou je morgen weg kunnen en ergens elkaar zien. Ben morgen een uur of twee in [plaats 1] en bij [pleegplaats 2] in de buurt. Samen lekker komen als we vrijen. Wil diep jou voelen. Ken je de [adres 2]? Heb je een kaart van [pleegplaats 2]? Het is een weg die uitkomt op de [adres 5]. bij een kanaal. Kan je dat vinden denk je? Straat bij de [winkel].
Verzonden op 21 augustus 2015:
17.04: Was leuk en fijn vanmiddag, 17.16: Voel de spanning en opwinding alweer…
17.32: diep in je en samen komen, 17.37: Wil lkkr in je glijden mmmm,
Op 23 augustus 2013:
Nog geen spijt enzo van ins contact enzo?
een schriftelijk stuk, te weten een uitdraai van smsberichten uit de telefoon van [slachtoffer], verzonden door [telefoonnummer], als bijlage gevoegd bij proces-verbaalnummer 2013095214-data, onder meer inhoudende:
Op 21 augustus 2013:
10.18: Kan en wil je nog afspreken vanmiddag, 10.22: Weet je die weg te vinden, de [adres 2]? Daar zit de [winkel] en wat winkels, 10.57: Zal ik je smsn als ik in de buurt van [pleegplaats 2] ben? 10.57: Ongeveer twee uur denk ik zoiets.., 13.37: Ben nu in [plaats 1], 13.41: Heb je ook zin om elkaar te zien..,
13.44: Zullen we ergens een rustig plekje zoeken.., 13.57: Nu op de fiets naar [pleegplaats 2] ken je de [adres 2]? 13.58: Zullen we daar afsprken bij de kruising, 13.59: Ben er over een kwartier doe rustig aan, 17.08: Ben er al.. Aan het einde van de [adres 2], 14.16.22: Helemaal einde van de [adres 2] rn [adres 3], 14.16.37: Of sta je aan de andere kant van de straat? 14.21: Sta je ik het dorp dan aan die kant van de [adres 2] bij de [adres 4]? 14.22: Ik fiets nu naar de andere kant van de straat.
16.51: Was fijn, 16.52: Spannend allemaal, 16.55: Geen spijt en zo?...16.59: Ben bijna weer in[pleegplaats 1] ga dan ff eten en hangen.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02R3-2013095214-11, d.d. 1 oktober 2013 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [verdachte]:
Ik heb een gsm met [telefoonnummer]. Ik heb het toestel een jaar of zoiets. Het is echt mijn telefoon. Mijn vriendin kijkt er wel eens op, maar daar houdt het ook wel mee op.
Rechtsoverwegingen
Door de raadsman is vrijspraak van het onder 1. ten laste gelegde bepleit, omdat verdachte ontkent dat de ontmoetingen met [slachtoffer] in augustus 2013 en derhalve de seksuele handelingen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Volgens verdachte zou dit enkel een façade zijn geweest en is hij op het laatste moment niet op komen dagen.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende. [slachtoffer] heeft bij de politie een duidelijke verklaring afgelegd, over wanneer, waar en wat voor seksuele handelingen verdachte met haar heeft gepleegd. Haar verklaring wordt ondersteund door de hiervoor bij de bewijsmiddelen opgenomen berichten die verdachte haar heeft gezonden. In deze berichten wordt gesproken over de seksuele handelingen, het tijdstip en de plaats waar ze elkaar zouden gaan ontmoeten. Tevens geeft verdachte in de berichten aan dat hij bijna of reeds op de afgesproken plek is. Zowel op 12 als op 21 augustus 2013 is er vervolgens een periode waarin geen berichten worden verzonden. Daarna komt de berichtenstroom weer op gang. Verdachte zendt onder meer berichten zoals dat hij het fijn vond en hij vraagt [slachtoffer] of ze spijt heeft van die middag. De rechtbank is van oordeel dat de tijd tussen de berichten ruimte geeft voor de ontmoetingen. Verder past de inhoud van de berichten exact bij de verklaring van [slachtoffer]. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij zich op het laatste moment heeft onttrokken aan de ontmoetingen niet aannemelijk en de rechtbank is van oordeel dat, ondanks dat uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] een meisje is dat zo nu en dan onwaarheden verkondigt, de berichten voldoende steun bieden aan [slachtoffer] haar verklaring om te komen tot het wettig en overtuigend bewijs dat verdachte op 12 augustus 2013 ontuchtige handelingen met [slachtoffer] heeft gepleegd en op 21 augustus 2013 ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het binnendringen van het lichaam van [slachtoffer], heeft gepleegd.
Aanhoudingsverzoek
Door de raadsman is ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde subsidiair bepleit dat, indien de rechtbank een bewezenverklaring overweegt, eerst nader onderzoek moet worden verricht naar de telefoongegevens van verdachte en naar de zendmastgegevens van de telefoon van [slachtoffer] en verdachte om te kijken of zij op 21 augustus 2013 in hetzelfde gebied aanwezig waren. Door de verdediging is gesteld dat verdachte via de berichten contact met [slachtoffer] heeft onderhouden, omdat verdachte werd bedreigd. Het nadere onderzoek zou mogelijk de dreigberichten kunnen aantonen, aldus de raadsman.
De rechtbank overweegt omtrent het onderzoek naar de telefoongegevens van verdachte het volgende. Verdachte heeft verklaard dat hij door een "snotjongen" op straat is aangesproken en dat deze persoon hem heeft gedreigd. Verdachte zou goed voor [slachtoffer] moeten zorgen anders zou de zoon van verdachte iets overkomen. Verdachte is deze persoon meerdere malen tegengekomen. Tevens heeft verdachte een briefje in de brievenbus ontvangen, waaruit zou blijken dat deze persoon weet waar verdachte woonachtig is. Verdachte raakte naar eigen zeggen door deze bedreiging in paniek. Volgens verdachte nam [slachtoffer] vervolgens via berichten contact met hem op. Verdachte heeft deze bedreiging en het contact met [slachtoffer] vervolgens geïnterpreteerd als dat [slachtoffer] verliefd op hem was en dat hij seksuele getinte berichten naar haar moest zenden en net moest doen of ze met elkaar afspraken om [slachtoffer] tevreden te houden.
De rechtbank acht deze verklaring van verdachte, gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, volstrekt ongeloofwaardig. Uit de berichten blijkt dat het initiatief tot de ontmoetingen en de seksuele lading van de berichten volledig bij verdachte lag. [slachtoffer] gaf voornamelijk korte antwoorden en ging met verdachte mee. Ze heeft ook meerdere malen afwijzend gereageerd. Voorts heeft verdachte geen enkel begin gemaakt met het aannemelijk maken van zijn verklaring. Het briefje zou hij hebben weggegooid en hij heeft in augustus 2013, terwijl hij een professioneel hulpverlener is, niemand over deze dreigementen ingelicht. Volgens verdachte en zijn toenmalig raadsman, mr. Anker, heeft verdachte samen met hem in september 2013 een aantal dreigberichten op zijn telefoon geopend. De rechtbank wil dit aannemen, maar deze berichten zijn van na 21 augustus 2013 dus na de strafbare feiten, toen er reeds een verdenking richting verdachte was gerezen, en kunnen derhalve geen invloed hebben gehad op het plegen van de feiten. Hetzelfde geldt voor de berichten die de vriendin van verdachte gezien zou hebben in september 2013.
Voorts blijkt uit het dossier dat de telefoon van verdachte reeds door de politie is onderzocht en dat er geen dreigberichten of andere gegevens die de verklaring van verdachte kunnen ondersteunen op zijn telefoon zijn aangetroffen.
Ten aanzien van het onderzoek naar de zendmastgegevens overweegt de rechtbank het volgende. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 21 augustus 2013 in verdachtes aanwezigheid verkeerde. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen wordt haar verklaring ondersteund door de door verdachte verzonden berichten. Op basis hiervan acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] geloofwaardig. Voorts blijkt uit het dossier ook dat er reeds onderzoek is geweest naar de dekkingskaart die door de provider van verdachte, Vodafone, is verstrekt. Hieruit blijkt dat de telefoon van verdachte tussen 14.09 uur en 14.23 uur in een gebied is geweest waarin ook de [adres 2] te [pleegplaats 2] zich bevindt, zijnde de plek waar verdachte en [slachtoffer] elkaar rond die tijd volgens de berichten van verdachte zouden hebben ontmoet. Door de verdediging is niet dan wel onvoldoende aangevoerd dat dit onderzoek op onjuiste wijze is uitgevoerd.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank, evenals de officier van justitie, geen noodzaak tot het laten verrichten van nader onderzoek naar de telefoongegevens van verdachte en de zendmastgegevens van de telefoon van verdachte en die van [slachtoffer]. De rechtbank wijst derhalve het verzoek tot aanhouding van de raadsman af.

Redengeving bewezenverklaring

De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen hierna bewezen zal worden verklaard en de rechtbank heeft op grond daarvan de overtuiging bekomen dat verdachte het hierna bewezen verklaarde heeft begaan.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 21 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 2] in de gemeente Achtkarspelen, als pedagogisch medewerker bij [instelling], met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte,
- zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en gehouden en zogenoemd geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] gehad en
- die [slachtoffer] getongzoend
en
hij op 12 augustus 2013 te[pleegplaats 1] in de gemeente[pleegplaats 1], als pedagogisch medewerker bij [instelling], met [slachtoffer], geboren op [geboortedatum], die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het
- betasten van de bedekte en onbedekte borst en bedekte en onbedekte schaamstreek van die [slachtoffer] en
- door die [slachtoffer] laten aanraken van zijn, verdachtes, ontblote penis en
- brengen van zijn, verdachtes, ontblote penis tussen de benen en tegen de schaamstreek van die [slachtoffer] en
- tongzoenen van die [slachtoffer].
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam en met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het trajectconsult opgemaakt door het Nederlands Forensisch Instituut voor Psychologie en Psychiatrie op 6 december 2013, het reclasseringsadvies opgemaakt door Verslavingszorg Noord Nederland op 24 januari 2014, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, met een verstandelijk beperkt meisje van vijftien jaar. Verdachte was werkzaam als pedagogisch medewerker bij [instelling] te[pleegplaats 1] en was werkzaam met verstandelijk beperkte jeugdigen. Toen het meisje tijdens een crisisplaatsing in [instelling] verbleef was verdachte haar co-coach. Nadat het meisje in een pleeggezin was geplaatst had verdachte via de sms en Whatsapp contact met het meisje. Verdachte zond haar vergaande seksueel getinte berichten en foto's. Tevens heeft hij via de berichten twee ontmoetingen met het meisje geregeld en vervolgens seksuele handelingen met haar gepleegd. Tijdens de tweede ontmoeting heeft hij geslachtsgemeenschap met het meisje gehad.
Verdachte heeft de lichamelijke integriteit van het meisje ernstig geschonden, terwijl toch algemeen bekend is dat jeugdige slachtoffers van dergelijke delicten daarvan later nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. Verdachte behoorde zich hier als pedagogisch medewerker ter dege van bewust te zijn. Verdachte heeft met zijn handelen miskend dat jeugdigen juist bescherming behoeven tegen seksuele benadering door volwassenen en dat zij op die bescherming, zeker van professionele hulpverleners, ook moeten kunnen rekenen. De rechtbank rekent verdachte dat bijzonder zwaar aan.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Uit het dossier blijkt echter dat er aanwijzingen zijn dat verdachte seksuele toenadering heeft gezocht tot meerdere meisjes die op [instelling] verbleven, ook nadat hij was ontslagen. De rechtbank acht deze informatie zeer zorgelijk.
Uit het reclasseringsadvies blijkt het volgende. Verdachte is ten gevolge van de onderhavige strafzaak ontslagen en is thans werkloos. Verdachte heeft professionele hulp gezocht voor zijn psychische- en verslavingsproblemen, omdat hij zich niet meer staande kan houden.
Vanwege de ontkennende houding van verdachte heeft de reclassering geen indicatie kunnen geven voor wat betreft het risico op herhaling van soortgelijk delictgedrag en heeft de reclassering zich onthouden van het geven van een strafadvies.
De rechtbank is van oordeel dat bij overtreding van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht -een bepaling die strekt tot de bescherming van de lichamelijke integriteit van afhankelijke en kwetsbare personen- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt dient te zijn. De rechtbank zal echter een substantieel deel van deze straf voorwaardelijk opleggen om verdachte tijdens de proeftijd ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank in de onderhavige zaak een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, de meeste passende reactie op het bewezen verklaarde handelen van verdachte. Tevens acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde ontzetting van de uitoefening van het beroep van pedagogisch medewerker en aanverwante beroepen voor de duur van zes jaren aangewezen om het gevaar voor herhaling te beperken.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen telefoon van het merk en type Apple Iphone 5 vatbaar voor verbeurdverklaring nu het onder 1. ten laste gelegde feit is voorbereid met de telefoon en dit goed toebehoort aan verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen laptop van het merk en type Dell Xps M1530, na verwijdering van de hierop aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, aan verdachte moet worden teruggegeven nu verdachte van het onder 2. ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 28, 31, 33, 33a, 57, 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart de dagvaarding geldig.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot tien maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Ontzetting van de uitoefening van het beroep van pedagogisch medewerker en aanverwante beroepen voor de duur van zes jaren.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen telefoon van het merk en type Apple Iphone 5.
Gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven laptop van het merk en type Dell Xps M1530, na verwijdering van de hierop aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. M. Jansen en mr. Y. Huizing, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 maart 2015.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Jansen
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Huizing
locatie Leeuwarden,
Zandstra-Alkema