In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van uitkeringsfraude. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. M. Helmantel, was aanwezig op de zitting van 26 februari 2015. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Houwink. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk nalaten van het verstrekken van noodzakelijke gegevens aan de gemeente Veendam, waardoor de hoogte en duur van zijn WWB-uitkering niet correct konden worden vastgesteld. Dit gebeurde in de periode van 1 juli 2009 tot en met 11 maart 2014.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende bijna vijf jaar opzettelijk geen melding heeft gemaakt van zijn inkomsten uit handel via internet en het verzamelen van oud ijzer, en dat hij zijn vermogen niet heeft gemeld in verband met ontvangen auto-onderdelen. Dit leidde tot een benadelingsbedrag van € 84.210,47. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het sociale stelsel, wat uiteindelijk de mensen die afhankelijk zijn van sociale voorzieningen benadeelt.
De rechtbank heeft de verdachte eerder veroordeeld voor een soortgelijk delict en heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en het recidiverisico. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft bepaald dat bij niet-naleving van de taakstraf vervangende hechtenis van 120 dagen zal worden opgelegd.