ECLI:NL:RBNNE:2015:1266

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 januari 2015
Publicatiedatum
19 maart 2015
Zaaknummer
18.930206-14
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplichtigheid aan de verkoop en het bezit van cocaïne en heroïne

Op 30 januari 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de verkoop, aflevering, verstrekking, vervoer en het aanwezig hebben van cocaïne en heroïne. De feiten vonden plaats tussen 26 september 2014 en 8 oktober 2014. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze drugs in haar woning en opzettelijk gelegenheid heeft verschaft aan haar medeverdachte door haar woning beschikbaar te stellen voor het verpakken en bewaren van de drugs. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 35 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en behandeling door de FJP in Assen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit, omdat niet bewezen kon worden dat zij tezamen en in vereniging met anderen handelde. De rechtbank baseerde haar beslissing op de verklaringen van de verdachte, de medeverdachten en getuigen, alsook op de in beslag genomen drugs en andere bewijsmiddelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft voor de handel in drugs, wat een ernstige schending van de volksgezondheid inhoudt. De rechtbank hield rekening met de eerdere strafbare feiten van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 18/930206-14
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats]
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 16 januari 2015.
Verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. J.H.S. Kroeze, advocaat te Hoogeveen.
Tevens zijn ter terechtzitting aanwezig de [medeverdachte 2] en zijn raadsman
mr. H.J. Pellinkhof, alsmede de [medeverdachte 1] en zijn raadsman, mr. H.A. Koning.

Tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2013 tot en met 9 oktober 2014 te [pleegplaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 4 Opiumwet
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 1 maart 2013 tot en met 9 oktober 2014 te [pleegplaats], althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk hebben/heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig hebben/heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 maart 2013 tot en met 9 oktober 2014 te [pleegplaats], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] de door haar bewoonde woning beschikbaar te stellen voor het verpakken en/of bewaren van genoemd(e) middel(en);
art 2 ahf/ond B Opiumwet
art 2 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/ sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Souër acht hetgeen subsidiair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
- een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering;
- een werkstraf voor de duur van 180 uren te vervangen door 90 dagen hechtenis;
-de inbeslaggenomen drugs dienen te worden onttrokken aan het verkeer, de overige inbeslaggenomen goederen, met uitzondering van een GSM, merk BlackBerry, dienen te worden verbeurdverklaard. De GSM, merk BlackBerry, dient te worden teruggegeven aan [verdachte].

De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak

De verdachte dient van het primair tenlastegelegde feit te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name niet bewezen, dat sprake is van tezamen en in vereniging met een ander verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en aanwezig hebben van cocaïne en heroïne. De rechtbank acht niet bewezen dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen [verdachte] enerzijds en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]anderzijds.

Bewijsmotivering

De rechtbank baseert haar beslissing dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die hierna in samenvattende vorm worden weergegeven en die voorkomen in de in de voetnoten weergegeven gebezigde bewijsmiddelen.
- een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisanten 1] [1] d.d. 9 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Op 8 oktober 2014 omstreeks 23.00 uur krijgen verbalisanten de melding van de recherche van de regionale eenheid Assen, dat op de Rijksweg A20 van Rotterdam richting Gouda een personenauto, Opel Corsa ([kenteken]) reed, waarbij de inzittenden konden worden aangehouden op grond van overtreding van de Opiumwet. Door verbalisanten is de auto staande gehouden. [medeverdachte 1] was bestuurder van de auto en [medeverdachte 2] was bijrijder. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn aangehouden.
- een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] [2] d.d. 9 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Door [verbalisant 1] is de auto, Renault Twingo ([kenteken]) inbeslaggenomen. Verbalisant was in het bijzijn van speurhond verdovende middelen Brando. Brando maakte een melding op een zwarte schoudertas. Dit schoudertasje lag bij de bijrijdersstoel. In de tas lag een gripzakje met vermoedelijk hennep (ongeveer 7 gram). In de buurt van een zekeringenkastje in het motorcompartiment onder de motorkap toonde Brando een sterk verhoogde zoekinteresse. Er lag een doorzichtig plastic zakje, gevuld met op heroïne gelijkend poeder (ongeveer 106 gram).
- een proces-verbaal van verdovende middelen [3] d.d. 10 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Een zakje met bruin poeder, netto 99,8 gram waaraan SIN AAHE7630NL is gekoppeld; MMC positief op heroïne
- een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut [4] d.d. 30 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
SIN AAHE7630NL bevat heroïne
- een proces-verbaal van bevindingen van doorzoeking in de woning aan de [adres] te [plaats] [5] d.d. 10 oktober 2014, inhouden, kort en zakelijk weergegeven:
In het pand aan de [adres] te [plaats] werd op 9 oktober 2014 een doorzoeking verricht. In de woonkamer werd op een eettafel een rolletje plastic boterhamzakjes, een schaar en een doosje van een digitale grammenweegschaal aangetroffen. Daarnaast zag [verbalisant 3] hele kleine deeltjes witte stof liggen. Uit de verkleuring van een tracewipe van MMC, bleek dat het mogelijk ging om cocaïne. Onder de tafel lag een brokje bruin kleurig materiaal, vermoedelijk heroïne (goed 1-1-1). Bij de plint lag een brokje crème kleurig materiaal, vermoedelijk cocaïne (goed 1-1-2). In de TV kast werd door [verbalisant 4] een brokje hasj, sim-kaarten, een Nokia GSM, een BlackBerry en een Gucci tas aangetroffen met daarin GSM toestellen, een digitale grammenweegschaal en een mesje. In de hal werd in een doos van een frituurpan door [verbalisant 5] een plastic boterhamzakje met crème kleurige brokken, vermoedelijk gekookte cocaïne (goed 1-2-1 foto 8), en een digitale grammenweegschaal aangetroffen. In de bijkeuken werd een auto pot krik, ambtshalve bekend voorwerp waarmee cocaïne kan worden verwerkt, aangetroffen. Op de bovenverdieping lag in de werkkamer een speelgoedhond met daarin een brokje beige kleurig materiaal, vermoedelijk heroïne (goed 2-1-1 foto 12). Op de tafel in de werkkamer lagen zeer kleine brokjes beige stof en crème kleurige stof (goed 2-1-2, foto 13). In de slaapkamer werd in een kastje een Nokia GSM aangetroffen. Op de grond lag een Converse tas waarin een zakje met kleine bolletjes crème kleurig en beige kleurig materiaal, gebruikershoeveelheden van vermoedelijk heroïne en cocaïne (goed 2-3-2), aangetroffen. Tevens werd in deze tas een zakje met beige kleurig materiaal aangetroffen, vermoedelijk heroïne (goed 2-3-3).
- een kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) [6] d.d. 11 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Volgnummer 11, op pagina 70, goednummer PL0300-2014075206-309859 (goed 1-1-1), 1 brokje vermoedelijk heroïne onder de tafel aangetroffen.
Volgnummer 13, op pagina 71, goednummer PL0300-2014075206-309861 (goed 1-1-2), brokje vermoedelijk cocaïne onder de tafel aangetroffen.
Volgnummer 10, op pagina 70, goednummer PL0300-2014075206-309858 (goed 1-2-1), plastic zak met vermoedelijk gekookte cocaïne.
Volgnummer 18, op pagina 74, goednummer PL0300-2014075206-309867 (goed 2-1-1) zakje met een brok vermoedelijk heroïne.
Volgnummer 12, op pagina 71, goednummer PL0300-2014075206-309860 (goed 2-1-2) kruimels mogelijke resten van cocaïne en heroïne van tafel.
Volgnummer 16, op pagina 73, goednummer PL0300-2014075206-30965 (goed 2-3-3) een zakje met vermoedelijk heroïne.
Volgnummer 17, op pagina 73, goednummer PL0300-2014075206-309866 (goed 2-3-2) een zakje met gebruikers bolletjes vermoedelijk heroïne.
- een proces-verbaal van verdovende middelen [7] d.d. 13 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
De ontvangen vermoedelijk verdovende middelen, worden door ons alleen onderzocht als ze in beslag genomen zijn. Alvorens over te gaan tot het verrichten van een indicatieve test op een goed of een monster, wordt deze voorzien van een S(poor) I(dentificatie) N(ummer). Bij alle vervolgonderzoeken zal naar dit unieke nummer verwezen worden.
Goednummer PL0300-2014075206-309859; bruin brokkelig poeder:
Netto 0,018 gram: MMC positief op heroïne;
genomen monster: SIN AAGP2903NL;
Goednummer PL0300-2014075206-309861; een heel klein brokje witte substantie:
Netto 0,007 gram; MMC positief op cocaïne;
genomen monster: SIN AAGW8483NL;
Goednummer PL0300-2014075206-309858; een dichtgeknoopt zakje van kleurloos plastic met daarin 2 dichtgeknoopte zakjes van kleurloos plastic met daarin:
a. Netto 49,231 gram; MMC positief op cocaïne;
genomen monster: SIN AAHS9028NL;
Netto 49,583 gram; MMC positief op cocaïne;
genomen monster: SIN AAHS9029NL;
Goednummer PL0300-2014075206-309867; een dichtgeknoopt zakje van kleurloos plastic met daarin een dichtgeknoopt zakje van kleurloos plastic, met een grote bruine brok en bruin brokkelig poeder:
Netto 5,018 gram; MMC positief op heroïne;
genomen monster: SIN AAHS9027NL;
Goednummer PL0300-2014075206-309860; wit poeder (a), 3 hele kleine zwarte brokjes (b) en bruin poeder (c):
Netto 0,007 gram na de test geen restant; MMC positief op cocaïne
Netto 0,004 gram na de test geen restant; MMC negatief
Netto 0,007 gram; MMC positief of heroïne;
genomen monster: SIN AAGW8482NL;
Goednummer PL0300-2014075206-30965; dichtgeknoopt zakje van kleurloos plastic met bruin brokkelig poeder:
Netto 3,515 gram; MMC positief op heroïne;
genomen monster: SIN AAHS9031NL;
Goednummer PL0300-2014075206-309866; een dichtgeknoopt stukje kleurloos plastic met daarin 11 dichtgeknoopte bolletjes van kleurloos plastic met bruine brokjes en poeder (a) en 1 dichtgeknoopt bolletje van kleurloos plastic met witte brokjes en poeder (b):
a. Netto 1,171 gram; MMC positief op heroïne;
genomen monster: SIN AAGP2528NL;
Netto 0,095 gram; MMC positief op cocaïne;
Genomen monster: SIN AAHS9030NL.
De bovengenoemde genomen monsters worden naar het NFI gestuurd.
- een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut [8] d.d. 27 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
SIN AAHS9028NL bevat cocaïne
SIN AAHS9029NL bevat cocaïne
SIN AAGP2903NL bevat heroïne
SIN AAGW8482NL bevat heroïne en cocaïne
SIN AAGW8483NL bevat cocaïne
SIN AAHS9031NL bevat heroïne
SIN AAGP2528NL bevat heroïne
SIN AAHS9030NL bevat cocaïne
SIN AAHS9027NL bevat heroïne
- een proces-verbaal van bevindingen van de historische gegevens van de GSM van [medeverdachte 2] [9] d.d. 28 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Tijdens een doorzoeking zijn een aantal GSM’s onder [medeverdachte 2] inbeslaggenomen. Er is onderzoek verricht aan de telefoons. Het toestel met [IMEInummer 1] was actief van 11 februari 2014, 15.58 tot 4 oktober 2014, 12.09 uur met [simkaart 1]. Op 19, 25, en 27 mei 2014, 3, 4, 13 en 21 juni 2014 en 10,11 en 30 juli 2014 heeft de simkaart masten in Rotterdam aangestraald. Het toestel met [IMEInummer 2] was actief van 26 augustus 2014, 01.52 uur tot en met 8 oktober 2014, 23.58 uur met [simkaart 2]. Op 7, 8 en 18 september 2014 en op 2 en 8 oktober 2014 heeft de simkaart masten in Rotterdam aangestraald. Op de twee toestellen met [simkaart 1] en [simkaart 2] staan vanaf 11 februari 2014 gespreksgegevens met diverse ambtshalve bekende gebruikers van verdovende middelen, waarbij de gebruikers contact opnemen met deze toestellen.
- een proces-verbaal van bevindingen van de historische gegevens van de GSM van [medeverdachte 1] [10] d.d. 10 november 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Tijdens een doorzoeking zijn een aantal GSM’s onder [medeverdachte 1] inbeslaggenomen. Er is onderzoek verricht aan de telefoons. Het toestel met [IMEInummer 3] was actief van 4 februari 2014, 18.09 uur tot en met 8 oktober 2014 met [simkaart 3]. Op 19 mei 2014, 21 juni 2014, 2 augustus 2014 en 18 september 2014 heeft de simkaart masten in Rotterdam aangestraald. Het toestel met [IMEInummer 4] was actief van 25 augustus 2014, 20.07 uur tot en met 8 oktober 2014 met [simkaart 4]. Op 18 september 2014 en 2 en 3 oktober 2014 heeft de simkaart masten in Rotterdam aangestraald. Op de twee toestellen met [simkaart 3] en [simkaart 4] staan vanaf 4 februari 2014 gespreksgegevens met diverse ambtshalve bekende gebruikers van verdovende middelen, waarbij de gebruikers contact opnemen met deze toestellen.
- een uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] ([telefoonnummer 1]) en [medeverdachte 1] ([telefoonnummer 2]) [11] d.d. 28 september 2014, 01.13.08 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 2]: Ok kan je mij even een paar dingen geven
[medeverdachte 1]: eeuh ja is goed kom naar die dinge..
[medeverdachte 2]: ja want ik heb zowieso [persoon 1] bijvoorbeeld weet je die moet een hele en het is zaterdag dus ik ga niet veel doen
[medeverdachte 1]: ja nou ja ik heb alleen maar dinges man
[medeverdachte 2]: wat
[medeverdachte 1]: ik heb alleen pakjes, ik maak alleen 1 hele donker
[medeverdachte 2]: nee, ik heb hier nog wel hele donker volgens mij
[medeverdachte 1]: Ok wat moet ik je geven dan, hoeveel donker heb je nog dan
[medeverdachte 2]: ik geen licht alleen, ik heb alleen geen licht.
- een uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] ([telefoonnummer 2]) en [medeverdachte 2] ([telefoonnummer 1]) [12] d.d. 28 september 2014, 01.24.47 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1]: jo ik heb zo 20 en een hele gepakt
[medeverdachte 2]: euh ja is goed ik heb nog 25 ofzo van die donker is genoeg toch
- een uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] ([telefoonnummer 2]) en [medeverdachte 2] ([telefoonnummer 1]) [13] d.d. 29 september 2014, 19.42.08 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1]: oke is goed, die moet ik dan wel even maken dan man
[medeverdachte 2]: doe maar rustig ik heb [persoon 2] zij wacht wel
[medeverdachte 1]: ja, alleen [persoon 2], hoeveel pakjes moet zij hebben dan
[medeverdachte 2]: ik weet niet, ze dinges 50 en ik zei tegen haar vandaag krijg je extraatje als je straks weer halt weet je
[medeverdachte 1]: ik weet niet moet gewoon even 10 pakjes maken wolla. Hoeveel donker heb je dan nog dan maak ik het wel na die donker
[medeverdachte 2]: … ik heb misschien maar 3 of 4 donker weggedaan
[medeverdachte 1]: nou dat is niks nee, ik maak gewoon even 15 pakjes ofzo licht en dan kom ik buiten.
- een uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] ([telefoonnummer 1]) en [medeverdachte 1] ([telefoonnummer 2]) [14] d.d. 1 oktober 2014, 12.18.50 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 2]: Ik heb wel meerdere mensen wachten al
[medeverdachte 1]: je laat ze op 1 plek komen niet al te opvallend anders moet je tegen ze zeggen bel [persoon 3]. Zowiezo hoe ik bij jou deed toch als ik 2x weg was, dan zeg ik tegen die smsjes je hebt de nummer als ze me niet hadden of eeuh bel hem kan ik zelf afspraak met ze maken is toch makkelijk.
- een uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] ([telefoonnummer 2]) en [verdachte] ([telefoonnummer 3]) [15] d.d. 26 september 2014, 18.10 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1]: die dingen maken zich niet zelf
[verdachte]: wat?
[medeverdachte 1]: die dingen maken zich niet zelf
[verdachte]: wat?
[medeverdachte 1]: die dingen maken zich niet zelluff!!
[verdachte]: nou wat een onzin dat weet je zelf ook wel. Ik ben niet laat thuis hoor dan euh … moet je het gewoon klaar leggen dan maak ik dat, ik ben morgen toch vrij.
[medeverdachte 1]: als je deze dingen nou maakt was je op de helft he?
[verdachte]: nou .. ik… ik
[medeverdachte 1]: ach joh laat … dat je vanochtend ik pak eentje ik zie wel dikke gat in (fon) ik denk god machtig joh laat maar zitten
[verdachte]: nou dat kan helemaal niet, want jij hebt alle gemaakt gister! Dus dat is jouw schuld.
[medeverdachte 1]: … ooh okee is goed meisje. Wat jij wil ik denk niet dat ik brand (fon) maar is goed. Ik knoop nog altijd.
[verdachte]: ik heb helemaal geen licht gemaakt!
- een uitwerking van een opgenomen telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] ([telefoonnummer 2]) en [verdachte] ([telefoonnummer 3]) [16] d.d. 26 september 2014, 21.56 uur, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1]: ga naar die kleine kamer waar je die dak op kan, met die grote raam
[verdachte]: wacht even
[medeverdachte 1]: laat vallen die troep
[verdachte]: ja duh dat weet ik ook wel moet gewoon.
[medeverdachte 1] ja snel
[verdachte]: wat snel! Hou je mond doen niet zo stoer ik ben je focking hond niet!
[medeverdachte 1]: ik hou van je
[verdachte]: ja zou ik ook zeggen!
[medeverdachte 1]: okee is goed, dan euh aan het einde daar heb je al die bult
[verdachte]: die bult?
[medeverdachte 1]: een laken, zo’n zo’n laken zo een beetje scheef …
[verdachte]: ja ik heb je weegschaap al en nu?
[medeverdachte 1]: j a en daarnaast wat zit daar nog meer? Zit er nog een zak met witte spul?
[verdachte]: neehee..
[medeverdachte 1]: echt wel
[verdachte]: ooh jawel! Daaronder. Nog 1
[medeverdachte 1]: wil je uit die witte zak wil je daar euh … iets van 15 gram uit wegen en dat even zo meteen naar mij toe brengen.
[verdachte]: jooh
- een verklaring van verdachte [verdachte] [17] d.d. 13 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Op de vraag waarom de cocaïne van [medeverdachte 1] is, antwoordt [verdachte] dat [medeverdachte 1] een crimineel is. Hij doet foute dingen. Ik mag zijn naam niet over de telefoon noemen, hij verkoopt wiet en misschien ook wel cocaïne. Hij maakt in mijn woning de cocaïne klaar. Ik weet inmiddels dat die tafel positief is getest op cocaïne. Daarom kan het niet anders. Het gesprek ging over supermix. Dat moest ik afwegen. Soms 5, 10 of 15 gram. Dat is heel goedkoop en kost een paar euro in de smartshop. Er moesten dingen worden klaargemaakt. Ik heb wel eens cocaïne gezien bij [medeverdachte 1]. Dat is denk ik 3 weken geleden geweest. Hij droeg het bij zich in een tasje. Dat tasje droeg hij om zijn nek. Het tasje was open en hij haalde het er uit. Hij was druk aan het bellen en sprak ook Marokkaans aan de telefoon. Hij zei mij in het Nederlands dat het cocaïne en heroïne was, maar dat ik daar niks mee te maken had. Het waren allemaal bolletjes in een wiet zakje. Dus bij elkaar. Ik denk 10 of 15 bolletjes. Ik heb het in 2012 ook al eens bij hem gezien. Op de vraag ‘je pakt hier volgens ons 5 gram cocaïne. Waar haalde je het nu vandaan?’ antwoordt [verdachte] dat het kwam uit een boterhamzakje. Dat was poederachtig. Dat was uit een grote zak. De inhoud van het zakje was minder dan het zakje op de foto die u mij toont. Er was ook en ander zakje. Dat zag er anders uit. Dat was niet glinsterend, maar wel wit of gelig.
- een verklaring van [medeverdachte 1] [18] d.d. 16 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
In maart 2013 ging het weer mis en begon ik weer te gebruiken. Ik ben toen ook weer begonnen met het verkopen van drugs, om mijn eigen gebruik te compenseren. Ik verkoop cocaïne en heroïne. Als je het over wit hebt, dan kan het over cocaïne gaan. Bij de term bruin, kan het over heroïne gaan. Alles wat bij [verdachte] is gevonden is van mij. In de tas, in de beer, in een hoekje in de keuken. De heroïne die je in de auto hebt gevonden, onder de motorkap in een kastje, is van mij. [medeverdachte 2] was daar niet bij. Die was weggegaan met een andere jongen. Hij was er niet bij toen ik de heroïne kocht. Hij wist wel dat ik het ging kopen. Ik maak bolletjes, ik knoop ze dicht. Ik knoop zowel wit als bruin. Bij [verdachte] in huis, in de woonkamer, of als ze er was in het kleine kamertje bij die raam.
- een verklaring van [medeverdachte 1] [19] d.d. 21 november 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Tot de zomer van 2013 was het maar een paar gram per week.
- een verklaring van [medeverdachte 2] [20] d.d. 16 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Ik wilde mijn eigen verslaving bekostigen. Ja wit en bruin, die termen werden ook wel genoemd. Licht voor cocaïne en bruin voor heroïne. Heroïne koop ik kant en klaar en verpak ik zelf. Soms liet ik weleens een gebruiker pakjes maken. Het is wel eens zo dat [medeverdachte 1] wel eens iets voor mij heeft gedaan. [medeverdachte 1] maakte weleens voor mij klaar. Soms schoof ik een gebruiker door naar [medeverdachte 1]. Dan kon ik even niet iemand helpen en belde ik [medeverdachte 1] of andersom.
- een verklaring van [medeverdachte 2] [21] d.d. 17 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
De reden om naar Rotterdam te gaan was inkoop van heroïne. Samen inkopen en dan splitten. We konden een deel betalen en een deel kregen we gewoon mee. Mijn deel was 1200 euro en dat deel heb ik gepoft. Volgens mij ben ik 1 keer eerder bij die gast geweest.
- een verklaring van [getuige 1] [22] d.d. 14 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
[persoon 3] is een Marokkaan uit [plaats]. Ik kan mij herinneren dat ik in de zomer van 2013 van hem kocht. Ik kocht van hem cocaïne en heroïne. Ik denk gemiddeld 2 of 3 keer per week voor 100-300 euro. Ik bestelde altijd in grammen. Dus met donker bestelde ik heroïne en met licht bestelde ik cocaïne. Ik belde [persoon 3] op [telefoonnummer 4] en later [telefoonnummer 2]. Er was ook nog een andere jongen bij. Bol gezicht, kort haar, stevig postuur. Kleiner dan [persoon 3]. Hij deed ook handel, want ik weet dat hij mij ook wel eens heeft gezegd dat als ik [persoon 3] niet kon bereiken, dat ik hem wel kon bereiken. Die andere jongen noemde zich [medeverdachte 2]. Ik herken [persoon 3] en [medeverdachte 2] op de foto’s die u mij toont. Op de foto’s staan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2].
- een verklaring van [getuige 2] [23] d.d. 15 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Ik bestelde heroïne, per week meestal 70 euro. Ik bel verschillende nummers. Zijn bijnaam is [medeverdachte 2]. Het is een licht getinte jongen, beetje gezet, rond de 175cm, donker haar. Bijlage 1 wordt getoond, dat is [medeverdachte 2] die ik ken en waar ik mijn heroïne bestel. Ik belde hem op het nummer [telefoonnummer 1]. Ik denk dat ik twee maanden bij hem bestel. Daarnaast bestelde ik bij [persoon 3]. Een licht getinte jongen, rond de 20 jaar, ook 175 lang of zo dun postuur, kortgeschoren haar. Hij zit wel eens bij [medeverdachte 2] in de auto. Ik denk dat ik pas 4 weken bij hem bestel. Dat telefoonnummer heb ik gekregen van [medeverdachte 2], want die was er niet. Ik bel hem op, maken een afspraak op locatie en ik geef hem geld, dan krijg ik van [medeverdachte 2] of [persoon 3] de verdovende middelen. Bijlage 2 wordt getoond. Dat is de persoon die ik ken als [persoon 3]. Ik weet ook zijn echte naam, [medeverdachte 1] .
- een verklaring van [getuige 3] [24] d.d. 15 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Ik kocht een bolletje wit (cocaïne) en een bolletje bruin (heroïne) van een persoon genaamd [persoon 3]. Hij brengt de drugs, hij komt uit [plaats]. Ze komen met zijn tweeën in een groen Golfje en brengen de drugs op afspraak. [persoon 3] rijdt zelf niet, hij zit er naast. Zijn telefoonnummers zijn [telefoonnummer 5] en [telefoonnummer 2]. Ik bestelde circa 10 keer, elke keer een bolletje. Hij is ongeveer een jaar mijn leverancier.
- een verklaring van [getuige 4] [25] d.d. 16 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Ik neem zowel heroïne als cocaïne af. Wit is cocaïne en bruin is heroïne. Ik bel dan [telefoonnummer 2]. Meestal laat ik hem bij mij komen. Of hij of die andere jongen kwam als ik belde. Ik belde sinds de zomer van 2014, ik weet het niet precies, ongeveer 4 maanden, begin zomer.
- een verklaring van [getuige 5] [26] d.d. 30 oktober 2014, inhoudende, kort en zakelijk weergegeven:
Een jongen genaamd [persoon 3] verkocht echt goed spul, hij deed daar ook zijn best voor. Ik denk dat ik vier maanden van hem gekocht heb. [persoon 3] kwam ook wel eens met zijn collega [medeverdachte 2]. Ik koop net zo lang van [medeverdachte 2] als dat ik dat van [persoon 3] doe.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen gaat de rechtbank uit van de volgende feitelijke gang van zaken.
Nadat [medeverdachte 1] vanaf maart 2013 weer is teruggevallen in zijn drugsgebruik start hij de handel in verdovende middelen op. Hij verkoopt en levert sindsdien cocaïne en heroïne aan verschillende harddrugsgebruikers, waaronder [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3], [getuige 5] en [getuige 4]. Vanaf juni 2014, kort voor de TT Assen in eind juni 2014, besluit [medeverdachte 2], om net als [medeverdachte 1], cocaïne en heroïne te verkopen aan voornoemde drugsgebruikers. [medeverdachte 2] zou met de opbrengsten zijn wietverslaving kunnen bekostigen en zijn vaste lasten betalen. De inkoop van de heroïne en cocaïne vindt grotendeels plaats in Rotterdam. Meermalen gaan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samen naar Rotterdam, zoals blijkt uit de eigen verklaringen en uit de historische gegevens van de GSM toestellen en bijbehorende simkaarten van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. De cocaïne en heroïne wordt in hoeveelheden van ongeveer 100 gram ingekocht en vervolgens in kleinere gebruikershoeveelheden verdeeld, in boterhamzakjes verpakt en dichtgeknoopt. Onderling geven [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] elkaar bolletjes voor de verkoop en schuiven zij gebruikers naar elkaar door. Daarnaast gaan zij ook samen naar gebruikers toe om de verkochte drugs af te leveren. Tijdens de aanhouding van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is een hoeveelheid van 100 gram heroïne aangetroffen in de Renault Twingo waarin zij zaten. Bij een huiszoeking in het huis van [verdachte], de vriendin van [medeverdachte 1], aan de [adres] te [plaats], treffen de verbalisanten op meerdere locaties in het huis cocaïne, heroïne, telefoons, weegschalen en verpakkingsmateriaal aan. [medeverdachte 1] verklaart dat de aangetroffen drugs zijn eigendom zijn.
Door de verdediging is het standpunt ingenomen dat onvoldoende bewijs is voor medeplichtigheid aan de handel in drugs door zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2], aangezien [verdachte] geen wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van cocaïne en heroïne in haar huis. [verdachte] zou wel wiet en hasj hebben klaargemaakt en wetenschap hebben gehad van supermix in haar huis.
De rechtbank is van oordeel dat uit de opgenomen telefoongesprekken van 26 september 2014 volgt dat [verdachte] met [medeverdachte 1] spreekt over het afwegen van wit poeder. [verdachte] zegt in de opgenomen telefoongesprekken eveneens dat zij dingen heeft gemaakt, bijna op de helft is, maar geen licht heeft gemaakt. Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat met licht cocaïne wordt bedoeld. [verdachte] verklaart dat met het afwegen van het witte poeder, supermix wordt bedoeld. Supermix is een versnijdingsmiddel voor cocaïne. Supermix past niet bij de verwerking van hasj en wiet zoals zij zelf verklaart. Daarnaast verklaart [verdachte] dat zij in 2012 en drie weken voor dat zij is aangehouden, [medeverdachte 1] heeft gezien met cocaïne. In het huis van [verdachte] is bij de tafelpoot en bij de plint in de woonkamer brokjes heroïne en cocaïne aangetroffen, terwijl [medeverdachte 1] niet in het huis aanwezig was. [verdachte] was wel aanwezig in het huis. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] wetenschap van en opzet heeft gehad op de aanwezigheid van cocaïne en heroïne in haar huis en de handel in drugs door [medeverdachte 1]. De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door aan [medeverdachte 1] de door haar bewoonde woning beschikbaar te stellen voor het verpakken en bewaren van cocaïne en heroïne. Het door de verdediging gevoerde verweer wordt verworpen. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet bewezen kan worden dat zij wetenschap had van handel in cocaïne en heroïne door [medeverdachte 2] en spreekt haar daarvan vrij.
De rechtbank kan zich verenigen met het door de verdediging subsidiair aangevoerde standpunt dat de periode van medeplichtigheid dient te worden verkort tot een periode van 25 september 2014 tot en met 9 oktober 2014. Op 26 september 2014 is het eerste opgenomen telefoongesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] opgenomen in het dossier. De rechtbank acht onvoldoende bewijs ter ondersteuning van de stelling dat sprake is van medeplichtigheid in de periode van 1 maart 2013 tot 25 september 2014.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verschaffen van gelegenheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, gepleegd in de periode van 25 september 2014 tot en met 9 oktober 2014.

Hetgeen de rechtbank bewezen acht

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
[medeverdachte 1] in de periode van 1 maart 2013 tot en met 9 oktober 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens opzettelijk hebben verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en aanwezig hebben gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne telkens middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I dan wel krachtens artikel 3a vijfde lid van die wet,
bij het plegen van welke misdrijf verdachte in de periode van 25 september 2014 tot en met 9 oktober 2014 te [pleegplaats], telkens opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door aan die [medeverdachte 1] de door haar bewoonde woning beschikbaar te stellen voor het verpakken en bewaren van genoemde middelen.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor hetgeen de rechtbank bewezen acht.
De verdachte zal van het subsidiair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificatie

Het bewezen geachte levert op:
Het opzettelijk verschaffen van gelegenheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod,
strafbaar gesteld bij artikel 10 lid 4 jo. 2 ahf/ond B van de Opiumwet jo. artikel 48 ahf/sub 2 van het Wetboek van Strafrecht.

Strafbaarheid

De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister, d.d. 17 december 2014, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van een misdrijven in aanraking is geweest met justitie, alsmede de inhoud van het over verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies d.d. 12 januari 2015.
Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met de eis van de officier van justitie die vordert dat de rechtbank verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden en daarnaast een werkstraf zal opleggen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verschaffen van gelegenheid voor het dealen in harddrugs door haar woning beschikbaar te stellen, waardoor zij heeft bijgedragen aan het schaden van de volksgezondheid. Verdachte heeft ontkent een aandeel te hebben gehad in onderhavig feit. In het reclasseringsadvies staat dat verdachte wel wil werken aan het verbeteren van haar sociale vaardigheden, het stellen van eigen grenzen en dat zij open staat voor begeleiding. De Reclassering Nederland heeft geadviseerd om als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke straf een meldplicht en een ambulante behandelverplichting bij de FJP op te leggen. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en heeft daarbij rekening gehouden met bovenstaand advies van de Reclassering Nederland. De rechtbank acht het van belang dat verdachte begeleiding krijgt.
De rechtbank is op grond van de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. Waarbij naast de algemene voorwaarden ook de bijzondere voorwaarden te weten, een meldplicht en een ambulante behandelverplichting bij de FJP. De rechtbank is van oordeel dat een werkstraf zoals door de officier van justitie is geëist gelet op de kortere periode die door de rechtbank bewezen is verklaard geen toegevoegde waarde heeft.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, en 48 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede artikel 2 en 10 van de Opiumwet.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte primair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
- een gevangenisstraf voor de duur van 35 dagen waarvan een gedeelte groot 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna te noemen algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid van het wetboek van strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij de Reclassering Nederland te Groningen, op het adres Leonard Springerlaan 21 of op het telefoonnummer 050-3188188 en zich hierna blijft melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zich zal laten behandelen of laten begeleiden door de FJP te Assen of een vergelijkbare setting, waarbij zij zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
De rechtbank geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot toezicht op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden overeenkomstig artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank gelast de teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen GSM, merk BlackBerry, aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter,
en mr. M.A.A. van Capelle en mr. J.J. Schoemaker, rechters,
in tegenwoordigheid van L. Lübbers, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 30 januari 2015.

Voetnoten

1.Pag. 40 van het proces-verbaal van de politie, Landelijke Eenheid, met proces-verbaalnummer PL1700-2014408402-4;
2.Pag. 42 van het proces-verbaal van de politie, Landelijke Eenheid, met proces-verbaalnummer PL1700-2014408402-12;
3.Pag. 110 van het proces-verbaal van de politie, eenheid Rotterdam, regionale recherchedienst, met proces-verbaalnummer PL1700-2014408402-22;
4.Pag. 111 van het proces-verbaal van de politie, eenheid Rotterdam, regionale recherchedienst, met proces-verbaalnummer PL1700-2014408402;
5.Pag. 53 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, politieregio Drenthe, districtsrecherche, met proces-verbaalnummer 2014075206, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
6.Pag.65 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, politieregio Drenthe, districtsrecherche, met proces-verbaalnummer 2014075206-15;
7.Pag. 100 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, divisie recherche ondersteuning ssc, unit forensisch-technische expertise, met proces-verbaalnummer PL0300-2014075206-20;
8.Pag. 109 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, divisie recherche ondersteuning ssc, unit forensisch-technische expertise, met proces-verbaalnummer PL0300-2014075206;
9.Pag. 51 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit recherche Drenthe Noord, met proces-verbaalnummer 2014075206-AH-006;
10.Pag. 113 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit recherche Drenthe Noord, met proces-verbaalnummer 2014075206-AH-007;
11.Pag. 149 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
12.Pag. 150 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
13.Pag. 156 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
14.Pag. 170 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
15.Pag. 360 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
16.Pag. 361 van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, onderzoek 03DRN14029-ARASH;
17.Pag. 523 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland met proces-verbaalnummer PL0300-2014075206-10
18.Pag. 471 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206 V-001-02;
19.Los gevoegd bij het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206 V-001-04;
20.Pag. 493 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206 V-002-02;
21.Pag. 507 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206 V-002-03;
22.Pag. 255 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206;
23.Pag. 266 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206;
24.Pag. 271 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206;
25.Pag. 278 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206;
26.Pag. 298 e.v. van het proces-verbaal van de politie Noord-Nederland, unit tactische recherche, met proces-verbaalnummer 2014075206;