Uitspraak
Bewijsvraag
Strafoplegging
benadeelde partij [slachtoffer]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
Rechtbank Noord-Nederland
Op 26 februari 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van een ramkraak op een juwelier op 2 november 2014. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de toegang tot de juwelier was verkregen door middel van braak. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder DNA-sporen die op de plaats delict waren aangetroffen en die aan de verdachte konden worden gekoppeld. De verdachte had geen aannemelijke verklaring voor het aantreffen van zijn bloed op de plaats delict.
De rechtbank hield rekening met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en alcoholmisbruik. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar was. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en een klinische opname voor maximaal 6 maanden. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij, de juwelier, voor een bedrag van € 1.312,40, terwijl een deel van de vordering niet-ontvankelijk werd verklaard wegens onvoldoende onderbouwing.
De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, dat in het openbaar was gepleegd en waarbij geweld was gebruikt. De verdachte had een aanzienlijk strafblad en er was een hoog recidiverisico. De rechtbank vond het noodzakelijk om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met als doel de kans op recidive te verminderen en de verdachte te helpen bij zijn rehabilitatie.