Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de brief van 29 december 2014 van de zijde van de man
- de akte van 5 januari 2015 van de vrouw.
2.De feiten
Artikel 1
Artikel 6
Inkomen
Onder inkomen wordt verstaan het begrip belastbaar inkomen als bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 verminderd met de daarover verschuldigde belasting op inkomen en premieheffingsvolksverzekeringen, waarbij het inkomen dat wordt toegerekend aan één echtgenoot wordt geacht te behoren tot het inkomen van degene die het inkomen feitelijk heeft genoten.
Indien één der echtgenoten met zijn werk- of opdrachtgever is overeengekomen, dat de door hem te genieten inkomsten op een ongebruikelijke wijze zullen worden verminderd dan wel op een ongebruikelijke tijdstip zullen worden genoten, wordt hiermee voor de berekening van het inkomen geen rekening gehouden.
Niet als inkomen worden aangemerkt inkomsten, welke in de inkomstenbelasting worden belast naar een bijzonder tarief.
Voorts worden niet als inkomen aangemerkt de zuivere inkomsten uit vermogen.
Artikel 9
Artikel 16
Bij het einde van het huwelijk door echtscheiding alsmede bij scheiding van tafel en bed zullen de echtgenoten met elkaar afrekenen alsof zij in algehele gemeenschap van goederen gehuwd waren, met inachtneming van hetgeen is bepaald ten aanzien van de pensioenrechten. Buiten de afrekening blijven echter alle aanbrengsten ten huwelijk, al wat krachtens erfrecht of door schenking is verkregen, de opbrengst van een en ander en wat voor een en ander in de plaats is gekomen, alsmede wat klaarblijkelijk onverteerd is gebleven van hetgeen op grond van de jaarlijkse verrekening werd verkregen.
De afrekening als in lid 1 bedoeld geschiedt naar de toestand en de waarde per datum van overlijden. De afrekening als in lid 2 bedoeld geschiedt naar de toestand en waarde op de dag waarop de procedure tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed aanhangig werd gemaakt.
De afrekening blijft achterwege indien het vermogen van een van de echtgenoten of van beiden per saldo negatief is.”
3.De beoordeling
al wat krachtens erfrecht of door schenking is verkregen, de opbrengst van een en ander en wat voor een en ander in de plaats is gekomen” buiten de afrekening van de fictieve gemeenschap te worden gehouden. Dit betekent dat deze gelden en wat hiervoor in de plaats is gekomen aan de vrouw toekomen. Echter hieruit volgt ook dat hetgeen de vrouw tijdens het huwelijk heeft geconsumeerd bij de afrekening buiten beschouwing moet worden gelaten.
al wat krachtens erfrecht of door schenking is verkregen, de opbrengst van een en ander en wat voor een en ander in de plaats is gekomen” op de peildatum. De rechtbank zal de vrouw de gelegenheid geven zich hierover uit te laten. De vrouw zal hierbij - deugdelijk onderbouwd - moeten aangeven welk gedeelte van de betreffende gelden op de peildatum op welke bankrekening stond gedeponeerd. De gelden die de vrouw na de peildatum heeft ontvangen dienen buiten beschouwing te blijven in die zin dat deze niet - als onderdeel van een correctiepost - van enig te verdelen saldo op de peildatum moeten worden afgetrokken.
- aanbreng vrouw
- aanbreng man
f30.000,-- (€ 13.613,--)
- [naam bank] [rekeningnummer] € 1.509,--
- [naam bank] [rekeningnummer] (profijtrekening) € 128.274,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 3,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 1.876,--
- [naam bank] [rekeningnummer] (spaar) € 25.421,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 5,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 62,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 4.453,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 2.118,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 831,--
- [naam bank] [rekeningnummer] € 1.949,--
- [naam bank] [rekeningnummer]
€ 17.772,--+
- foto’s (partijen genoegzaam bekend)
- rode zonnebril
- gouden zakhorloge
- gouden dasspeld
- gouden manchetknopen
- onderwijzersbeeldje op houten voet
- “Rembrandt” (van zolder).
- helft OZB
- Kabel Noord ([adres woning 2])
- helft Essent
- helft gaswacht
- helft Vitens
- helft UPC
- helft Hefpunt
- helft FBTO
- motorrijtuigenbelasting auto vrouw.
4.De beslissing
31 maart 2015teneinde partijen de gelegenheid te geven zich uit te laten en stukken over te leggen overeenkomstig hetgeen de rechtbank heeft overwogen onder 3.53,
17 maart 2015, aan de andere partij te doen toekomen;