1.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2],
op of omstreeks 7 mei 2013 te Heerenveen, tezamen en in vereniging, althans
alleen, opzettelijk brand heeft/hebben gesticht in een coniferenhaag
behorende bij en/of grenzende aan het perceel [adres 3],
immers heeft/hebben die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], toen aldaar
opzettelijk benzine en/of BBQ-olie, althans een brandbare stof over die
coniferen(haag)heen gegoten en/of daarna die benzine en/of BBQ-olie, althans
die brandbare stof in aanraking gebracht met vuur, tengevolge waarvan
voornoemde coniferen(haag)geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand en/of
waarbij tevens een achter die coniferen(haag) zich bevindende boot en/of
tuinmeubilair geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen
gevaar voor goederen, te weten voor een (houten) schuurtje/hokje en/of voor
de woning [adres 4] en/of gemeen gevaar voor een of meer
bewoners van die woning - welke op het moment van brandstichting lagen te
slapen, althans op bed lagen-, in ieder geval gemeen gevaar voor goederen
en/of personen te duchten was,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7 mei
2013 te Heerenveen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door een hoeveelheid benzine en/of
een hoeveelheid BBQ-olie, althans een hoeveelheid brandstof ter beschikking te
stellen, althans op enigerlei wijze opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
gelegenheid en/of (een) middel(en) heeft verschaft;