Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
Een aanbod tot het aangaan van een overeenkomst wordt door Ester [gedaagde] schriftelijk uitgebracht en gaat vergezeld van een exemplaar van deze algemene voorwaarden.”
Hai [fff],
(…) verder te noemen koper
3.De vordering
4.Het geschil en de beoordeling
U vraagt mij naar de gang van zaken van 8 september 2011. Ik verklaar daarover dat ik van een lesklant heb gehoord dat zij op die datum op het erf van [gedaagde] was, toen er deurwaarders verschenen die naar [naam paard] vroegen. Mijn lesklant heeft toen gezegd of dat het geval was en de deurwaarders doorverwezen naar [gedaagde]. [gedaagde] heeft toen gezegd dat [naam paard] niet meer bij haar aanwezig was. Toen de deurwaarders daarop vertrokken, zo vertelde de lesklant mij heeft zij samen met Danielle - waarvan ik de achternaam niet weet - [naam paard] in de trailer van [www] geladen en [naam paard] samen met Danielle naar het woonadres van Wijers te [woonplaats] heeft vervoerd. [www] wist dat het [naam paard] was die ze in de trailer had. Danielle wist dat ook. Desgevraagd verklaar ik dat de naam van de lesklant Belinda [www] is. Ik denk dat [www] wist van de reden van het haastige afvoeren van [naam paard]. Er heeft namelijk een artikel daarover gestaan in de Leeuwarder Courant. Sijbemsa heeft het niet met mij gehad over de reden. Danielle ken ik niet en ik heb het ook niet met haar hierover gehad. Ik heb [naam 2] pas een behoorlijke tijd later meegedeeld wat zich op 8 september 2011 heeft afgespeeld. Dit was in ieder geval het nieuwe jaar 2012. [www] heeft mij verteld dat [gedaagde] haar vertelde dat het [naam paard] was die vervoerd werd. Ik merk nog op dat [gedaagde] op dat moment geagiteerd was; zij was een beetje in paniek, zo is het mij verteld. (…)”