9februari, 11 februari, 12 februari, 18 februari, 19 februari, 23 februari en 24 februari 2013. De brief die op 12 februari 2013 per mail was bijgevoegd, heeft [verdachte] ook per post aan mij gestuurd. Ik heb ook gehoord dat [verdachte] mails heeft gestuurd aan diverse medewerkers van de afdeling. Op 25 februari 2013 heeft [verdachte] naar het secretariaat gebeld. Ze wilde mij spreken.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2013, opgenomen in dossier nummer PL01KE 2013018220, inhoudende de relatering van verbalisant R.M. de Smet, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, verklaar het volgende.
Op maandag 10 juni 2013 heeft [verdachte] een bezoek gebracht aan de locatie Beatrixoord van het UMCG. [aangever 2] verklaarde aan mij, verbalisant, dat zij op zondag 23 juni, maandag 24 juni en dinsdag 24 juni 2013 28 mailberichten van [verdachte] heeft ontvangen. De berichten werden verstuurd vanaf het mailadres "[e-mailadres]". [betrokkene 5] verklaarde via de mail aan mij dat hij in de maand juni 2013 in twee verschillende mailboxen 65 en 55 mailberichten heeft ontvangen van [verdachte]. [aangever 1] verklaarde mij, verbalisant, dat hij in de maand juni 2013 meerdere mailberichten van [verdachte] heeft ontvangen. De mailberichten zijn aan [aangever 1] geadresseerd via CC. Op zondag 23 juni en maandag 24 juni is [aangever 2] diverse malen thuis op haar privénummer gebeld door een afgeschermd nummer. Op maandag 24 juni heeft [verdachte] een mail naar[aangever 2] gestuurd waarin zij refereert naar een telefoontje van 6:00 uur diezelfde morgen.
De verklaring van verdachte d.d. 27 februari 2013, afgelegd ten overstaan de van de rechter-commissaris, inhoudende, zakelijk weergegeven:
In strijd met de gedragsaanwijzing benader ik toch weer mensen omdat ik ze steeds weer vragen voorleg waar ik antwoord op wil. Ik wist dat de aanwijzing er was en ik heb deze bewust overtreden.
Een proces-verbaal verhoor aangever d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in dossier nummer PL01KE 2012063715 d.d. 28 oktober 2013, inhoudende de verklaring van [aangever 1], zakelijk weergegeven:
Ik heb reeds eerder aangifte van stalking gedaan tegen [verdachte]. Ik geef nu een aanvullende verklaring over haar gedrag tussen 14 juli 2013 en heden.
Ik heb meerdere mails, sommige met bijlage, van haar gekregen in de periode van 13 tot en met 16 september 2013. Deze mails heb ik bij deze verklaring gevoegd. Deze mails waren aan mij maar, cc, ook aan vele anderen gericht. In de mails gaat [verdachte] in op het verleden tijdens haar werkzaamheden voor het UMCG en op het contactverbod dat zij opgelegd heeft gekregen van de Officier van Justitie. Ik voeg mails bij die zij heeft gestuurd naar de Reclassering en het Dagblad van het Noorden. De bijlage daarbij is een brief aan mr. J.R. Eland, Hoofdofficier van Justitie.
[verdachte] heeft ook contact proberen te krijgen met bepaalde mensen. Als die haar niet willen spreken, belt zij andere medewerkers met de vraag of die het telefoongesprek willen doorzetten naar die bewuste medewerker, die haar niet wil spreken. Op die manier veroorzaakt [verdachte] ook veel onrust binnen het UMCG. Het mag u duidelijk zijn dat [verdachte] gewoon doorgaat met haar stalkende gedrag waarbij zij inbreuk maakt op mijn leven.
Een proces-verbaal van ontvangst klacht van [aangever 1] door hulpofficier van justitie d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant G.J. Beereboom, zakelijk weergegeven:
De klager verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
De klager verklaarde tegenover mij o.a. het volgende:
Ik heb reeds eerder aangifte van stalking gedaan tegen [verdachte]. Ik geef nu een aanvullende verklaring over haar gedrag tussen 14 juli 2013 en heden.
Een proces-verbaal verhoor aangever d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 4], zakelijk weergegeven:
Ik heb in oktober 2013 al eerder aangifte gedaan van stalking door [verdachte]. [verdachte] heeft bij het UMCG gewerkt. Zij werkte op de afdeling waar mijn vrouw, [aangever 2], werkt. Na onenigheid heeft [verdachte] ontslag genomen. Sinds enige tijd stuurt [verdachte] mij ook mails. Ik doe nu een aanvullende aangifte over de periode vanaf 14 juli 2013 tot heden.
Ik heb op 10 september 2013 twee (2) mails van [verdachte] gekregen. Daarbij stuurde zij enkele bijlagen mee. Op 14 september 2013 kreeg ik weer een mail van haar toegestuurd. Ik word bij deze zaak betrokken maar heb er helemaal niets mee te maken. Ondanks het verbod tot contact met mij, door de Officier van Justitie gegeven, gaat [verdachte] gewoon door met mails sturen. Zij maakt inbreuk op mijn persoonlijke levenssfeer. Ik voeg de mails met bijlagen bij dit proces-verbaal.
Een proces-verbaal van ontvangst klacht van [aangever 4] door hulpofficier van justitie d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant G.J. Beereboom, zakelijk weergegeven:
De klager verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
De klager verklaarde tegenover mij o.a. het volgende:
Ik heb reeds eerder aangifte van stalking gedaan tegen [verdachte]. Ik geef nu een aanvullende verklaring over haar gedrag tussen 14 juli 2013 en heden.
Een proces-verbaal verhoor aangeefster d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 2], zakelijk weergegeven:
Ik doe een aanvullende aangifte over de periode 14 juli 2013 tot heden. Ik heb reeds eerder aangifte gedaan tegen [verdachte]. Zij heeft in het verleden gewerkt op de afdeling waar ik de leiding heb. Het is een tijdje rustig geweest maar op 14, 15 en 16 september heeft [verdachte] weer mails gestuurd. Ondanks het verbod van de officier van Justitie contact met mij op te nemen. Sommige zijn als cc naar mij gestuurd en sommige zijn rechtstreeks naar mij gestuurd. Ik heb deze mails als bijlage bij deze aangifte gedaan.
Een proces-verbaal van ontvangst klacht van [aangever 2] door hulpofficier van justitie d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant G.J. Beereboom, zakelijk weergegeven:
De klager verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
De klager verklaarde tegenover mij o.a. het volgende:
Ik heb reeds eerder aangifte van stalking gedaan tegen [verdachte]. Ik geef nu een aanvullende verklaring over haar gedrag tussen 14 juli 2013 en heden.
Een proces-verbaal verhoor aangeefster d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [aangever 3], zakelijk weergegeven:
Ik heb in het verleden al eerder aangifte gedaan tegen [verdachte]. Zij valt mij en anderen lastig door het sturen van vele mails. Ik doe nu een aanvullende aangifte over de periode vanaf 14 juli 2013 tot heden.
Ik ben op 13 en 14 juli 2013 herhaaldelijk gebeld door [verdachte]. Ik heb ook enkele sms berichten van haar gekregen. Ik heb die gesprekken en berichtjes uitgewerkt en bijgevoegd. Op 30 juli 2013 kreeg ik een brief van de ex-partner van [betrokkene 5]. Zij had namelijk, medio 14 juli 2013, een brief van [verdachte] gekregen op haar nieuwe adres in Engeland. Op slinkse wijze was [verdachte] achter haar nieuwe adres in Engeland gekomen. Ik voeg beide brieven bij deze aangifte.
Op 10, 14, 15 en 16 september 2013 heb ik meerdere mails van [verdachte] ontvangen. Bij deze mails waren bijlagen gevoegd. De mails waren zowel rechtstreeks maar ook als cc aan mij gericht. Ik heb deze mails en bijlagen bij deze aangifte gevoegd. [verdachte] houdt zich niet aan het contactverbod. Ik voel de berichten die zij mij stuurt als een inbreuk op mijn persoonlijke levenssfeer. Ik heb er last van.
Een proces-verbaal van ontvangst klacht van [aangever 3] door hulpofficier van justitie d.d. 24 oktober 2013, opgenomen in voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant G.J. Beereboom, zakelijk weergegeven:
De klager verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
De klager verklaarde tegenover mij o.a. het volgende:
Ik heb reeds eerder aangifte van stalking gedaan tegen [verdachte]. Ik geef nu een aanvullende verklaring over haar gedrag tussen 14 juli 2013 en heden.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van voormelde bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte (grote) hoeveelheden e-mailberichten, brieven, kaartjes en sms'jes heeft gestuurd aan aangevers en aan anderen. Aan de orde is de vraag of deze berichten en de (eveneens) door verdachte gepleegde (anonieme) telefoontjes een stelselmatige inbreuk gemaakt hebben op de persoonlijke levenssfeer van aangevers. De raadsvrouw heeft betoogd dat dit niet het geval is omdat met name aangever [aangever 1] heeft gesteld dat de mails van verdachte alleen een goede bedrijfsvoering schaden en geen inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer. De rechtbank is van oordeel dat uit de aangifte van zowel [aangever 1] als van alle andere aangevers in meer of minder duidelijke bewoordingen naar voren komt dat de door verdachte verzonden e-mails aanleiding hebben gegeven tot heel veel onrust en in hun onmiddellijke omgeving. Voor zover deze op een zakelijk mailadres zijn ontvangen heeft de invloed van deze contacten zich kennelijk niet beperkt tot de werkomgeving van de geadresseerden, maar is ook hun persoonlijke levenssfeer daarbij betrokken. Dit werd veroorzaakt doordat verdachte zich niet alleen tot de geadresseerden richtte, maar ook de privérelaties aansprak of hen via de geadresseerden bedreigde. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat er wel degelijk sprake is van opzettelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangevers. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de raadsvrouw aan het begrip 'persoonlijke levenssfeer' een te beperkte uitleg gegeven.
De rechtbank is voorts van oordeel dat het standpunt van de verdediging, dat de periodes waarin de afzonderlijke ten laste gelegde feiten zouden zijn gepleegd korter zijn dan in de tenlastelegging is omschreven, wordt weerlegd door de inhoud van voormelde bewijsmiddelen. Dat de klachten niet in alle gevallen zien op de gehele periode doet hier niet aan af.
Nu de rechtbank van oordeel is dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte een (grote) hoeveelheid e-mails, kaartjes, brieven en sms'jes heeft verstuurd en telefoontjes heeft gepleegd in betrekkelijk korte periodes acht de rechtbank bewezen dat sprake is van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
Ten aanzien van het overtreden van de gedragsaanwijzing constateert de rechtbank dat verdachte bij de politie heeft erkend dat zij bewust herhaalde malen de aanwijzing heeft overtreden door berichten te blijven sturen. Zij heeft dat overigens ook in enkele van die berichten met zoveel woorden aangegeven.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat het onder parketnummer 18/830162-13 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 18/830614-13 ten laste gelegde bewezen kan worden.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 18/830162-13 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 18/830614-13 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 18/830162-13:
zij in de periode van 1 juli 2011 tot en met 14 juli 2013, in Nederland, meerdere malen, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van personen, genaamd, [aangever 1], [aangever 3], [aangever 4] en/of [aangever 2], met het oogmerk die [aangever 1], [aangever 3], [aangever 4] en/of [aangever 2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte mailberichten, brieven, kaartjes, sms-berichten, anonieme en niet anonieme telefoontjes verstuurd naar, en/of een bezoek gebracht aan de werkplek van, een of meer van genoemde personen, te weten:
dossier 2012063715, pagina 19
- in kopie aan [aangever 1], een brief gericht aan de commissaris van de Koningin te Groningen [betrokkene 1] en/of de medisch directeur [betrokkene 2] van het Radboud ziekenhuis te Nijmegen en/of de directeur [betrokkene 3] van het tuberculose fonds en/of [betrokkene 4] lid raad van bestuur UMCG en/of het geschreven stuk d.d. 16 juni 2012 "Mijn stellingen, mijn waarheid, mijn werkelijkheid en vervolg" en/of het geschreven stuk d.d. 20 juni 2012 "Mijn werkelijkheid 20 juni 2012" en/of het geschreven stuk d.d. 4 juli 2012 "Mijn werkelijkheid" en/of mailberichten aan [aangever 1] persoonlijk, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 1] op 29 augustus 2012 ten overstaan van verbalisant J. Kobes heeft afgelegd en
dossier 2012063715, pagina 154
- aan [aangever 3], maart/april 2012, ongeveer 15 mailberichten, al dan niet zogenaamd in c.c., 31 telefoontjes op de huistelefoon, 21 telefoontjes op de mobiele telefoon en/of een brief gericht aan "het trio", een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 3] op 4 oktober 2012 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en
dossier 2012063715, pagina 168
- aan [aangever 4], medio april 2012 zogenaamde c.c. mailberichten, 15 tot 20 telefoontjes, 3 augustus 2012 15 mailberichten al dan niet zogenaamd in c.c., eind september 2012 een brief, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 4] op 5 oktober 2012 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en
dossier 2012063715, pagina 208
- aan [aangever 2], op 8 september 2011 een mailbericht, op 20 maart 2012 een mailbericht, op 22 maart 2012 een mailbericht en/of c.c. mailberichten gericht aan [aangever 3] en/of 5 april 2012 brieven op haar privéadres en werkadres en/of in het weekend van 7 oktober 2012 telefoontjes op het huisnummer en/of 3 augustus 2012 telefoontjes op het huisnummer en/of een mailbericht/brief d.d. 16 juni 2012 met als inhoud: "[betrokkene 5] en [aangever 2] zal ik materieel en mogelijk fysiek beschadigen, zodat ik voor enkele maanden veroordeeld word en ik mijn straf, die enkele maanden zal duren moet uitzitten in de gevangenis: dit is mijn berekende keus in plaats van een geldboete" en/of op 22 september 2012 een brief en/of op 25 september 2012 een mailbericht en/of op 8 oktober 2012 een mailbericht, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 2] op 9 oktober 2012 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en
- ondanks een aan verdachte op 1 februari 2013 uitgereikte gedragsaanwijzing van de officier van justitie, op 9 februari 2013 en 11 februari 2013 mailberichten aan [aangever 2], tevens in c.c. aan [aangever 1], een en ander zoals gesteld en opgenomen in het door verbalisant R.M. de Smet opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 februari 2013 en/of de verklaring die [aangever 2] op 25 februari 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en
dossier 2013018220 - 1e deel -
- ondanks een aan verdachte op 1 februari 2013 uitgereikte gedragsaanwijzing van de officier van justitie, op 12, 15, 18, 19, 20, 21, 23 en/of 24 februari 2013 mailberichten aan [aangever 2], meerdere van die mailberichten zijn in c.c. verstuurd naar [aangever 1] en enkele van die mailberichten in c.c. aan enkele medewerkers van het UMCG en/of op 25 februari 2013 een telefoontje naar het secretariaat, een en ander zoals gesteld en opgenomen in het door verbalisant R.M. de Smet opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 februari 2013 en/of de verklaring die [aangever 2] op 25 februari 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en
dossier 2013018220 - 2e deel -
- ondanks een aan verdachte op 1 februari 2013 uitgereikte gedragsaanwijzing van de officier van justitie en/of de door de rechter commissaris op 4 maart 2013 aan verdachte gestelde schorsende voorwaarden van de voorlopige hechtenis,
- op 10 juni 2013 een bezoek gebracht aan de locatie Beatrixoord van het UMCG en
- aan [aangever 2], op 23,24 en/of 25 juni 2013, 28 mailberichten, meerdere van deze berichten waren mede gericht aan personen waar zij ook geen contact mee mocht opnemen en
- aan [aangever 1], in de maand juni 2013, meerdere mailberichten in c.c. (geadresseerd aan [aangever 2] en [betrokkene 5]) en
- aan [aangever 2], op 23 en 24 juni 2013, diverse malen telefoontjes op haar privé nummer en
- aan [aangever 2], op 24 juni 2013, een mailbericht waarin verdachte refereert naar een telefoontje van 06.00 uur diezelfde morgen een en ander zoals gesteld en opgenomen in het door verbalisant R.M. de Smet opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2013 en
dossier 2013018220 - 3e deel -
- aan [aangever 3], tussen 10 juni 2013 en 14 juli 2013, meerdere mailberichten en
- aan [aangever 3], op 13 juni 2013, 4 telefoontjes en/of 4 sms-berichten op haar privé telefoon en
- aan [aangever 3], op 8 juli 2013, 1 telefoontje op haar diensttelefoon en
- aan [aangever 3], op 10 juli 2013, 1 aangetekende brief
een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 3] op 31 juli 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en
- aan [aangever 1], op 5 juli 2013, 1 aangetekende brief en
- aan [aangever 1], tussen 6 juni 2013 en 14 juli 2013, een aantal mailberichten
een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 1] op 31 juli 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd;
zij in de periode van 1 februari 2013 tot en met 1 mei 2013, in Nederland, meerdere malen, telkens opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, immers heeft verdachte mailberichten verstuurd naar een persoon, genaamd, [aangever 2], en tevens in kopie aan een persoon, genaamd, [aangever 1] en ook in kopie aan enkele (andere) medewerkers van het UMCG ([aangever 3] en [aangever 4] en [betrokkene 5]), zulks terwijl aan verdachte, in de aan haar op 1 februari 2013 uitgereikte gedragsaanwijzing, is bevolen dat verdachte met ingang van 1 februari 2013, geen contact zoekt of heeft, op welke wijze dan ook, met de volgende personen en hun familieleden, te weten: [aangever 1] en [aangever 3] en [aangever 4] en [aangever 2] en [betrokkene 5] en [betrokkene 6];
Parketnummer 18/830614-13:
(aanvullend proces-verbaal 2012063715 (28/10/2013))
zij in de periode van 18 juli 2013 tot en met 28 oktober 2013, in Nederland, ondanks aan verdachte gestelde schorsende voorwaarden van de voorlopige hechtenis zoals opgenomen in de beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland d.d. 17 juli 2013, meerdere malen wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van personen, genaamd, [aangever 1], [aangever 4], [aangever 2] en [aangever 3], met het oogmerk die [aangever 1], [aangever 4], [aangever 2] en [aangever 3] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte mailberichten verstuurd naar een of meer van genoemde perso(o)n(en) en/of telefonisch contact opgenomen met de secretaresse van [aangever 1] met de mededeling: "Zeg maar tegen [aangever 1] dat de zelfmoord van [verdachte] de schuld van [aangever 1] is", te weten:
- aan [aangever 1] (en (c.c.) ook aan vele anderen), meerdere mailberichten, sommige met bijlage, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 1] op 24 oktober 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en/of de bijlagen die daarbij zijn verstrekt en
- aan [aangever 4], een 3-tal mailberichten, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 4] op 24 oktober 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en/of de bijlagen die daarbij zijn verstrekt en
- aan [aangever 2] (hetzij c.c. hetzij rechtstreeks en (c.c.) ook aan vele anderen), meerdere mailberichten, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 2] op 24 oktober 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en/of de bijlagen die daarbij zijn verstrekt en
- aan [aangever 3] (hetzij c.c. hetzij rechtstreeks en (c.c) ook aan vele anderen), meerdere mailberichten, een en ander zoals gesteld en opgenomen in de verklaring die [aangever 3] op 24 oktober 2013 ten overstaan van verbalisant R.M. de Smet heeft afgelegd en/of de bijlagen die daarbij zijn verstrekt;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder parketnummer 18/830162-13 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 18/830614-13 meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.