ECLI:NL:RBNNE:2014:749

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
18 februari 2014
Publicatiedatum
13 februari 2014
Zaaknummer
421857 - CV EXPL 13-1065
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Einde huurovereenkomst tussen Cosmo Trucks en Beleggingscombinatie G & R

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. J.E. Biesma, gaat het om de beëindiging van een huurovereenkomst tussen Cosmo Trucks Friesland B.V. (voorheen Dieselmotorenbedrijf B.V.) en Beleggingscombinatie G & R. De huurovereenkomst, die oorspronkelijk in 1987 werd aangegaan, kende verschillende allonges en wijzigingen door de jaren heen. De kern van het geschil draait om de vraag of de huurovereenkomst per 31 maart 2013 rechtsgeldig is opgezegd door Cosmo Trucks c.s. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging op 7 februari 2012 is gedaan door Koops Furness, de enige aandeelhouder van CT International, en dat deze opzegging tijdig was. De gedaagde partij, Beleggingscombinatie G & R, voerde aan dat de opzegging ongeldig was omdat deze niet door de juiste partij was gedaan en dat hij als verhuurder niet betrokken was bij de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde echter dat Beleggingscombinatie G & R de rechten en plichten van de verhuurder had overgenomen en dat de opzegging dus rechtsgeldig was. De kantonrechter verklaarde voor recht dat de huurovereenkomst per 31 maart 2013 is geëindigd en veroordeelde Beleggingscombinatie G & R in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 421857 \ CV EXPL 13-1065
vonnis van de kantonrechter d.d. 18 februari 2014
inzake

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

COSMO TRUCKS FRIESLAND B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CT INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Zwolle,
eiseressen,
hierna te noemen Cosmo Trucks respectievelijk CT International en tezamen te noemen Cosmo Trucks c.s.,
gemachtigde: mr. C. Borstlap,
tegen
MR. DRS. E. [gedaagde] tevens h.o.d.n. BELEGGINGSCOMBINATIE G & R,
wonende te 's-Gravenhage,
gedaagde,
hierna te noemen [gedaagde],
gemachtigde: mr. R.M. Köhne,

1.Het verdere procesverloop

1.1
De kantonrechter heeft opnieuw kennisgenomen van de processtukken waaronder ook het (mondelinge) tussenvonnis van 16 juli 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de brief van 17 september 2013 met producties van de zijde van [gedaagde];
- de brief van 19 september met productie van de zijde van Cosmo Trucks c.s.;
- het faxbericht van 30 september 2013 met productie van de zijde van [gedaagde];
- het proces-verbaal van de comparitie, gehouden op 1 oktober 2013;
- het faxbericht van 28 oktober 2013 van de zijde van [gedaagde], houdende commentaar op het proces-verbaal van comparitie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Motivering

De feiten
In deze procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1.
CT Internationaal handelde tot 1 mei 2007 onder de statutaire naam Dieselmotorenbedrijf B.V. (hierna: Dieselmotorenbedrijf). Koops Furness N.V. (hierna: Koops Furness) is enig aandeelhouder en bestuurder van CT Internationaal. Cosmo Trucks, die tevens handelt onder de naam Cosmo Trucks Leeuwarden, is een 100% kleindochtervennootschap van Koops Furness.
2.2.
In het voorjaar van 1987 is door Dieselmotorenbedrijf een huurovereenkomst voor het bedrijfspand aan de Icarusweg 2 te Leeuwarden (hierna: het pand) gesloten met de eigenaar van het pand, N.V. Pensioenverzekeringsmaatschappij Metallicus (hierna: Metallicus). De overeenkomst werd aangegaan voor een periode van 10 jaar, aanvangende 1 april 1987. In de overeenkomst is - voor zover van belang - het volgende bepaald:
"Artikel 13 - Optie
1.
1. Verhuurder verleent aan huurder optie op een verlenging van deze huurovereenkomst voor een periode van tweemaal vijf jaar.
2.
2. Indien huurder van vorenomschreven opties geen gebruik wenst te maken, zal hij daarvan bij aangetekend schrijven aan verhuurder kennis geven vóór of uiterlijk op 31 maart 1996 respektievelijk 31 maart 2001."
2.3.
Metallicus heeft haar statutaire naam in 1998 gewijzigd in NV Ohra Pensioenverzekeringen (hierna: Ohra). Op 30 september 1993 heeft Ohra de economische eigendom van het pand overgedragen aan [gedaagde]. In de daartoe strekkende leveringsakte is, in artikel 9.7. bepaald:
“Partijen zullen alles in het werk stellen om Koper ([gedaagde], toevoeging kantonrechter) in de hiervoor bedoelde huurovereenkomsten in de plaats van de Verkoper te doen stellen. In ieder geval zal in de onderlinge verhouding tussen partijen Koper als verhuurder worden beschouwd.”
2.4.
Sindsdien werd de huur van het pand door [gedaagde] gefactureerd en aan hem betaald. Op 6 december 1993 heeft [gedaagde] 50% van de economische eigendom van het pand overgedragen aan mevrouw J. [partij 1a] (hierna: [partij 1a]).
2.5.
Op 28 maart 1996 hebben Dieselmotorenbedrijf en [gedaagde] een allonge ondertekend. In de allonge, die als aanhef heeft "allonge behorend bij de huurovereenkomst aanvangende 1 april 1987 voor een perceel grond met de daarop gebouwde bedrijfsruimte staande en gelegen te Leeuwarden aan de Icarusweg 2", is Dieselmotorenbedrijf aangeduid als huurder en [gedaagde] als verhuurder. In de allonge is een wijziging op voormelde huurovereenkomst overeengekomen. De wijziging hield een verlaging van de huurprijs en het huren van minder vierkante meters in.
2.6.
Dieselmotorenbedrijf en [gedaagde] hebben op 19 februari 1997 opnieuw een allonge ondertekend. Deze allonge heeft dezelfde aanhef als voormelde allonge en ook in deze allonge is Dieselmotorenbedrijf aangeduid als huurder en [gedaagde] als verhuurder. In deze allonge is wederom een wijziging op de oorspronkelijke huurovereenkomst, als bedoeld in r.o. 2.2., overeengekomen, die erop neerkwam dat Dieselmotorenbedrijf het recht kreeg de bovenverdieping van het pand onder te verhuren aan derden.
2.7.
De huurovereenkomst, als bedoeld in r.o. 2.2., is verlengd tot en met 31 maart 2002.
2.8.
Op 23 april 2001 hebben Dieselmotorenbedrijf en [gedaagde] wederom een allonge ondertekend. In de allonge is aangegeven dat [gedaagde] tekende namens Beleggingscombinatie G & R, die in de allonge als verhuurder werd aangeduid. Dieselmotorenbedrijf werd in de allonge aangeduid als huurder. In de allonge, die dezelfde aanhef heeft als voormelde allonges, is - voor zover van belang het volgende - overeengekomen:
"
dat met ingang van 1 mei 2001 wederom de huurprijs conform de oorspronkelijk d.d. 1 april 1987 ingegane huurovereenkomst zal gaan gelden;
dat huurder met onmiddellijke ingang wederom de beschikking krijgt over de volledige 1e verdieping;
dat de allonges d.d. 28 maart 1996 en 19 februari 1997 derhalve komen te vervallen en uitsluitend de oorspronkelijke d.d. 1 april 1987 ingegane huurovereenkomst voortaan zal gelden;
dat de door huurder gewenste tweede optieperiode van oorspronkelijke vijf jaar wordt gewijzigd in tien jaar derhalve eindigend op 31 maart 2012;
dat verhuurder aan huurder een aansluitende optie verleent op verlenging van deze huurovereenkomst voor een periode van twee maal 10 jaar;
dat de nieuwe kennisgevingdata ex artikel 13 lid 2 indien de huurder van deze opties geen gebruik wenst te maken derhalve 31 maart 2011 respectievelijk 31 maart 2021 luiden"
2.9.
Vanaf 1 juli 2002 werden de facturen ter zake van de huur van het pand geadresseerd aan: Cosmo Trucks Leeuwarden BV
Dieselmotorenbedrijf BV
Postbus 7533
8903 JM LEEUWARDEN
2.10.
Op 18 februari 2011 heeft er een bespreking plaatsgevonden over de huurovereenkomst, tussen de heren [XX], [YYY] (respectievelijk directeur en vestigingsleider van Cosmo Trucks Friesland) en de heer [WWW] (hierna: [WWW]) (directeur Corporate Affairs van Koops Furness) enerzijds en [gedaagde] en de heer [ZZZ], de echtgenoot van [partij 1a], anderzijds. Toen is afgesproken de bespreking voort te zetten op 21 maart 2011. Die bespreking heeft niet plaatsgevonden.
2.11.
Op 29 maart 2011 heeft [WWW] telefonisch contact gehad met [gedaagde]. De volgende dag heeft [WWW] [gedaagde] een e-mail gestuurd, waarin hij - voor zover van belang - het volgende aan [gedaagde] heeft bericht:
"Door deze bevestig ik de dinsdag 29 maart 2011 telefonisch gemaakte afspraak inzake de verlenging van de huur-verhuurovereenkomst tussen Cosmo Trucks Friesland BV (v/h Dieselmotorenbedrijf) en Beleggingscombinatie G & R met betrekking tot het perceel grond met bedrijfsruimte staande en gelegen aan de Icarusweg 2 te Leeuwarden.
Partijen zijn overeengekomen dat de huur-verhuurovereenkomst ingaande 1 april 2012 wordt verlengd met een jaar, derhalve eindigende 31 maart 2013.
Dit betekent dat uiterlijk 31 maart 2012 huurder, verhuurder per aangetekend schrijven zal berichten indien de huurovereenkomst per 31 maart 2013 dient te worden beëindigd.
Indien tot verlenging besloten wordt, zullen partijen ruim voor 31 maart 2012 in gesprek gaan over de wijze van verlenging van de huur-verhuurovereenkomst en de door huurder gewenste aanpassingen aan het pand.
Erop vertrouwende het besprokene correct te hebben weergegeven.
Wilt u als blijk van instemming dit bericht omgaand bevestigen?"
2.12.
[WWW] heeft vervolgens per e-mail een bericht ontvangen van [gedaagde] dat zijn
e-mail was gelezen. Op 30 maart 2011 heeft [gedaagde] vervolgens, namens G&R, de inhoud van de mail van [WWW] van die ochtend bevestigd.
2.13.
Per aangetekend schrijven van 7 februari 2012 heeft [WWW] - voor zover van belang - het volgend aan [gedaagde] bericht:
"Cosmo Trucks Friesland B.V. t.h.o.d.n. Cosmo Trucks Leeuwarden huurt het bedrijfspand gelegen aan de Icarusweg 2 te Leeuwarden, welke huurovereenkomst eindigt op 31 maart 2013.
Langs deze weg laat ik u namens de directie van Cosmo Trucks BV weten, gebruik te maken
van de mogelijkheid de huur op te zeggen tegen 1 april 2013 en geen prijs te stellen op verlenging van de huurovereenkomst.
(…)
Hoogachtend,
KOOPS FURNESS NV
J.C. [WWW]"
2.14.
Bij aangetekende brief van 28 december 2012, geadresseerd aan de directie van Dieselmotorenbedrijven B.V., Cosmo Trucks en Koop Furness ter attentie van [WWW], heeft [gedaagde] namens de Beleggingscombinatie G & R - voor zover van belang - het volgende aan [WWW] bericht:
"U verzocht ons om een reactie op Uw aangetekend schrijven d.d. 7 februari 2012 inzake de opzegging van de huurovereenkomst, locatie Icarusweg 2 te Leeuwarden.
Wij berichten U hierbij dat de laatste allonge behorend bij de huurovereenkomst, getekend d.d. 23 april 2001, expliciet en dwingend voorschrijft dat de nieuwe kennisgevingsdata voor het aangetekend schrijven ex artikel 13 lid 2, indien de huurder geen gebruik geen gebruik wenst te maken van de periode(n) tot verlenging van de huurovereenkomst met (tweemaal) 10 jaar "derhalve" 31 maart 2011 respectievelijk 31 maart 2021 luiden.
Uw aangetekende opzeggingsbrief is gedateerd 7 februari 2012, derhalve na 31 maart 2011 en vóór 31 maart 2021
Dit betekent dat de eerste optieperiode van 10 jaar inmiddels op 31 maart 2012 is ingegaan en loopt tot 31 maart 2022.
Wij bevestigen hierbij uw opzegging bij aangetekend schrijven ex artikel 13 lid 2 van de vigerende huurovereenkomst. De huurovereenkomst eindigt derhalve op 31 maart 2022. Zonder andersluidend bericht Uwerzijds binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief achten wij u hiermede akkoord."

3.Het geschil

3.1.
Cosmo Trucks c.s. vordert dat de kantonrechter bij vonnis
1. voor recht zal verklaren dat de huurovereenkomst tussen Cosmo Trucks en [gedaagde], althans de huurovereenkomst tussen CT International en [gedaagde] per 31 maart 2013 zal eindigen c.q. is geëindigd;
2. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van het geding en deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren.
3.2.
Cosmo Trucks c.s. heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aan haar vordering
ten grondslag gelegd. Sinds de overdracht van de economische eigendom van het pand door
Ohra aan [gedaagde] in september 1993 treedt [gedaagde] op als verhuurder en werd de huur dus
ook aan hem betaald. Met Ohra heeft Cosmo Trucks nooit enig contact meer gehad. In
februari en maart 2001 hebben partijen overleg gehad over de huurprijs en een eventuele
verlenging van de huurovereenkomst. Daar is uiteindelijk overeenstemming over bereikt en die is door [gedaagde] vastgelegd in een nieuwe allonge die op 23 april 2011 is ondertekend, hiervoor geciteerd in r.o. 2.8. Op grond van deze nieuwe afspraken diende de huurder, indien zij geen gebruik wilde maken van de optie om de huurovereenkomst met 10 jaar te verlengen, dit uiterlijk 31 maart 2011 te laten weten. Begin 2011 heeft Koops Furness tweemaal een bespreking gehad met [gedaagde], waarbij onderwerp van bespreking was de huurprijs, het onderhoud van het pand en de mogelijke tijdelijke verlenging van de huurovereenkomst. Het eerste overleg vond plaats in februari 2011. Toen werd geen overeenstemming bereikt. Het tweede overleg vond plaats op 15 maart 2011. Bij die bespreking waren [WWW] en [gedaagde] aanwezig. Toen heeft [WWW] namens Cosmo Trucks laten weten dat er wat Cosmo Trucks betrof twee opties waren: beëindiging van de huurovereenkomst per 1 april 2012 of de huurovereenkomst na 1 april 2012 nog verlengen met één jaar. [gedaagde] heeft toen aangegeven een en ander met [UUUU] te zullen bespreken en er op terug te zullen komen. Op 29 maart 2011 had Cosmo Trucks nog niets vernomen en toen heeft [WWW] telefonisch contact opgenomen met [gedaagde]. Tijdens dat telefoongesprek heeft [WWW] met [gedaagde] afgesproken dat de overeenkomst per 1 april 2012 nog met één jaar zou worden verlengd tot 31 maart 2013. De gemaakte afspraak is namens de huurder door [WWW] de volgende dag per e-mail bevestigd aan [gedaagde]. In de e-mail heeft [WWW] gevraagd om het bericht omgaand te bevestigen. [gedaagde] heeft dat gedaan door een leesbevestiging aan [WWW] te sturen. Partijen spraken tevens af dat huurder uiterlijk 31 maart 2012 aan [gedaagde] zou laten weten indien de huurovereenkomst per 31 maart 2013 diende te worden beëindigd, en wel door middel van een aangetekend schrijven. Bij aangetekend schrijven van 7 februari 2012 heeft Cosmo Trucks de overeenkomst opgezegd per 31 maart 2012. Uit de brief van [gedaagde] van 28 december 2012 blijkt dat hij deze brief heeft ontvangen. De huurovereenkomst is derhalve per 31 maart 2013 geëindigd.
3.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd met conclusie tot niet-ontvankelijkverklaring van Cosmo Trucks c.s. in haar vorderingen, althans afwijzing van de vorderingen, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van Cosmo Trucks c.s. in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen en weren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
Na de comparitie van partijen heeft [gedaagde] bij faxbericht van 28 oktober 2013 nog verzocht om aanvulling/wijziging van het proces-verbaal van comparitie. De voorgestelde wijzingen behoeven echter geen verdere bespreking, nu deze niet zien op feiten of omstandigheden die - gelet op de navolgende beoordeling - relevant zijn.
4.2.
Als meest verstrekkende verweer heeft [gedaagde] een beroep gedaan op de exceptio plurium litis consortium. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat Ohra en [partij 1a] door Cosmo Trucks c.s. niet zijn gedagvaard, terwijl de gevorderde verklaring voor recht wel mede rechtsgevolgen heeft die [partij 1a] en Ohra regarderen, nu zij volgens hem de verhuurder respectievelijk de economisch mede-eigenaar van het pand zijn. De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in dit verweer en overweegt daartoe als volgt. De vordering van Cosmo Trucks c.s. ziet op een verklaring voor recht dat dat de huurovereenkomst ten aanzien van het pand tussen Cosmo Trucks en [gedaagde], althans de huurovereenkomst tussen CT International en [gedaagde], per 31 maart 2013 zal eindigen c.q. is geëindigd. De vordering raakt Ohra noch [partij 1a], nu volgens Cosmo Trucks met deze partijen geen huurovereenkomst bestaat. Waar de vordering geen betrekking heeft op een met Ohra of [partij 1a] bestaande rechtsverhouding hoeven zij niet in de procedure te worden betrokken. Daarbij is ook van belang dat nergens uit blijkt dat [partij 1a] (mede-)verhuurster is, en dat zoals hierna zal worden aangegeven Ohra evenmin als verhuurster heeft te gelden.
4.3.
[gedaagde] heeft voorts ten verwere aangevoerd dat niet hij maar Ohra de verhuurder is van het pand. De kantonrechter overweegt ter zake als volgt.
Tussen Ohra en [gedaagde] is een overeenkomst gesloten, waarbij Ohra haar rechten en plichten uit de huurovereenkomst de facto heeft overgedragen aan [gedaagde]. [gedaagde] heeft nadien met Dieselmotorenbedrijf diverse, op de huur gerichte, overeenkomsten gesloten, waarbij [gedaagde] zichzelf verhuurder noemde, en als zodanig ook door Dieselmotorenbedrijf is geaccepteerd. Aldus is feitelijk voldaan aan de vereisten van contractsovername, nu er een door de leveringsakte tussen Ohra en [gedaagde] gevormde geldige titel is, waaraan daadwerkelijk uitvoering is gegeven en waarmee door de schuldenaar, in casu Dieselmotorenbdrijf, is ingestemd. Het verweer van [gedaagde] dat hij niet als verhuurder heeft te gelden moet dan ook gepasseerd worden, is het niet vanwege de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden dan op de grond dat het verweer apert in strijd is met de tussen partijen geldende redelijkheid.
Dat [gedaagde] zich afwisselend bediende van zijn eigen naam en de naam Beleggingscombinatie G&R doet, nu dit een bedrijf is waar [gedaagde] zich kennelijk mee vereenzelvigt én vereenzelvigd kan worden, aan het bovenstaande geen afbreuk.
4.4.
[gedaagde] heeft eveneens aangevoerd dat de overeenkomst niet door de juiste B.V. is opgezegd. Ook dit verweer wordt verworpen. De opzegging is bij brief van 7 februari 2012 geschied door Koops Furness, enig aandeelhouder en bestuurder van CT Internationaal, vroeger Dieselmotorenbedrijf geheten. Dat Koops Furness aldus niet gerechtigd was om de huurovereenkomst op te zeggen is niet gebleken. Dat het onduidelijk zou zijn welke huurovereenkomst het betrof is niet aannemelijk, getuige ook de reactie van [gedaagde] op deze opzegging in zijn brief van 28 december 2012. In deze brief verwijst hij zelf naar de volgens hem tussen partijen geldende en aan de opzegging in de weg staande afspraken, neergelegd in de allonges. Deze allonges betroffen alle de huurovereenkomst waarin Dieselmotorenbedrijf als huurder figureerde.
Het voorgaande brengt ook mee dat het verweer van [gedaagde], inhoudende dat de opzegging zag op een vermeende huurovereenkomst tussen Cosmo Trucks Friesland BV en Beleggingscombinatie G & R, terwijl een huurovereenkomst tussen deze partijen volgens [gedaagde] niet bestaat, faalt. Er was slechts één huurovereenkomst, met [gedaagde] als verhuurder.
4.5.
Voor zover [gedaagde] nog heeft willen betogen dat de opzegging ongeldig is omdat [WWW] daartoe niet bevoegd was, merkt de kantonrechter op dat de bij [gedaagde] bekende bevoegdheid van [WWW] blijkt uit het feit dat [gedaagde] met hem de besprekingen voerde, de opzegging van [WWW] in zijn brief van 28 december 2012 wel, zij het tegen een andere datum, heeft geaccepteerd en de ter gelegenheid van de comparitie overgelegde machtiging de bevoegdheid van [WWW] bevestigt.
4.6.
Voorgaande overwegingen leiden tot de conclusie dat bevoegd en helder, conform de door partijen gemaakte afspraken, de huur tussen CT Internationaal en [gedaagde] per 31 maart 2013 is geëindigd en de daartoe strekkende vordering kan worden toegewezen. Dat Cosmo Trucks als huurder geldt in een verhouding met [gedaagde] als verhuurder is niet gebleken.
4.7.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Cosmo Trucks c.s. vastgesteld op: € 450,-
(2 punten × tarief € 225,-) ter zake van salaris gemachtigde, € 112,- aan griffierecht en € 92,82 aan explootkosten. De proceskostenveroordeling zal, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
de kantonrechter verklaart voor recht dat de huurovereenkomst tussen CT International en [gedaagde], als bedoeld in r.o. 2.2., per 31 maart 2013 is geëindigd.
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Cosmo Trucks c.s. tot op heden vastgesteld op € 654,82;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J. E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
c: 185