ECLI:NL:RBNNE:2014:6829

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2014
Publicatiedatum
5 maart 2015
Zaaknummer
C18/150586/KG ZA 14-251
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor het organiseren van de Historische Motorshow 2014 op het terrein van Control Seal B.V.

In deze zaak heeft de Stichting Appingedammer Brons Motoren Museum een kort geding aangespannen tegen Control Seal B.V. met als doel toestemming te verkrijgen voor het organiseren van de Historische Motorshow 2014 op het terrein van Control Seal. De Stichting, die sinds 2005 het Brons Motoren Museum beheert, heeft in het verleden toestemming gekregen van Control Seal om evenementen te organiseren. Echter, Control Seal heeft in een later stadium voorwaarden gesteld voor de toestemming, waaronder het voldoen van een huurschuld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Stichting voldoende spoedeisend belang heeft bij het doorgaan van het evenement, dat gepland stond voor 30 en 31 augustus 2014. De rechter oordeelde dat Control Seal zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van de Stichting en de betrokken derden door in een laat stadium nieuwe voorwaarden te stellen. De rechter heeft Control Seal veroordeeld om te gedogen dat de Historische Motorshow kan plaatsvinden en heeft een dwangsom opgelegd voor het geval Control Seal niet aan deze veroordeling voldoet. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Zittingsplaats Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/150586 / KG ZA 14-251
Vonnis in kort geding van 29 augustus 2014
in de zaak van
de stichting
STICHTING APPINGEDAMMER BRONS MOTOREN MUSEUM,
statutair gevestigd in de gemeente Ooststellingwerf,
eiseres,
advocaat mr. A. Woertman,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONTROL SEAL B.V.,
gevestigd te Appingedam,
gedaagde,
advocaat mr. M. Dijkstra.
Partijen zullen hierna de Stichting en Control Seal genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van de Stichting;
  • de pleitnota van Control Seal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.2. De feiten

2.1.
De Stichting houdt zich sinds 2005 bezig met het voeren en in standhouden van
het Brons Motoren Museum te [plaats]. Sedert 2008 is het museum gevestigd in het fabriekspand aan de [adres] te [plaats], waar [A] in 1907 zijn eerste fabriek opende, gelegen aan het Damsterdiep.
2.2.
Eigenaar van het desbetreffende pand en enige omliggende onroerende zaken, staande en gelegen aan de [adres 1] en [adres 2] te [postcode]) te [plaats], is Control Seal.
Het bedrijf van Control Seal is gelegen op deze percelen. Control Seal is een productiebedrijf, dat zich bezighoudt met de fabricage van afsluiters.
2.3.
Van januari 2008 tot oktober 2013 verhuurde Control Seal een deel van het gebouw, dat is gelegen op het perceel [adres 2](hierna: “de Bedrijfsruimte”) aan de Stichting. Dit deel van de Bedrijfsruimte wordt nog steeds gebruikt door de Stichting. Zij exploiteert daarin het hiervoor genoemde museum.
2.4.
Een ander deel van de Bedrijfsruimte werd door de Stichting onderverhuurd aan
Stichting de Zijlen, die daar een werkplaats heeft voor mensen met een verstandelijke beperking. Momenteel verhuurt Control Seal dit deel van de Bedrijfsruimte zelf aan De Zijlen.
2.5.
Daarnaast maakt één van de bestuurders van de Stichting, de heer [B], met zijn eigen bedrijf Sargasso Marine Service B.V. (hierna: “Sargasso”) gebruik van een deel van de Bedrijfsruimte. Sargasso betaalt daarvoor een vergoeding aan Control Seal. Sargasso heeft onder meer een groothandel in verbrandingsmotoren, waaronder zogeheten Brons-motoren.
2.6.
Sinds enige jaren organiseert de Stichting jaarlijks een Historische Motorshow op het terrein van Control Seal rondom de Bedrijfsruimte. Dit evenement behelst een expositie van oude (Brons) motoren, schepen en andere machines.
2.7.
In het weekend van op zaterdag 30 en zondag 31 augustus 2014, is de Historische Motorshow 2014 gepland.

3.Het geschil

3.1.
De vordering van de Stichting strekt ertoe Control Seal te veroordelen:
I. om de door haar verleende toestemming aan eiseres voor het organiseren van de Historische Motorshow 2014 in het weekend van zaterdag 30 en zondag 31 augustus 2014 op het terrein aan de [adres 1] te [plaats] gestand te doen en haar te verbieden om eiseres en haar bezoekers, de toegang van het terrein te ontzeggen en haar terrein daadwerkelijk ter beschikking te stellen ten behoeve van dit evenement;
II. om te gehengen en te gedogen dat de Historische Motorsbow 2014 in het weekend van zaterdag 30 en zondag 31 augustus 2014 op het terrein aan de [adres 1] te [plaats] zal (kunnen) plaatsvinden op de wijze zoals dat de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, en haar te verbieden om eiseres en haar bezoekers, de toegang van het terrein te ontzeggen en haar terrein daadwerkelijk ter beschikking te stellen voor dit evenement;
III. om, bij gebreke aan voldoening door Control Seal aan het onder I. en II. gevorderde, eiseres te machtigen om een en ander zelf te bewerken, met behulp
van de sterke arm van politie en justitie en zulks op kosten van Control Seal B.V.;
IV. Een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250.000,00 (zegge: tweehonderdvijftigduizend euro), althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat Control Seal niet voldoet aan het hiervoor gevorderde;
V. Control Seal te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Control Seal heeft verweer gevoerd.

4.4. De beoordeling

4.1.
Naar vaste jurisprudentie dient de vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, beantwoord te worden aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak.
Het spoedeisende belang bij de gevraagde voorziening is met de aard van het gevorderde gegeven.
4.2.
Aan haar vordering heeft de Stichting mede ten grondslag gelegd dat [C], een bestuurder van Control Seal, ten tijde van een vergadering tussen bestuursleden van de Stichting en van Control Seal op 14 november 2014 toestemming heeft gegeven voor het organiseren van de motorshow in 2014.
Control Seal heeft weersproken dat die toestemming is verleend. Control Seal heeft ter onderbouwing daarvan een verklaring overgelegd van [C] voornoemd dat hij die toestemming niet heeft verleend.
Daartegenover heeft de Stichting een verklaring overgelegd waarin is vermeld dat de notulen van de vergadering van 14 november 2013 naar waarheid zijn opgetekend, welke verklaring is ondertekend door vijf ter vergadering aanwezige betrokkenen bij de Stichting. In die door de Stichting overgelegde notulen is vermeld dat [C] voornoemd is gevraagd om toestemming voor het houden van de motorenshow op 30 en 31 augustus 2014 en dat [C] heeft aangegeven daarmee akkoord te zijn.
4.3.
De voorzieningenrechter overweegt dat – nog daargelaten dat niet is gebleken dat de notulen ter goedkeuring aan Control Seal zijn gezonden – gelet op de gemotiveerde betwisting door Control Seal van de door de Stichting gestelde gegeven toestemming voor het bedoelde evenement, thans niet zonder nader onderzoek kan worden vastgesteld of en onder welke voorwaarden die toestemming is gegeven. Voor een dergelijk nader onderzoek leent een kort geding zich niet.
4.4.
Gelet op het vorenstaande bestaat onvoldoende grond voor toewijzing van het onder I. gevorderde.
4.5.
Indien al moet worden aangenomen dat in november 2013 geen toestemming als vorenbedoeld is verleend, vast staat dat tussen partijen eind juni 2014 is gesproken over het houden van de motorenshow op het terrein van Control Seal op 30 en 31 augustus 2014.
Niet – voldoende – is gebleken dat toen reeds voorwaarden zijn gesteld door Control Seal zoals zij wel heeft bepleit ter zitting. Deze voorwaarden zouden inhouden de voldoening van de bestaande huurschuld van de Stichting en het stellen van zekerheid voor eventuele schades die aan het terrein zouden ontstaan.
In de e-mail van 10 augustus 2014 van de zijde van Control Seal aan[B] wordt slechts gevraagd om duidelijkheid over de door de gemeente verleende vergunningen en door de Stichting in dit kader gesloten verzekeringen.
Eerst bij e-mail van 15 augustus 2014 van Control Seal aan de Stichting wordt als voorwaarde gesteld dat de Stichting ervoor zou instaan dat de openstaande huurschuld aan Control Seal zou worden voldaan alvorens toestemming voor het evenement zou worden gegeven.
4.6.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is voldoende aannemelijk dat de Stichting reeds enige tijd bezig is (geweest) met de voorbereidingen voor het evenement, zoals de aanvraag van een vergunning die op 4 juni 2014 door de gemeente [plaats] is verleend en het leggen van de nodige contacten met deelnemers aan het evenement, zoals standhouders. De Stichting heeft ruchtbaarheid aan het evenement gegeven naar buiten, onder andere door het ophangen van posters in [plaats]. Reeds daarin is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende belang gelegen aan de zijde van de Stichting bij het doorgang vinden van de motorenshow.
4.7.
Door de Stichting is een veiligheidsplan opgesteld en aan Control Seal toegezonden. Ook heeft de Stichting een evenementenverzekering gesloten en de verschuldigde premie betaald. Door de Stichting is onbetwist naar voren gebracht dat zij bij voorgaande evenementen op het terrein van Control Seal aan alle door Control Seal gestelde voorwaarden heeft voldaan. Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter is daarmee voldoende tegemoetgekomen aan de gerechtvaardigde belangen van Control Seal niet met schade aan haar eigendommen te blijven zitten.
4.8.
In de gegeven omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat Control Seal zich door het – in een laat stadium – stellen van nadere voorwaarden aan de door haar te geven toestemming voor het houden van het evenement op haar terrein onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de gerechtvaardigde belangen van de Stichting alsook van de bij het evenement betrokken derden.
4.9.
Nu verder niet – voldoende – is gebleken dat de bedrijfsvoering van Control Seal door het evenement op 30 en 31 augustus 2014 op onaanvaardbare wijze wordt gehinderd danwel dat de gerechtvaardigde belangen van Control Seal anderszins in het geding zijn, ziet de voorzieningenrechter aanleiding – de wederzijdse belangen afwegend – bij wijze van ordemaatregel Control Seal te veroordelen te gehengen en te gedogen dat het evenement doorgang kan vinden op 30 en 31 augustus 2014. In dit verband overweegt de voorzieningenrechter nog dat door Control Seal niet nader is onderbouwd dat vorig jaar door het evenement schade is ontstaan aan haar eigendom, zodat daaraan bij de onderhavige beoordeling geen overwegende betekenis kan worden toegekend.
4.10.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd. Oplegging van de dwangsom acht de voorzieningenrechter voldoende dwangmiddel ter verzekering van de onderhavige veroordeling. Daarnaast bestaat geen aanleiding voor versterking daarvan met behulp van de sterke arm.
4.11.
Partijen zijn over en weer gedeeltelijk in het ongelijk gesteld. Met het oog daarop worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Control Seal om te gehengen en te gedogen dat de Historische Motorshow 2014 in het weekend van zaterdag 30 en zondag 31 augustus 2014 op het terrein aan de [adres 1] te [plaats] zal (kunnen) plaatsvinden op de wijze zoals dat de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden en verbiedt haar de Stichting en haar bezoekers de toegang te ontzeggen tot het terrein;
5.2.
veroordeelt Control Seal om aan de Stichting een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 30.000,00 is bereikt;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2014. [1]

Voetnoten

1.type: js