ECLI:NL:RBNNE:2014:6726
Rechtbank Noord-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing bijzondere voorwaarde klinische opname bij voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 23 december 2014 uitspraak gedaan over een vordering van de officier van justitie tot wijziging van de bijzondere voorwaarden verbonden aan een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 60 dagen, waarvan 57 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar. Bij deze veroordeling waren bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een verplichting tot opname in een behandelinstelling, Hoeve Boschoord.
De officier van justitie heeft op 18 november 2014 gevorderd om de bijzondere voorwaarde van opname in Hoeve Boschoord op te heffen, omdat de veroordeelde daar gestabiliseerd was en geen behandeling meer nodig had. De reclassering heeft bevestigd dat de veroordeelde in een andere woonvorm geplaatst kan worden, maar dat dit niet mogelijk is zolang de bijzondere voorwaarde van kracht blijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de bijzondere voorwaarde opgeheven, met de overweging dat een gedwongen opname in een klinische setting een vrijheidsbenemende maatregel is die alleen door de rechter kan worden opgelegd.
De rechtbank heeft daarbij opgemerkt dat de bijzondere voorwaarde van melding bij de reclassering van kracht blijft. De beslissing is genomen in het kader van artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank de belangen van de veroordeelde en de noodzaak van een passende woonvoorziening in overweging heeft genomen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de bijzondere voorwaarde opgeheven, zodat de veroordeelde kan worden geplaatst in een geschikte woonvoorziening.