Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Ontvankelijkheid officier van justitie
Vordering officier van justitie
.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 december 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere inbraken op Ameland en het witwassen van goederen. De verdachte, die niet aanwezig was tijdens de zitting, werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. P.T. Huisman. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. P.F. Hoekstra. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging betrekking had op inbraken in verschillende panden, waarbij onder andere geld en goederen zijn weggenomen die toebehoorden aan verschillende slachtoffers. De verdachte werd ook beschuldigd van het witwassen van een laptop en geld dat mogelijk afkomstig was van deze inbraken.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen van inbraak en het bezit van cocaïne. De rechtbank heeft de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak overschreden, maar heeft geoordeeld dat dit niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de onder 1. primair en 2. ten laste gelegde feiten, en ook de vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen is. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.