ECLI:NL:RBNNE:2014:6701
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Hervatting van het onderzoek in een strafzaak naar aanleiding van een verkeersongeval met dodelijke afloop
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 15 december 2014 besloten het onderzoek ter terechtzitting te hervatten in een strafzaak die voortvloeit uit een verkeersongeval dat plaatsvond op 27 maart 2014 te Balk. Bij dit ongeval was een mobiele graafmachine betrokken, bestuurd door de verdachte, en een fietster die hierbij om het leven kwam. De rechtbank oordeelde dat het eerdere onderzoek onvolledig was en dat er nader onderzoek door de politie noodzakelijk was, met name naar het zicht van de bestuurder van de graafmachine in een lange flauwe bocht. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. G.J. Sjoer, was aanwezig tijdens de zitting, waar het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.
De tenlastelegging omvatte roekeloos rijgedrag van de verdachte, die als bestuurder van de graafmachine niet voldoende rekening had gehouden met de fietsster. De officier van justitie had veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde, met een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verkeersongevalsanalist concludeerde dat het ongeval waarschijnlijk te wijten was aan onvoldoende oplettendheid van de bestuurder, waarbij de inrichting van de graafmachine en het wegverloop een rol speelden. De rechtbank heeft besloten dat er cameraopnames gemaakt moeten worden vanuit de graafmachine om het zicht van de bestuurder te onderzoeken, zowel in een actieve als statische zithouding. Dit onderzoek is essentieel om te bepalen of de fietster zichtbaar was voor de bestuurder en in hoeverre de houding van de bestuurder invloed had op het zicht.
De uitspraak van de rechtbank luidde dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat op een nader te bepalen dag en uur, en dat de stukken in handen van het openbaar ministerie worden gesteld voor verder onderzoek.