ECLI:NL:RBNNE:2014:650
Rechtbank Noord-Nederland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot termijnstelling voor aanvaarding of verwerping van nalatenschap in het kader van misbruik procesrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Privaatrecht, is op 4 februari 2014 een beschikking gegeven in een rekestprocedure. Het betreft een verzoekschrift van [X] c.s. met betrekking tot de nalatenschap van de erflater, [A]. De verzoekers, bestaande uit [X], [C], [D], [E] en [F], hebben verzocht om een termijn te stellen voor de (beneficiaire) aanvaarding of verwerping van de nalatenschap. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er reeds in eerdere beschikkingen, die in kracht van gewijsde zijn gegaan, is beslist dat [X] c.s. geen aanspraak kunnen maken op de nalatenschap van de erflater. Dit betekent dat hun verzoeken om vaststelling van aanspraken op de nalatenschap niet meer inhoudelijk kunnen worden beoordeeld.
De kantonrechter heeft in een eerdere beschikking van 16 april 2013 expliciet overwogen dat [X] c.s. niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoeken, omdat deze in strijd zijn met het recht. De rechter heeft benadrukt dat Nederland een gesloten systeem van rechtsmiddelen kent, wat inhoudt dat een rechtsstrijd op enig moment moet eindigen (litis finiri oportet). Het indienen van nieuwe verzoeken door [X] c.s. wordt gezien als een poging tot misbruik van procesrecht, aangezien zij geen nieuwe gronden hebben aangevoerd die hun verzoeken zouden kunnen rechtvaardigen.
De kantonrechter concludeert dat [X] c.s. niet in staat zijn om het eerdere rechterlijke oordeel te begrijpen of te accepteren. Gezien hun volhardende houding en het ontbreken van nieuwe inzichten, heeft de kantonrechter besloten om de zaak zonder verdere behandeling niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing is openbaar uitgesproken op 4 februari 2014 door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.