Op 16 december 2014 heeft de Noordelijke Fraudekamer van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen vier verdachten in het onderzoek "SIJS". De hoofdverdachten, aangeduid als verdachte 1 en verdachte 2, zijn veroordeeld voor meermalen gepleegde oplichting, belastingfraude, faillissementsfraude en deelname aan een criminele organisatie. De medeverdachten, verdachte 3 en verdachte 4, zijn veroordeeld voor medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. Verdachte 4, adjunct-directeur van een bouwbedrijf, heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door valse inkoopordners op te stellen, die door anderen zijn gebruikt om betalingen te ontvangen voor niet-verrichte werkzaamheden. Dit heeft geleid tot een schade van meer dan € 130.000 voor zijn werkgever en de opdrachtgevers van de bouwprojecten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte 4 een cruciale rol speelde in deze frauduleuze constructie, hoewel niet is bewezen dat hij zelf financieel voordeel heeft genoten.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en verdachte 4 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaren, en een werkstraf van 180 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en het feit dat verdachte 4 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen verklaard, maar heeft verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.